Wat is het?
Het centrale zenuwstelsel (CZS) bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg.
Hierin kunnen zowel goed- als kwaadaardige tumoren ontstaan.
De oorzaak is onbekend. Stoornissen in het afweersysteem zouden een rol kunnen spelen. Ook bestraling en sommige ziekten zoals neurofibromatose verhogen het risico op een tumor.
Er bestaan wel honderd verschillende soorten gezwellen van het CZS. De meest voorkomende zijn de gliomen, de meningiomen en de neurinomen.
Gliomen ontstaan uit het steunweefsel van het zenuwstelsel, dat instaat voor de voeding en bescherming van het zenuwweefsel.
Meningiomen zijn meestal goedaardige gezwellen van de vliezen rond het CZS. Neurinomen zijn gezwellen van het omhulsel dat rond de zenuwvezels zit.
Ten slotte zijn veel hersen- en ruggenmergtumoren uitzaaiingen van tumoren elders in het lichaam. De prognose varieert heel erg en is afhankelijk van het type tumor en de leeftijd van de patiënt.
Hoe vaak en bij wie komt het voor?
Tumoren van het CZS vormen 3 tot 4% van alle tumoren; hiervan zijn 10% tumoren van het ruggenmerg, en 90% van de hersenen. Ze komen het meeste voor in de vroege kindertijd en na middelbare leeftijd.
Volgens het Belgisch kankerregister worden ongeveer 800 nieuwe gevallen per jaar gevonden.
Bij kinderen zijn hersenkankers, zelfs al zijn ze zeer zeldzaam, de tweede meest voorkomende soort van kanker, na leukemie.
Hoe kan je het herkennen?
Hersentumoren
Van de mensen met een hersentumor ontwikkelt 30 tot 50% epilepsie. Een epileptische aanval zonder voorafgaand ongeval of alcoholmisbruik wordt bij 1 op de 5 mensen veroorzaakt door een tumor.
Je hebt doorgaans last van hoofdpijn, maar dat is zelden de enige klacht. Hoofdpijn kan verschillende oorzaken hebben. Dat kan het stellen van de diagnose bemoeilijken. Bij een hersentumor wordt de hoofdpijn geleidelijk erger, treedt hij op als je ligt, kan hij zo erg zijn dat je er wakker van wordt, en gaat hij gepaard met misselijkheid en braken. De pijn wordt erger wanneer de druk in de hersenen stijgt, bijvoorbeeld bij hoesten of niezen.
Andere symptomen zijn afhankelijk van de plaats van de tumor.
Zo kan in bepaalde spiergroepen spierzwakte optreden, en kan de werking van één of meerdere zintuigen (bijvoorbeeld het zicht) geheel of gedeeltelijk wegvallen.
Een bloeding in het gezwel kan typische klachten geven van een beroerte of CVA (bv. halfzijdige verlamming).
Ten slotte kan ook je karakter en normale manier van doen verstoord zijn. Dat valt dan vooral de omgeving op. Zo kunnen de reacties trager worden, de aandacht verminderen, een afwezige houding optreden en de concentratie verstoord zijn. Soms verandert ook de stemming en wordt men onverschillig, lusteloos of snel kwaad.
Ruggenmergtumoren
Bij ruggenmergtumoren krijgen we vooral te maken met motorische of sensibele uitval.
Motorische uitval kenmerkt zich door spierverlamming. Hierdoor zijn bepaalde bewegingen moeilijk of zelfs onmogelijk.
Bij sensibele uitval is het gevoel (tast, warmte en koude, pijn, druk…) aangetast.
Uitzaaiingen
Bij uitzaaiingen kan je ook de symptomen van een tumor elders in het lichaam hebben. Vaak gaat het om een long- of borsttumor.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
De diagnose is in het begin niet altijd duidelijk. De arts zal aan een tumor denken wanneer de klachten geleidelijk verergeren en niet verbeteren met de ingestelde behandeling.
Tijdens de bevraging en het neurologisch onderzoek valt een combinatie van afwijkingen op.
Wordt op basis daarvan een tumor vermoed, dan word je verwezen naar een neuroloog.
Verder onderzoek omvat een MRI en in noodgeval een CT-scan.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
De behandeling gebeurt altijd in een gespecialiseerde ziekenhuisafdeling.
Vaak is het nodig om eerst de druk in de hersenen te verminderen met sterke vochtafdrijvende middelen en hoge dosissen cortisone.
Daarna wordt het gezwel, indien nodig, operatief verwijderd. Het succes van de ingreep hangt af van de aard, juiste plaats, omvang en het groeipatroon van de tumor, maar ook van de leeftijd en algemene conditie van de patiënt.
Gezwellen aan de buitenkant zijn gemakkelijker bereikbaar, maar hoe centraler de tumor gelegen is, hoe moeilijker het is om hem volledig te verwijderen. Daarom worden soms ook andere behandelingen ingezet, zoals bestraling of chemo. Dat is bijna altijd het geval bij uitzaaiingen. De ligging van ruggenmergtumoren is meestal gunstig. Ze kunnen dikwijls met succes verwijderd worden.
Bij een goede prognose word je doorgestuurd voor gespecialiseerde revalidatie onder begeleiding van een kinesitherapeut en een ergotherapeut. Een ergotherapeut helpt mensen met een beperking in het dagelijks handelen. De tumor en de behandeling geven namelijk vaak aanleiding tot bewegings-, gevoels- of concentratiestoornissen.
Nam je voor de ingreep medicatie in voor epilepsie, dan wordt die na verwijdering van de tumor best verdergezet.
Na de behandeling heb je gedurende enkele jaren een nauwgezette opvolging nodig met regelmatige controles bij de specialist om herval vroegtijdig te kunnen vaststellen. Dit is meestal het geval wanneer er nieuwe klachten optreden of wanneer bestaande klachten verergeren.
Psychologische begeleiding
Kanker heeft een grote impact op je leven en hoe je je voelt. Heb je nood aan psychologische begeleiding? Klik dan hier voor meer informatie.
Meer weten?
- Brochure hersentumoren UZ Leuven
- https://www.kanker.be/alles-over-kanker/alle-types-kanker/hersenkanker