Wat is het?
Hoofdpijn is een zeer frequente klacht.
We onderscheiden primaire hoofdpijn, waarbij de hoofdpijn een aandoening op zich is, en secundaire hoofdpijn, waarbij de hoofdpijn een symptoom is bij heel wat andere aandoeningen.
Daarnaast is er nog hoofdpijn door aantasting van een hersenzenuw.
Primaire hoofdpijn
- Migraine;
- Spanningshoofdpijn;
- Clusterhoofdpijn en gelijkaardige vormen.
Secundaire hoofdpijn
- Bij aandoeningen in de hersenen, bijv. een beroerte of hersentumor;
- Geassocieerd aan drukveranderingen in de hersenen;
- Na een ongeval;
- Bij infecties;
- Bij ontwenningsverschijnselen;
- Bij nierziekten of een verstoorde zoutbalans;
- Door aantasting van andere delen van de schedel, bijv. tandcariës, sinusitis, oogziekte...;
- Door medicatiegebruik of –misbruik.
Hoe vaak komt het voor?
Hoofdpijn komt zeer frequent voor. Bijna iedereen zal het ooit wel eens ervaren.
25- à 40-jarigen worden het vaakst getroffen.
Op oudere leeftijd is hoofdpijn minder frequent.
Hoe kan je het herkennen?
Raadpleeg een arts als je regelmatig hoofdpijn hebt.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Je huisarts zal je klachten grondig bevragen om tot een correcte diagnose te komen.
Bij vermoeden van een primaire oorzaak en een normaal neurologisch onderzoek is verder onderzoek doorgaans niet nodig.
Je arts zal de duur, het begin, de frequentie, locatie en aard van de pijn bevragen. Hij zal polsen naar andere symptomen die met hoofdpijn gepaard gaan, zoals misselijkheid, lichtflitsen, wazig zicht, spraakstoornissen... Verder zal hij vragen of bepaalde factoren de hoofdpijn uitlokken en of je eventueel geneesmiddelen neemt.
Daarna zal je arts je neurologisch onderzoeken. Meestal is dit onderzoek normaal. Je arts zal je bloeddruk meten en met een lampje in je ogen kijken.
De huisarts diagnosticeert de meest frequente vormen van hoofdpijn op basis van een grondige bevraging en klinisch onderzoek. Vaak zal hij vragen om gedurende enkele weken een hoofdpijndagboek bij te houden om meer inzicht te krijgen in de frequentie en ernst van de klacht.
Indicaties voor verder onderzoek zijn:
- Abnormale bevindingen bij het neurologisch onderzoek;
- Continue hoofdpijn zonder andere symptomen;
- Opkomende hoofdpijn bij een inspanning of hoesten;
- Vermoeden van een hersen- of ruggenmerginfectie;
- Hoofdpijn die niet reageert op behandeling;
- Hoofdpijn die een sterke impact heeft op je functioneren en werken;
- Hoge bloeddruk;
- Braken ’s morgens;
- Veranderd patroon van een gekende hoofdpijn;
- Hoofdpijn tijdens de zwangerschap.
In dat geval kan men een bloedonderzoek, een onderzoek van het hersenvocht of een scan van het hoofd overwegen.
Wat kan je zelf doen?
Bij kortdurende hoofdpijn kunnen rust en pijnstillers (paracetamol) verlichting geven.
Ga naar de huisarts als je vaker last hebt van hoofdpijn of je er zorgen over maakt.
Wat kan je arts doen?
De behandeling van hoofdpijn hangt af van de oorzaak. In de richtlijnen over de verschillende hoofdpijnsyndromen vindt u meer uitleg over de specifieke behandelingen.