Wat is het?
Een vreemd voorwerp in de luchtwegen is een element dat daar niet thuishoort, dat kan vastraken en de luchtpijpen verstoppen. Doordat de ademhaling belemmerd wordt, raakt er geen zuurstof meer in het bloed. Het vreemd voorwerp kan de luchtpijpen ook doen ontsteken, waardoor de luchtwegen zwellen (door vochtafscheiding en samentrekking) en ademhalen nog moeilijker wordt. Als je in paniek raakt, kan je beginnen hyperventileren. Dit is snel ademhalen, maar met een inefficiënte ademhalingstechniek. Hierdoor treden in het ergste geval verstikkingsverschijnselen op, met een shock als mogelijk gevolg. Overlijden als gevolg van verstikking is het slechtst denkbare, maar gelukkig heel zeldzame scenario.
Meestal is het vreemd voorwerp een voedselbrok. Bij kinderen kan het ook een stukje speelgoed zijn.
Een vreemd voorwerp in de luchtwegen komt het meest voor bij kinderen jonger dan 10 jaar, in het bijzonder in het tweede levensjaar.
Hoe kan je het herkennen?
Iemand die zich verslikt, is heel herkenbaar. De ademhaling wordt belemmerd, de persoon in kwestie wordt blauw, begint hevig te hoesten, raakt eventueel in paniek en begint te hyperventileren. Dit laatste is echter niet efficiënt, omdat het de luchtstroom hindert. Als er te lang te weinig zuurstof in het bloed komt, kan de persoon flauwvallen en het bewustzijn verliezen.
Bij jonge kinderen (tussen 2 en 10 jaar) kan soms een klein vreemd voorwerp in diepe luchtwegen raken, bijv. een voedselbrok of klein stukje plastic. De eerste reactie is vaak een hevige hoestbui. Soms wordt het kind zelfs blauw. Opvallend is dat er nadien enkele uren tot dagen geen klachten waarneembaar zijn. Nadien ontwikkelt het kind een ernstige longontsteking. Daarom geldt de regel dat kindjes die een hevige hoestbui doormaken zonder duidelijke oorzaak (bijv. infectie met evt. koorts) en moeite hebben met ademen, een vreemd voorwerp in de luchtwegen kunnen hebben.
Wat kan je zelf doen?
Als iemand zich verslikt, zijn de eerste momenten levensbelangrijk. Alerte omstaanders met minimale kennis van eerste hulpverlening kunnen veel problemen voorkomen. We geven hier een samenvatting van wat je kan doen. Meer informatie, opleiding en oefening kun je steeds vinden in goede EHBO-opleidingen of bij de lokale afdeling van het Rode Kruis.
Tracht eerst en vooral de ernst van de situatie in te schatten door te observeren hoe de persoon hoest. Bij een ernstige luchtwegverstopping is hoesten onmogelijk of niet efficiënt. Bij een milde verstopping lukt hoesten goed en is de patiënt bij bewustzijn.
Hou volgende regels in acht:
- Bij de minste twijfel: vraag advies op het noodnummer 112. Zeg wie je bent, waar je je exact bevindt en wat de situatie is.
- Is de persoon bewusteloos: start basisreanimatie. Ga na of je het vreemd voorwerp uit de mond of keel kan verwijderen. Nadien begin je met reanimeren, door de borstkas in te drukken op de juiste manier: 30 keer indrukken, 2 keer beademen.
- Is de persoon nog bij bewustzijn, maar niet in staat om te hoesten, volg dan onderstaand regels:
- Ga aan de zijkant en iets achter de persoon staan, leun zijn bovenlichaam goed naar voren, zodat het hoofd lager dan het middel komt, en ondersteun tegelijkertijd de borst met je andere arm.
- Geef vijf harde slagen tussen de schouderbladen met de hiel van je andere hand.
- Controleer na elke klap of het vreemde voorwerp is losgeraakt en de luchtwegobstructie is opgeheven. Als de persoon nog bij bewustzijn is en in staat om te hoesten, blijf er dan bij en moedig hem aan om te hoesten.
- Als de slagen op de rug niet lijken te werken, kun je bij volwassen personen die bij bewustzijn zijn het Heimlich-manoeuvre toepassen. Ga achter de persoon staan, omarm hem of haar, maak een vuist en geef 5 stoten in de buik. Doe dit nooit bij kinderen, want zo kan je organen beschadigen. Laat deze reanimatie zo snel mogelijk aan professionals over.
Bij zuigelingen ouder dan een jaar gelden ongeveer dezelfde regels. Leg het kind op je handpalm en geef kleine klopjes op de rug tussen de schouderbladen. Richt het hoofdje naar beneden. Op die manier kan de zwaartekracht ook een handje helpen.
Wat kan je arts doen?
Iedere getrainde hulpverlener (arts, verpleegkundige, kinesitherapeut, ambulancier…) krijgt een opleiding over hulp bij een vreemd voorwerp in de luchtwegen en is in staat het probleem snel en goed in te schatten en te benaderen.
In eerste instantie zal de hulpverlener dezelfde regels toepassen als hierboven beschreven. Met speciale instrumenten kan hij proberen de luchtpijp te bekijken en proberen het vreemd voorwerp te verwijderen, als het zich tenminste hoog in de luchtwegen bevindt (de mond, de keel en eventueel de bovenste luchtpijp). Om een goede ademhaling te vrijwaren, zal de hulpverlener proberen een goede doorgang te voorzien. Dit noemt men intuberen. Als intubatie niet lukt, bestaat er een techniek waarbij de zorgverlener met een dikke naald een gaatje maakt in de luchtpijp via de keel. Hij steekt een naald direct in de luchtpijp, net onder het schildklierkraakbeen (het bolletje in de keel dat uitwendig goed zichtbaar is). Het spreekt voor zich dat enkel getrainde hulpverleners dit mogen doen. Uitzonderlijk kan de hulpverlener ook een sneetje maken in de luchtpijp en via die holte lucht inblazen.
Als er een klein vreemd voorwerp in de lage luchtwegen verzeild raakt (de longen zelf of de diepe luchtpijpen) kan de arts een longfoto laten nemen. Hierop ziet men echter helaas niet alles. De beste manier om de luchtpijpen volledig te bekijken is d.m.v. een bronchoscopie. Dit is een flexibele camera die de arts inbrengt in de keel om de volledige luchtweg te filmen. Langs de flexibele kabel kan hij een klein tangetje inbrengen, waarmee hij indien nodig een stukje uit de luchtwegen kan halen.
Meer weten?
- https://www.kindengezin.be/veiligheid/ehbo/verslikken/
- https://www.rodekruis.nl/ehbo-wat-te-doen-bij/ernstige-verslikking/