Wat is het?
De bezinkingssnelheid is een test die kan worden aangevraagd bij het bloedonderzoek. Een kleine hoeveelheid bloed wordt daarbij opgezogen in een zeer fijn buisje (capillair buisje), dat daarna gedurende 3 uur rechtop blijft staan.
De rode bloedcellen zakken langzaam naar beneden in het buisje, waardoor een scheiding ontstaat tussen de bloedcellen en het serum. De snelheid waarmee dit gebeurt, wordt gemeten en uitgedrukt in mm per uur.
Soms zakken de rode bloedcellen sneller naar beneden dan normaal: we spreken dan van een verhoogde bezinkingssnelheid. Dit doet zich voor als de hoeveelheid eiwitten in het bloed toeneemt door ziekte.
Het meten van de bezinkingssnelheid is een niet-specifieke test, d.w.z. dat hij niet wijst op één welbepaalde aandoening. De test spoort infecties op, ontstekingen (bijv. reuma), kanker en andere aandoeningen waarbij er veranderingen optreden in de eiwitconcentratie in het bloed. Een verhoogde bezinkingssnelheid wijst dus op een ziekte, maar er is verder onderzoek nodig om uit te maken welke ziekte het betreft.
Omgekeerd zal bij genezing de bezinkingssnelheid weer normaliseren. De test kan dus ook gebruikt worden om de evolutie van de ziekte op te volgen.
De normale bezinkingssnelheid is afhankelijk van de leeftijd. Ze neemt in de loop van de jaren geleidelijk toe, van 1 mm bij de geboorte tot maximaal 35 mm bij ouderen.
Als een licht verhoogde bezinkingssnelheid wordt ontdekt, maar er geen klachten zijn en de bezinkingssnelheid niet duidelijk is gestegen ten opzichte van vorige metingen, wordt vaak even afgewacht alvorens verder onderzoek te doen, zeker op oudere leeftijd.
Soms is het erg moeilijk om de oorzaak van verhoogde bezinkingssnelheid te ontdekken, aangezien veel verschillende oorzaken mogelijk zijn.
Bij welke aandoeningen is de bezinkingssnelheid verhoogd?
Aandoeningen waarbij de bezinkingssnelheid bijna altijd verhoogd is:
- bloedinfectie of sepsis;
- diepe abcessen of ontstekingen in het bot;
- ontsteking van de schildklier in het acute stadium;
- bepaalde reumatische ziekten en systeemziekten;
- bepaalde bloedziektes zoals bloedkankers;
- ernstige nierinsufficiëntie.
Aandoeningen waarbij de bezinkingssnelheid vaak verhoogd is:
- infectieziekten: ontsteking van het nierbekken, bacteriële longontsteking, chronische leverontsteking, tuberculose, …;
- bepaalde reumatische en systeemaandoeningen: reumatoïde artritis, polymyalgia rheumatica, sarcoïdose, chronische darmontstekingen zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa, …;
- levercirrose;
- uitgezaaide kanker;
- soms bij verhoging van de bloedvetten, bij overgewicht en zwangerschap.
Aandoeningen waarbij de bezinkingssnelheid vaak normaal is:
- vele soorten kankers, vooral van het maagdarmstelsel;
- artrose;
- infecties veroorzaakt door virussen (verkoudheden, griep, …);
- polycythemie, een bloedziekte waarbij de bloedcellen in aantal toenemen, maar de bezinking vreemd genoeg meestal normaal is.
Wat kan je arts doen?
Bij een verhoogde bezinkingssnelheid vergelijkt je arts steeds de waarde met eventueel beschikbare vorige bloedwaarden. Verder bevraagt de arts steeds je symptomen:
- Heb je koorts?
- Is je algemene gezondheidstoestand verslechterd?
- Heb je ergens pijn of een toegenomen gevoeligheid in het lichaam?
- Heb je gewrichtssymptomen zoals ochtendstramheid en spierpijn?
- Is je stoelgang veranderd?
- Hoest je vaker?
- Heb je een voorgeschiedenis van tuberculose?
De arts zal je ook grondig onderzoeken en specifiek letten op volgende zaken:
- vergrote lymfeklieren;
- vergrote of pijnlijke schildklier;
- veranderingen in de huid;
- afwijkend geluid bij het beluisteren van de longen;
- soepelheid en pijnlijkheid in de buikregio;
- gezwollen gewrichten en tanden.
Als de arts geen aanknopingspunten vindt, kan hij bijkomende onderzoeken laten uitvoeren, zoals een uitgebreider bloedonderzoek of technische onderzoeken, zoals een röntgenonderzoek van bijv. de borstkas.