Wat is het?
De carpale tunnel ligt aan de handpalmzijde van je pols. De tunnel is een doorgang voor zenuwen en pezen die van je onderarm naar je hand lopen.
Soms wordt de carpale tunnel langzaam te nauw. Dan geraakt je middenhandszenuw (nervus medianus) gekneld (zie afbeelding onder). Dat veroorzaakt klachten in je hand, die we het carpaletunnelsyndroom (CTS) noemen.
Lees verder onder de afbeelding
Uitlokkende factoren
Volgende factoren kunnen carpaletunnelsyndroom (CTS) uitlokken:
- overgewicht;
- reumatoïde artritis;
- diabetes;
- nierziekten;
- te traag werkende schildklier (hypothyreoïdie);
- polsbreuk;
- zwangerschap.
- Na de bevalling verdwijnt het meestal spontaan.
Beroepsziekte
Carpaletunnelsyndroom kan ook een beroepsziekte zijn. Repetitieve en krachtige bewegingen op je werk zijn een risicofactor om CTS te ontwikkelen. Voorbeelden zijn:
- hameren;
- wringen (bij het poetsen);
- trillingen;
- polshoudingen die afwijken van een neutrale positie.
Hoe vaak en bij wie komt het voor?
- In de algemene bevolking komt CTS voor bij ongeveer:
- 90 op 1.000 vrouwen;
- 6 op 1.000 mannen1.
- In ongeveer een derde van de gevallen komt de aandoening aan beide handen voor.
- Carpaletunnelsyndroom komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Vooral in de leeftijdscategorie van 40 tot 60 jaar, maar ook vaak bij ouderen.
Hoe kan je het herkennen?
- Bij het carpaletunnelsyndroom heb je last van:
- pijn;
- tintelingen en/of een doof gevoel in:
- je duim;
- je wijsvinger;
- je middelvinger;
- de helft van je ringvinger.
- De klachten komen vooral ’s nachts op.
- Vaak helpt het om met je handen te schudden.
- Soms breidt de pijn uit tot in je hele onderarm.
- De tintelingen blijven meestal wel beperkt tot de palmzijde van je hand en je vingers, en tot je vingertoppen aan de rugzijde.
- In een later stadium heb je last van spierzwakte, vooral in je duimen.
- De dikte van je duimspieren kan afnemen.
- Fijn gecoördineerde activiteiten, zoals knopen vastmaken, kunnen moeilijker worden.
- Is de spierzwakte ernstig en wordt het niet behandeld? Dan kunnen de afwijkingen blijvend zijn.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Bevraging en lichamelijk onderzoek
Je arts:
- stelt je vragen over je klachten;
- onderzoekt je;
- voert enkele tests uit die de klachten uitlokken.
Elektroneuromyografie (EMG)
Soms verwijst je arts je door voor een elektroneuromyografie of EMG. Dat is een test die de functie van je spieren en zenuwbanen kan meten.
Een EMG kan:
- de diagnose bevestigen;
- uitmaken of een ingreep nodig is;
- De behandeling die je krijgt, hangt af van de ernst van de vastgestelde afwijkingen.
- zekerheid geven over de plaats waar de zenuw gekneld zit.
- Het kan immers ook voorkomen ter hoogte van je halswervels of je elleboog.
Wat kan je zelf doen?
Verlichting van je klachten
Beweeg je handen met tussenpozen zonder ze te veel te belasten. Dat kan (tijdelijk) verlichting geven. Je kan bijvoorbeeld:
- je polsen buigen en strekken;
- een vuist maken;
- je vingers strekken en spreiden;
- met je handen wapperen.
Uitlokkende factoren vermijden
- De symptomen verdwijnen meestal wanneer de uitlokkende factor wegvalt.
- Dat is bijvoorbeeld wanneer je ondertussen bevallen bent of de werkdruk verminderd is.
- Het kan helpen om de factoren die je fysiek belasten op je werk aan te pakken. Je kan onder meer:
- een technische oplossing bedenken;
- je werktaken herschikken.
Wat kan je arts doen?
Als je last hebt van het carpaletunnelsyndroom, dan zijn er verschillende mogelijkheden. Samen met je arts kan je bespreken welke optie het best past voor jou.
Afwachten
- Bij een kwart van de mensen met het carpaletunnelsyndroom verdwijnen de klachten zonder behandeling binnen één jaar.
- Bij de helft veranderen de klachten weinig.
- Bij een kwart nemen de klachten toe1.
Inspuiting
Je huisarts kan je een inspuiting met cortisone in je pols geven.
- Ben je zwanger en heb je ernstige symptomen? Dan kan je arts dit ook overwegen.
- Is er geen of weinig verbetering? Dan kan je na 2 of 3 weken eventueel een tweede inspuiting krijgen.
- Helpt ook die inspuiting niet? Dan hebben meer injecties geen zin.
Spalk
Heb je lichte tot milde klachten van CTS? Dan kan je een nachtspalk gebruiken.
- Zo vermijd je dat je je pols buigt wanneer je slaapt.
- Na 4 weken moeten je klachten duidelijk verminderd zijn.
- Is er na 6 weken geen verbetering? Dan heeft het geen zin om deze behandeling voort te zetten.
Operatie
Bij een ingreep snijdt een arts het carpale ligament door, waaronder de zenuw gekneld zit. Zo’n operatie kan nodig zijn als:
- bovenstaande behandelingen niet helpen;
- je klachten verergeren;
- het EMG-onderzoek duidelijke afwijkingen aantoont;
- je last hebt van spierzwakte.
In gevorderde gevallen kan het een jaar duren voor het gevoel en de kracht terugkeren. Soms blijft het herstel zelfs uit.
Wat kan je samen met je kinesitherapeut doen?
Een kinesitherapeut opgeleid in handtherapie kan je:
- advies geven over:
- je dagelijkse handelingen;
- hoe je je belasting beperkt en je handelingen het best aanpast;
- hoe je je werk anders kan aanpakken;
- welke oefeningen je kan uitvoeren.
- begeleiden:
- tijdens de conservatieve behandeling3:
- met als doel:
- je pijn te verminderen;
- je handfunctie en zenuwgeleiding te verbeteren.
- bij het dragen van een spalk (zie boven);
- door je revalidatietechnieken4 voor te stellen, gebaseerd op de mobilisatie van:
- de zachte weefsels;
- de middelste armzenuw.
- met als doel:
- tijdens de revalidatie na een (eventuele) operatie.
- tijdens de conservatieve behandeling3:
Meer weten?
Bronnen
- https://www.ebpnet.be
- 1 https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/hand-en-polsklachten
- 2 https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/hand-en-polsklachten#volledige-tekst-beleid-bij-carpaletunnelsyndroom
- 3 Jiménez-Del-Barrio, S., Cadellans-Arróniz, A., Luis Ceballos-Laita, ·, Estébanez-De-Miguel, E., Carles López-De-Celis, ·, Bueno-Gracia, E., … Cat, A. (n.d.). The effectiveness of manual therapy on pain, physical function, and nerve conduction studies in carpal tunnel syndrome patients: a systematic review and meta-analysis. 1, 3. https://doi.org/10.1007/s00264-021-05272-2
- 4 Núñez de Arenas-Arroyo, S., Cavero-Redondo, I., Torres-Costoso, A., Reina-Gutiérrez, S., Álvarez-Bueno, C., & Martínez-Vizcaíno, V. (2021). Short-term Effects of Neurodynamic Techniques for Treating Carpal Tunnel Syndrome: A Systematic Review With Meta-analysis. Journal of Orthopaedic & Sports Physical Therapy, 51(12), 566–580. https://doi.org/10.2519/JOSPT.2021.10533