In het nieuws
Op 3 september lazen we in Het Laatste Nieuws dat een nieuw onderzoek heeft aangetoond dat smartphones de kans op hersentumoren niet verhogen. Dat is een bevestiging van eerdere studies. Het onderzoek werd uitgevoerd door het Australische agentschap voor stralingsbescherming in opdracht van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Momenteel gebruikt het IARC (het WHO-agentschap dat onderzoek doet naar kanker) nog de verouderde classificatie ‘mogelijk kankerverwekkend’.
Conclusie
Het verband tussen mobiele telefoons en kanker is een van de meest onderzochte onderwerpen in de gezondheidszorg. Een nieuw grootschalig onderzoek analyseerde duizenden studies, vergeleek de conclusies van de meest kwaliteitsvolle studies en kwam tot een eenduidig besluit: er is geen verhoogd risico. Een hele geruststelling dus. Het IARC zou de classificatie uit 2011 dan ook moeten aanpassen.
Lees verder »Waar komt dit nieuws vandaan?
Het WHO heeft aan de expertengroep van het Australian Radiation Protection and Nuclear Safety Agency (ARPANSA) gevraagd om een grootschalig onderzoek uit te voeren naar een link tussen het gebruik van mobiele telefoons en het voorkomen van hersentumoren. ARPANSA bekeek daarvoor meer dan 5.000 studies tussen 1994 en 2022, selecteerde daaruit 63 studies die voldoende wetenschappelijk kwalitatief waren en vergeleek de resultaten. Hun conclusie bevestigt eerdere bevindingen van andere wetenschappelijke instellingen en onderzoeksgroepen.
Het gerucht dat de elektromagnetische straling van mobiele telefoons kanker zou veroorzaken doet al de ronde sinds de jaren 90, toen ze op de markt verschenen. Hoewel talloze studies de afgelopen decennia hebben aangetoond dat er geen verband is, blijft dit gerucht op sociale media en elders circuleren, vaak door misverstanden.
Een belangrijke reden is dat het IARC (het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek, een dochterorganisatie van het WHO) het gebruik van mobieltjes sinds 2011 als ‘mogelijk kankerverwekkend’ beschouwt. Deze studie van ARPANSA toont nogmaals aan dat die classificatie geüpdatet moet worden.
Bron
Hoe moet je dit nieuws interpreteren?
Onderzoek van ARPANSA en andere instellingen
ARPANSA verzamelde de gegevens van 63 studies die de risico’s op kankergezwellen onderzochten in relatie tot 3 types elektromagnetische straling die in het dagelijks leven voorkomen (2):
- het gebruik van een mobiele telefoon of andere apparaten die radiofrequente straling produceren als je ze tegen je hoofd houdt;
- radiofrequente straling afkomstig van vaste zendlocaties, zoals zendmasten en wifi-routers. Deze straling verspreidt zich over een groter gebied en kan je hele lichaam bereiken, maar is over het algemeen zwakker omdat de zenders verder weg staan.
- apparatuur zoals walkietalkies, handbediende zenders of andere toestellen waarvan de straling van zowel dichtbij als veraf kan worden ervaren, afhankelijk van de afstand bij het gebruik.
Er was specifieke aandacht voor studies die zich richten op belangrijke, veelvoorkomende soorten tumoren, zoals hersenkanker en bloedkankers.
De conclusie:
- Voor alle drie types stralingsbronnen is er geen verhoogd risico op kankervorming.
- Zelfs niet als je rekening houdt met de toename van mobiel gebruik in de afgelopen twintig jaar.
- Ook niet bij mensen die hun mobiele telefoon intensief en voor langere periodes gebruikten.
Dat is een bevestiging van de conclusies uit eerdere grootschalige studies (3).
Classificatie en onderzoek van het IARC
Het IARC brengt internationale experts samen om te beoordelen of een stof kankerverwekkend is. Ze doen dat op basis van wetenschappelijk bewijs, zoals studies en onderzoek met proefdieren. Ze maken een onderscheid tussen vijf groepen:
- kankerverwekkend (1);
- waarschijnlijk kankerverwekkend (2A);
- mogelijk kankerverwekkend (2B);
- niet classificeerbaar wat betreft kankerverwekkendheid (3);
- waarschijnlijk niet kankerverwekkend (4) (deze categorie wordt zelden tot nooit gebruikt).
In 2011 classificeerde het IARC gsm-gebruik als ‘mogelijk kankerverwekkend’. Daarvoor baseerde het zich voornamelijk op twee zaken:
- Een kleine Franse studie op basis van verouderde gegevens waarbij er een licht verhoogd risico op glioom (een soort hersentumor) werd vastgesteld bij 29 intensieve gsm-gebruikers. De studie zelf concludeerde niet dat er een verband was, maar wel dat verder onderzoek nodig was. Daarover schreven we al in 2014.
- Vragen over onzekerheden uit een ander onderzoek. Daaruit bleek een mogelijk licht verhoogde kans op glioom bij intensief gsm-gebruik. Intussen weten we dat die bevinding te wijten is aan mogelijke vooroordelen en fouten.
Het IARC geeft bovendien zelf aan dat de klassering 2B uit 2011 gebaseerd is op zeer beperkte en inconsistente wetenschappelijke gegevens. In 2014 meldde het IARC dat er geen bewijs is gevonden dat langdurig of intensief gebruik van mobiele telefoons het risico op bepaalde hersentumoren verhoogt, maar toch paste het de classificatie nog niet aan.
Het is belangrijk om te beseffen dat het IARC een conservatieve organisatie is die het voorzorgsprincipe streng hanteert. Dat principe houdt onder andere in dat er aangeraden wordt om zeer voorzichtig om te gaan met nieuwe technologische toepassingen bij afwezigheid van voldoende wetenschappelijke gegevens. Volgens het IARC vallen heel veel zaken onder categorie 2B. Zo werden vroeger ook warme dranken als ‘mogelijk kankerverwekkend’ beschouwd. Dat is later aangepast. De opmerkzame lezer is het ook opgevallen dat het IARC geen categorie ‘(zeker) niet kankerverwekkend voor mensen’ heeft.
Conclusie
Het verband tussen mobiele telefoons en kanker is een van de meest onderzochte onderwerpen in de gezondheidszorg. Een nieuw grootschalig onderzoek analyseerde duizenden studies, vergeleek de conclusies van de meest kwaliteitsvolle studies en kwam tot een eenduidig besluit: er is geen verhoogd risico. Een hele geruststelling dus. Het IARC zou de classificatie uit 2011 dan ook moeten aanpassen.