Wat is het?
Voorkamerflutter is een hartritmestoornis die lijkt op voorkamerfibrillatie. De hartslag blijft bij flutter echter regelmatig. Terwijl die bij voorkamerfibrillatie onregelmatig is.
Bij voorkamerflutter trekken de voorkamers van het hart zeer snel samen, tot wel 300 keer per minuut. Normaal wordt in de rechtervoorkamer een kleine elektrische stroom opgewekt die zich verspreidt over de hartspier en een samentrekking uitlokt. Bij voorkamerflutter komen die stroomstootjes te veel en te snel na elkaar, terwijl slechts een deel ervan wordt doorgelaten naar de hartkamerspieren. Met andere woorden de voorkamers trekken dus veel te snel samen, maar de kamers volgen niet.
Voorkamerflutter kan zomaar ontstaan, maar dat gebeurt zelden. Veel vaker is het een gevolg van een onderliggende aandoening zoals een hartinfarct, een te snel werkende schildklier (hyperthyreoïdie) of een aangeboren hartafwijking (gaatje in het tussenschot tussen rechter- en linkervoorkamer van het hart).
Het kan vanzelf verdwijnen, maar ook overgaan in voorkamerfibrillatie. Het grote verschil tussen beide hartritmestoornissen is dat de voorkamers bij voorkamerflutter heel snel maar regelmatig samentrekken, terwijl dat bij voorkamerfibrillatie totaal chaotisch verloopt.
Hoe kun je het herkennen?
Je kunt volgende klachten hebben:
- hartkloppingen,
- vermoeidheid,
- duizeligheid,
- neiging om flauw te vallen,
- kortademigheid,
- drukgevoel op de borst.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Als je hartkloppingen hebt, zal je arts een hartfilmpje (ECG) maken. De diagnose wordt gesteld op basis van het zeer typische zaagtandpatroon.
Wat kan je arts doen?
Je zult steeds verwezen worden naar een hartspecialist (cardioloog).
Acute behandeling
Eerste doel van de behandeling is het normale hartritme herstellen. Dat kan door een elektrische cardioversie. Onder een korte algemene verdoving krijg je dan een elektrische stroomstoot door het hart gestuurd.
Heb je de stoornis maar sinds kort (minder dan 30 dagen), dan kan een cardioversie worden geprobeerd met geneesmiddelen. In 60% van de gevallen bekomt men hiermee opnieuw een normaal hartritme.
Preventieve behandeling
Het doel van een preventieve behandeling is om na een succesvolle acute behandeling herval te voorkomen. De gewone geneesmiddelen tegen hartritmestoornissen, zoals voorkamerfibrillatie, komen hier niet in aanmerking. Ze hebben immers een beperkt effect en kunnen aanleiding geven tot ernstige bijwerkingen.
Recent wordt ablatie als definitieve oplossing naar voor geschoven. Bij ablatie brandt men het stukje hartweefsel dat de ritmestoornis veroorzaakt, weg. Bij een geslaagde procedure is er minder dan 10% herval.
Voorkamerflutter verhoogt de kans op vorming van bloedklonters, en dus op een beroerte. Daarom wordt preventief een antistollingsbehandeling voorgeschreven. Bij laag risico is dat een lage dosis aspirine; bij hoog risico (diabetes, hoge bloeddruk, hartziekte, beroertes bij een familielid…) zijn dan bloedverdunners. De arts weegt hierbij het risico op bloeding zorgvuldig af tegen het voordeel van de preventie van beroertes.