Wat is het?
Een gezwel in de nek kan goedaardig (zwelling van de lymfeklieren door infectie, cyste…) of kwaadaardig (vb. lymfeklierkanker) zijn. Om hiertussen een onderscheid te maken, houdt men steeds rekening met mogelijke symptomen van een infectie, leeftijd en plaats van het gezwel.
Na een acute infectie kunnen de lymfeklieren langs beide kanten vergroot zijn. Deze zwelling verdwijnt na een tijd vanzelf.
Deze richtlijn bespreekt enkel de gezwellen die na 2 tot 4 weken nog steeds aanwezig zijn of zonder duidelijk verband met bepaalde infecties.
Hoe kun je het herkennen?
Je kunt een gezwel toevallig ontdekken of omdat je klachten hebt zoals koorts, pijn, slikmoeilijkheden of heesheid.
Bij kinderen en adolescenten zijn gezwollen klieren vaak het gevolg van een infectie zoals een keelontsteking, klierkoorts of toxoplasmose. Doorgaans zijn er dan ook andere symptomen: koorts, moeheid, gebrek aan eetlust, slikklachten…
Vergrote lymfeklieren langs beide kanten, in de hoeken van de onderkaak, komen vaak voor en vragen zelden verder onderzoek.
Vooraan in de hals ter hoogte van de spieren kunnen ook cysten voorkomen, gevuld met (half)vloeibaar materiaal. Ze voelen gespannen aan, maar geven mee als je erop drukt.
Misvormingen van het lymfestelsel zijn zeldzaam en voelen eerder aan als een deegachtige massa.
Tumoren op die leeftijd komen weinig voor, maar als ze voorkomen zijn ze vaker kwaadaardig dan goedaardig. Een tumor is meestal onregelmatig van vorm en voelt heel hard aan, want bestaat uit vast weefsel.
Ook een jonge volwassene (tot 40 jaar) kan klierzwellingen hebben ten gevolge van een infectie.
Cysten in de hals verschijnen doorgaans niet voor de vroege volwassenheid.
Tumoren komen in die leeftijdsgroep vaker voor. De meeste tumoren in de speekselklieren en schildklier zijn goedaardig. Sommige zijn echter kwaadaardig en zijn een vorm van klierkanker, kanker van de schildklier of van de speekselklier en soms uitzaaiingen van hoofd- of nekkanker. Speekselklieren voel je meestal onder en achter de onderkaak; schildkliergezwellen zitten eerder vooraan in de hals.
Een gezwel in de nek bij volwassenen (ouder dan 40 jaar) kan duiden op kanker. Een groot deel van de gezwellen buiten het schildklier- of speekselkliergebied zijn kwaadaardig; vaak gaat het om uitzaaiingen van tumoren op andere plaatsen.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Je arts zal eerst grondig je klachten bevragen. Belangrijke elementen zijn moeilijkheden of pijn bij slikken, heesheid, plaatselijke pijn, eerdere kankers, contact met dieren (om bepaalde infecties uit te sluiten) en algemene klachten als koorts, vermoeidheid, gewichtsverlies, verminderde eetlust en nachtelijk zweten.
Daarna zal de arts in functie van je klachten je nek, gezicht en eventueel neus-keel-oorgebied onderzoeken. Indien nodig zal hij ook andere lymfeklieren controleren (in de oksels, liezen, zone boven het sleutelbeen...).
Worden er gezwellen én vergrote lymfeklieren vastgesteld in combinatie met een keelinfectie, dan wacht men doorgaans een maand af vooraleer verder onderzoek te plannen. Gezwellen met een diameter van minder dan 2 cm bij kinderen en adolescenten worden opgevolgd tot ze krimpen of verdwenen zijn.
Zijn er duidelijke abnormaliteiten of is er onzekerheid over de aard van het gezwel, dan zal je arts je doorverwijzen voor medische beeldvorming (echografie). Er gebeurt dan vaak ook een fijne naaldbiopsie. Hierbij wordt een stukje weefsel uit het gezwel weggenomen voor verder onderzoek. Deze onderzoeken geven echter vrij vaak vals-negatieve resultaten. Dat betekent dat het onderzoek niets uitwijst, terwijl er wel degelijk een kwaadaardig gezwel is. Daarom kan men ook onmiddellijk kiezen voor een heelkundige verwijdering. Andere onderzoeken gebeuren enkel indien noodzakelijk en meestal na onderzoek door een specialist.
Wat kun je zelf doen?
Als je zelf ergens een gezwel opmerkt dat niet verdwijnt of waarover je je zorgen maakt, neem je best contact op met je huisarts.
Wat kan je arts doen?
Zodra de oorzaak van het gezwel bekend is, zal de arts met jou een eventuele behandeling bespreken. De behandeling hangt uiteraard af van de oorzaak.
Als de zwelling na de behandeling niet verdwijnt, word je doorverwezen voor verder onderzoek.
Doorgaans opteert de arts voor voor heelkundige verwijdering en onderzoek van het gezwel.