Wat is het?
Epilepsie of vallende ziekte is een hersenaandoening met aanvallen. Bij twee of meer aanvallen in een jaar spreekt men van epilepsie. Een epilepsieaanval wordt ook wel een insult, een convulsie of een toeval genoemd. Het ontstaat door een plotselinge, tijdelijke verstoring van het elektrisch evenwicht in de hersenen. Het is alsof er even een soort ‘kortsluiting’ in de hersenen is. Tussen de aanvallen door werken de hersenen opnieuw normaal.
Sommige aanvallen beginnen in een bepaald hersengebied (focale of partiële aanvallen), terwijl anderen verspreid beginnen over beide hersenhelften (gegeneraliseerde aanvallen). Hierdoor verschillen de aanvallen per persoon. De een raakt bewusteloos, valt en gaat met armen en benen gaat schokken. De ander is ineens even niet aanspreekbaar, staart voor zich uit of laat iets uit zijn of haar handen vallen.
Een gewone aanval duurt doorgaans maximaal 4 minuten en gaat vanzelf over. Duurt de aanval langer dan 5 minuten, dan noemt men dit een langdurige epileptische aanval. Een status epilepticus is een aanval die langer dan 10 minuten aanhoudt. Het herstel na een gewone epileptische aanval is meestal volledig. Bij een langdurige aanval en zeker bij een status epilepticus neemt de kans op een hersenletsel met blijvende handicap en overlijden aanzienlijk toe.
Hoe kun je het herkennen?
De meeste aanvallen komen voor bij mensen die weten dat ze epilepsie hebben. Een langdurige epileptische aanval is niet anders dan een gewone aanval. Het verschil is dat de aanval dan niet spontaan over gaat binnen de 5 minuten, maar blijft duren. Bij een status epilepticus is men na een halfuur nog niet bij bewustzijn.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Als de epileptische aanval niet spontaan of na toediening van de klassieke medicatie over gaat, weet de arts dat het om een langdurige aanval of status epilepticus gaat.
Wat kun je zelf doen?
Bel onmiddellijk de hulpdiensten. Sommige mensen met gekende langdurige aanvallen krijgen in samenspraak met de neuroloog een behandelplan opgesteld waarbij een familielid, na een gepaste opleiding, de eerste dosis van de anti-epileptische medicatie mag toedienen. Stoppen de aanvallen ondanks deze maatregel niet, dan wordt alsnog het noodnummer gebeld. Een persoon met een langdurige aanval of status epilepticus wordt altijd in het ziekenhuis behandeld.
Zorg er, in afwachting van de arts of ziekenwagen, voor dat de ademhalingwegen vrij zijn. Leg de persoon op zijn zij zodat de tong niet naar achter in de keel zakt, en de slijmen naar buiten kunnen lopen. Maak zo nodig das en bovenste hemdsknopen los. In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, hoef je geen hard voorwerp tussen de tanden te steken. Het helpt niet en zorgt alleen maar voor een gebroken gebit. Het is ook zinloos om te proberen de stuipen tegen te houden. Verwijder gevaarlijke voorwerpen uit de omgeving.
Wat kan je arts doen?
De behandeling gebeurt steeds in het ziekenhuis. Met spierontspannende medicatie wordt de aanval eerst onder controle gebracht. Daarna bekijkt de arts of de basismedicatie kan worden aangepast, zodat dergelijke aanvallen in de toekomst niet meer voorkomen. Een uitgebreid algemeen en neurologisch onderzoek is nodig om eventuele hersenschade door de aanval vast te stellen, en om mogelijke andere oorzaken uit te sluiten.
Na een langdurige aanval zul je niet meer met de auto mogen rijden. Dit moet je melden aan de verkeerspolitie en je verzekering. Om opnieuw een auto te besturen, heb je een attest van de neuroloog nodig die bevestigt dat je rijgeschikt bent. De neuroloog zal oordelen over de duur van de rijongeschiktheid.
Meer weten?
https://www.epilepsieliga.be/rijbewijs-en-rijgeschiktheid