Wat is het?
Adolescentie verwijst naar de ontwikkelingsfase tussen de kindertijd en de volwassenheid, waarbij de jongere lichamelijk en geestelijk uitgroeit tot een autonome volwassene. Het is de periode waarin het kind fysiek en mentaal zelfstandig leert functioneren, zich losmaakt van zijn ouders en zijn eigen identiteit opbouwt. De jongere wordt zich ook bewust van zijn seksuele identiteit. De leeftijdscategorie die beschouwd wordt als de adolescentie verschilt per cultuur: tussen 13 en 24 jaar in de Verenigde Staten, tussen 10 en 20 jaar volgens de Wereldgezondheidsorganisatie.
Een langdurige ziekte is een ziekte die meer dan 2 maanden duurt. Deze kan ofwel genezen, ofwel chronisch worden. Enkele voorbeelden van chronische aandoeningen die adolescenten kunnen treffen zijn o.a. diabetes, reuma, epilepsie, astma, kanker, evenals trauma's die het lichaam blijvend beschadigen.
De puberteit en een chronische aandoening tezelfdertijd ervaren is belastend. De mentale en fysieke veranderingen eigen aan de adolescentie zullen een invloed hebben op de aandoening, en omgekeerd.
Wat is de invloed van chronische aandoeningen op de mentale en fysieke ontwikkeling van de adolescent?
Verschillende langdurige ziekten veroorzaken vertraging in de groei en van de puberteit.
Adolescenten zijn, in tegenstelling tot kinderen, in staat om de werkelijke aard van hun ziekte te begrijpen, bv. hoe de aandoening hun functionele capaciteit, beroepskeuzes of vruchtbaarheid aantast.
Adolescenten kunnen door hun aandoening gedwongen afhankelijk worden van hun ouders en specialisten. Dit botst met de ontwikkelingsfase waarin ze zich op dat ogenblik bevinden, namelijk de groei naar autonomie. Ze moeten zich ook aanpassen aan herhaalde behandelingen, mogelijk chronisch medicatiegebruik en soms lastige functionele beperkingen. De afhankelijkheid van anderen en de moeite om de beperkingen te aanvaarden, creëren vaak samenwerkingsproblemen tussen adolescenten en verplegend personeel.
Adolescenten met een chronische aandoening ervaren dat zij in het actieve leven anders zijn en kunnen dat mentaal moeilijk verwerken. Relaties met leeftijdsgenoten kunnen hierdoor verslechteren. Mentale reacties zijn voornamelijk aanpassingsproblemen en depressieve gevoelens, waarvan de ernst varieert. De adolescenten zijn niet geestelijk ziek als ze verdrietig of licht depressief worden, of rebelleren tegen de behandeling. Als hun gedrag hun gezondheid in gevaar brengt, is overleg met een jeugdpsychiater gerechtvaardigd. Er kunnen immers zeer ernstige psychische klachten optreden, zoals zelfmoordpogingen.
Wat kan men eraan doen?
Praat op een realistische, nadrukkelijke, open en zorgzame manier met adolescenten, ter aanvulling op de juiste behandeling van de onderliggende aandoening.
Adolescenten zullen beter reageren op de stress die ze ervaren als ze zich gesteund voelen, kunnen praten over de bedreigingen gepaard met hun aandoening, en een realistisch inzicht kunnen verwerven in de aandoening als onderdeel van zichzelf. Dit zal hen toelaten om vertrouwen te hebben in de toekomst.
Dankzij een stabiele relatie met een persoonlijke arts kunnen jonge patiënten snel hulp inroepen als ze dat wensen. Besteed hier aandacht aan wanneer jongeren van een kinderarts naar andere specialisten doorverwezen worden voor hun behandeling.
Meer weten?
https://www.watwat.be/ziek-zijn