Wat is lactose-intolerantie?
We spreken van lactose-intolerantie als je lichaam moeilijk lactose of melksuiker kan verteren. Het is een vorm van voedselovergevoeligheid. Voedselallergieën zijn een andere vorm van voedselovergevoeligheid.
Lactose is een suiker die in melk en melkproducten voorkomt. Om lactose af te breken en te verteren, moet je voldoende lactase hebben. Lactase is een enzym. Een enzym is een eiwit dat noodzakelijk is voor bepaalde processen in je lichaam, bijvoorbeeld om voedsel te verteren.
Het enzym lactase wordt aangemaakt in de wand van je dunne darm. Als je niet voldoende lactase aanmaakt, dan heb je een lactase-tekort. Daardoor kan je lactose moeilijk verteren.
Er bestaan verschillende vormen van lactase-tekort:
- Een aangeboren vorm: je verdraagt vanaf de geboorte geen lactose. Deze vorm is zeer zeldzaam.
- Een primair lactase-tekort. Dit is de meest voorkomende vorm. Het ontstaat meestal tijdens de kindertijd.
- Een secundair lactase-tekort. Bij deze vorm is het lactase-tekort het gevolg van een ziekte waarbij je darmwand aangetast is (zoals een ernstige buikgriep, glutenintolerantie of de ziekte van Crohn).
Hoe vaak en bij wie komt lactose-intolerantie voor?
Een primair lactase-tekort komt vaak voor. Of je voldoende lactase aanmaakt, is erfelijk bepaald. Tot 18% van de bevolking in Noord-Europa heeft een lactase-tekort. Bij mensen van Aziatische of Afrikaanse origine ligt dat percentage nog hoger.
In tegenstelling tot koemelkallergie komt lactose-intolerantie bijna nooit voor bij kinderen jonger dan 5 jaar. Zij maken voldoende lactase aan om melk te kunnen verteren.
De aangeboren vorm van lactose-intolerantie bestaat, maar is heel zeldzaam.
Hoe kan je lactose-intolerantie herkennen?
Je krijgt klachten wanneer je producten met lactose drinkt of eet.
Typische symptomen zijn:
- vage buikpijn;
- een opgeblazen gevoel;
- winderigheid;
- buikkrampen;
- misselijkheid;
- diarree.
Meestal krijg je 1 à 2 uur na een maaltijd met lactose klachten.
Hoeveel last je hebt, hangt af van je gevoeligheid voor lactose en van de hoeveelheid lactose die je gegeten hebt.
- De meeste mensen met een primair lactase-tekort verdragen nog kleine hoeveelheden lactose.
- Hoe meer lactose je inneemt, hoe meer klachten je kan hebben.
- Bij de aangeboren vorm van lactase-tekort moet je vaak levenslang een lactosevrij dieet volgen, maar dat komt zelden voor.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Je arts vraagt naar je klachten, je eetgewoontes en of er lactose-intolerantie voorkomt in je familie. Die informatie is vaak voldoende om te besluiten dat je mogelijk lactose-intolerant bent.
Als eerste (en vaak enige) test zal je arts je vragen om te stoppen met voedingsmiddelen te eten die lactose bevatten:
- Verbeteren je klachten?
- En worden ze weer erger wanneer je opnieuw lactose eet?
- Dan is het duidelijk dat je lactose-intolerant bent.
Extra tests
Soms gebeuren er bijkomende tests om meer informatie te krijgen. Bijvoorbeeld:
- blaastest (waterstof-ademtest):
- Bij deze test drink je een vloeistof die lactose bevat.
- Nadien blaas je om de zoveel tijd in buisjes.
- Er wordt gemeten of je de lactose verteert.
- De test duurt gemiddeld 4 uur.
- lactosetolerantietest:
- Ook bij deze test drink je een vloeistof met lactose.
- Na 20, 40 en 60 minuten wordt een beetje bloed afgenomen.
- genetische test:
- Er wordt alleen een buisje bloed afgenomen.
- Deze test gaat na of je een primair lactase-tekort hebt.
- bloedafname:
- Heb je een secundair lactase-tekort? Dan test je arts je bloed om meer te weten te komen over de onderliggende ziekte.
Wat kan je zelf doen?
Lactose-arm dieet
Mensen met een primair lactase-tekort verdragen meestal nog een kleine hoeveelheid lactose. Een strikt lactosevrij dieet is dan niet nodig.
Na de diagnose mijd je best even alle lactose.
- Lactose zit in melk en melkproducten van alle zoogdieren.
- Het wordt ook vaak toegevoegd aan voedingsmiddelen zoals brood, ontbijtgranen, koeken, kant-en-klare gerechten, vleesbereidingen en sausen.
- Als lactose is toegevoegd aan een product, staat dat vermeld in de ingrediëntenlijst.
Zodra de klachten verdwenen zijn, kan je stapsgewijs opnieuw een kleine hoeveelheid lactose introduceren. Enkele tips:
- De meeste mensen verdragen één portie zuivel per dag.
- Yoghurt en andere gefermenteerde melkproducten verdraag je meestal beter dan melk.
- Spreid de inname van lactose over de dag en eet of drink het bij de maaltijd.
Heeft het lactose-arm dieet geen effect, ga dan terug naar je huisarts. Mogelijk is een andere aandoening de oorzaak van je klachten.
Is de lactose-intolerantie het gevolg van een aantasting van de darm door een andere ziekte (secundair lactase-tekort)? Dan kan je opnieuw lactose eten als de darm volledig hersteld is.
Calcium
Melk is een bron van calcium. Calcium is een mineraal. Het vormt de belangrijkste bouwsteen van je skelet. Als je melk en melkproducten achterwege laat, moet je ervoor zorgen dat je alsnog voldoende calcium inneemt. Kies bijvoorbeeld voor:
- lactosevrije en lactose-arme melk of kaas;
- sojadranken en -producten verrijkt met calcium;
- granen- en notendranken verrijkt met calcium (rijst, amandel, spelt, haver …). Let op: dit zijn geen volwaardige alternatieven voor melk, omdat de kwaliteit van de eiwitten in deze dranken lager is.
- calciumrijk water;
- groenten die rijk zijn aan calcium (bijvoorbeeld waterkers, Chinese kool, postelein, rammenas, koolrabi, broccoli, groene kool, knolselder en tuinkers);
- noten en zaden (zoals amandelen, hazelnoten, walnoten, lijnzaad, sesamzaad en maanzaad).
Lactasepreparaten
Er bestaan capsules met lactase. Voor sommige mensen werken ze goed. Ze zijn vrij verkrijgbaar bij de apotheek. Je neemt ze in vlak voor je melk(producten) drinkt of eet.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Je arts of diëtist:
- gaat na hoeveel lactose je verdraagt;
- stelt samen met jou een gezond en gevarieerd voedingspatroon samen;
- leert je hoe je zuivel kan vervangen;
- leert je etiketten lezen, zodat je gemakkelijk kan achterhalen of er lactose is toegevoegd aan een product;
- geeft advies over calciumsupplementen.