Wat is het?
Bloed in de urine is soms zo duidelijk dat de urine helderrood tot bijna zwart kleurt. Maar het kan ook zijn dat er bloed in de urine zit zonder dat je het met het blote oog kunt zien. Je arts kan het opsporen door de urine onder de microscoop te bekijken of door een teststrip te gebruiken.
Bloed in de urine is niet altijd een gevolg van een ziekte. Het kan ook afkomstig zijn van de menstruatie, van een seksueel trauma of zelfs voorkomen na een zeer zware fysieke inspanning.
De belangrijkste oorzaak van bloed in de urine is een ontsteking van de urinewegen. Het kan ook een symptoom zijn van nierstenen, nier- en prostaatziekten en bloedstollingsstoornissen, of na een ongeval wijzen op een nier- of blaasletsel.
De urine kan tevens rood kleuren zonder dat er bloed aanwezig is, bijvoorbeeld na het eten van rode biet en bij gebruik van bepaalde geneesmiddelen.
Hoe vaak komt het voor?
Uit onderzoek blijkt dat 2 op 1.000 mensen per jaar hun huisarts opzoeken met bloed in de urine.
Hoe kan je het herkennen?
De urine ziet er ‘bloederig’ uit, van helderrood tot bijna zwart. Soms zitten er klontertjes in.
Daarnaast kun je klachten hebben van de onderliggende aandoening:
- Bij een ontsteking van de urinebuis zie je bloed als je begint te plassen, bij een blaasinfectie verschijnt het bloed eerder op het einde van de plasbeurt. Je plast in deze gevallen ook dikwijls kleine hoeveelheden en het plassen zelf doet pijn.
- In geval van een niersteen kun je een niercrisis krijgen. Dat is een plotse, hevige, krampachtige pijn in de rug, zij of onderbuik.
- Bij een voortschrijdende nierziekte neemt de nierfunctie geleidelijk af. De afvalstoffen worden dan niet meer voldoende uit het bloed gefilterd. Je kunt dan algemene symptomen hebben zoals moeheid, verlies van eetlust e.d.
- Bij stollingsstoornissen kunnen ook op andere plaatsen spontane bloedingen optreden, zoals op de huid. Je krijgt dan overal blauwe plekken.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Er is niet noodzakelijk een verband tussen de hoeveelheid bloed in je urine en de ernst van de aandoening. Elk geval wordt daarom verder onderzocht. Je arts vraagt steeds na of je nog andere klachten hebt, zoals pijn bij het plassen, vaker plassen, koorts, buik- of gewrichtspijn, huiduitslag en of je recent in het buitenland hebt verbleven. Hij controleert ook welke medicatie je neemt. Hij zal je vragen of je altijd, in periodes of slechts af en toe bloed in de urine hebt.
Omdat een blaasontsteking de meest frequente oorzaak is, zal je arts eerst een gewoon urineonderzoek doen (urinestick en/of microscopisch onderzoek). Bij twijfel stuurt hij een urinestaal naar het labo om na te gaan of er bacteriën in zitten.
Is er nog geen duidelijkheid, dan gebeurt er verder onderzoek:
- lichamelijk onderzoek van buik, nierstreek, prostaat en klieren in de lies,
- echografie van blaas en nieren,
- bloedonderzoek om bloedarmoede, stollingsstoornissen en vermindering van de nierfunctie op te sporen.
Bij vermoeden van een ernstige aandoening of als er geen oorzaak gevonden wordt bij zichtbaar rode urine, stuurt de arts je door naar de nierspecialist (nefroloog) of naar de specialist van de urinewegen (uroloog). Zij kunnen dan een speciale CT-scan uitvoeren, en indien nodig een kijkonderzoek van de blaas (cystoscopie) of het wegnemen en onderzoeken van een stukje nierweefsel (nierbiopsie).
Ook bloed plassen na een ongeval moet verder worden onderzocht.
Zonder duidelijke oorzaak wordt de urine na een tweetal maanden opnieuw gecontroleerd.
Wat kan je zelf doen?
Omdat je veelal het raden hebt naar de oorzaak, kun je best meteen naar de dokter gaan. Het is belangrijk om de oorzaak te vinden.
Heb je een steentje, dan kun je het proberen uit te plassen en op te vangen in een zeefje of neteldoekje. Een opgevangen steentje breng je mee naar de arts. Hij kan de samenstelling ervan laten onderzoeken in het labo, en je op basis daarvan voedingsadvies geven.
In geval van een niercrisis is het belangrijk om op dat moment niet te veel te drinken.
Om blaasontstekingen en niersteentjes te voorkomen, is het daarentegen wel heel belangrijk om veel te drinken.
Wat kan je arts doen?
De behandeling hangt af van de oorzaak. Een blaas- of urinewegontsteking wordt behandeld met een korte antibioticakuur. Bij een steeds terugkerende ontsteking krijg je soms een langere antibioticakuur voorgeschreven, bvb. gedurende een drietal weken.
In geval van niersteentjes wordt een ontstekingsremmer en pijnstiller voorgeschreven.
Voor alle andere oorzaken van bloed in de urine word je verwezen naar de specialist.