Wat is chemotherapie?
Cytostatica zijn geneesmiddelen die gebruikt worden bij chemotherapie (kortweg chemo). Ze vernietigen kankercellen of remmen hun groei, waardoor ze uiteindelijk afsterven.
Wat zijn bijwerkingen van chemotherapie?
Cytostatica gaan gepaard met een hele reeks bijwerkingen. Deze bijwerkingen komen regelmatig voor:
- vermoeidheid;
- minder goede conditie door verlies aan spiermassa;
- misselijkheid en overgeven;
- haaruitval;
- tijdelijk tekort aan rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes;
- diarree;
- verstopping van de darmen (constipatie);
- problemen met mond, keel en tandvlees;
- verandering in gewicht: bijkomen of afvallen;
- veranderingen in de menstruatie;
- veranderingen in reuk en smaak;
- aantasting van de zenuwen (neuropathie).
Sommige bijwerkingen treden onmiddellijk op, andere pas dagen tot weken na de chemo.
Waar komen die bijwerkingen vandaan?
Cytostatica kunnen vaak onvoldoende onderscheid maken tussen kwaadaardige en gezonde cellen. Naast kankercellen tasten ze dus vaak ook gezonde cellen aan, zoals bloedcellen, haren, het maag-darmstelsel, zenuwen, niercellen, levercellen, de hartspier, de huid, enzovoort.
Chemotherapie kan ook een miskraam uitlokken en afwijkingen veroorzaken bij het ongeboren kind.
Ernstige bijwerkingen betekenen absoluut niet dat de chemotherapie goed aanslaat. Het is geen graadmeter voor het succes van de behandeling.
Bij wie komen bijwerkingen voor?
De bijwerkingen zijn afhankelijk van het type cytostatica dat je krijgt en verschillen van persoon tot persoon. Sommige mensen hebben bijna geen last van de behandeling, terwijl andere er doodziek van zijn.
Wat kan je zelf doen?
- Je kan op vraag van je arts een dagboek bijhouden van de bijwerkingen. Zo heeft die meer inzicht in de ernst en frequentie ervan.
- Medicatie, voeding en beweging kunnen de bijwerkingen verzachten of verhelpen (zie Wat kan je arts of zorgverlener doen?).
- Haaruitval kan je maskeren met een pruik. Na de behandeling groeit het haar spontaan terug. Na drie tot vier maanden hoef je de pruik niet meer te dragen.
Wanneer moet je naar de dokter?
Raadpleeg meteen een arts bij deze alarmsignalen:
- Tekenen van infecties:
- koorts boven de 38°C;
- rillingen;
- branderig gevoel bij het plassen;
- pijnlijke uitslag in de mond;
- keelpijn.
Je weerstand tegen infecties kan door de kanker fel verminderd zijn. De chemotherapie kan bovendien de witte bloedcellen vernietigen, waardoor je weerstand verder afneemt. Infecties kunnen daardoor uitzonderlijk ernstig zijn en moeten daarom onmiddellijk behandeld worden.
- Andere alarmsignalen:
- kortademigheid;
- wondjes die langer dan een halfuur bloeden;
- spontane blauwe plekken;
- bloed in de urine of de stoelgang;
- zwelling van de arm aan de kant van de katheter.
Ook bij deze aanhoudende klachten neem je best contact op met je arts:
- braken langer dan 24 uur;
- diarree langer dan 48 uur;
- constipatie langer dan 3 dagen;
- plotse huiduitslag.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Je arts probeert de bijwerkingen te beperken:
- Bij een tekort aan witte bloedcellen krijg je geneesmiddelen die de aanmaak van witte bloedcellen stimuleren. In extreme gevallen kan een beenmerg- of stamceltransfusie nodig zijn.
- een tekort aan bloedplaatjes herstelt meestal spontaan. Indien nodig kan je transfusies met bloedplaatjes krijgen.
- Een tekort aan rode bloedcellen veroorzaakt bloedarmoede. Je krijgt dan bloedtransfusies. Je krijgt ook epo om de aanmaak van rode bloedcellen te stimuleren.
- Er bestaan medicijnen die misselijkheid en overgeven bij chemotherapie kunnen verminderen of voorkomen.
- bij constipatie kunnen bepaalde laxeermiddelen zinvol zijn.
Bij ernstige bijwerkingen kan het nodig zijn om het type chemotherapie of de dosis aan te passen.
Voeding
Heb je last van:
- misselijkheid en overgeven?
- diarree en verstopping van de darmen?
- problemen met mond, keel en tandvlees?
- gewichtstoename of -afname?
- veranderingen in reuk en smaak?
Die klachten kan je verminderen door je voeding aan te passen. Voor tips kan je terecht bij een gespecialiseerde oncologische diëtist.
Beweging
Bewegen heeft heel wat voordelen:
- Het helpt om de chemotherapie beter te doorstaan en de behandeling vol te houden.
- Het heeft een positief effect op bepaalde bijwerkingen, zoals misselijkheid en pijn.
- Het helpt om de spiermassa op peil te houden.
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het veilig is om te bewegen als je kanker hebt. Maar de activiteit moet afgestemd zijn op wat je aankan. Er wordt dus niet alleen rekening gehouden met hoe fit je bent, maar ook met het soort kanker en mogelijke bijwerkingen van je behandeling. Op basis daarvan kan een beweegplan opgesteld worden. Een kinesist of beweegcoach kan je daarin begeleiden.
Meer weten?
- Op de website van UZ Leuven lees je meer over chemotherapie en de bijwerkingen.
- Ook op kanker.nl vind je uitgebreide informatie over bijwerkingen.
- Info over bewegen bij en na kanker.
Bronnen
- www.ebpnet.be
- Het Farmacotherapeutisch Kompas. Metoclopramide.
- Het Farmacotherapeutisch Kompas. Ondansetron.
- Dommerholt J. Voeding bij kanker.
- Lichaamsbeweging bij de preventie en de behandeling van ziektes (samenvatting). EUPAP. 2019. Te raadplegen op www.bewegenopverwijzing.be.
- Toxicities of Chemotherapeutic Agents. Dynamed. EBSCO Information Services. Apr 2024.