Wat is het?
Een transiënt ischemisch attack (TIA) is een tijdelijke uitval van enkele minuten tot maximum 24 uur, veroorzaakt door een kort zuurstoftekort in de hersenen. Vaak is het een voorbode van een herseninfarct.
De oorzaken van een TIA zijn dikwijls dezelfde als die van een herseninfarct, namelijk het afsluiten van een slagader door een bloedklonter. Die ontstaat meestal door een onderliggende hartritmestoornis of slagaderverkalking ter hoogte van de halsslagaders of de slagaders in de hersenen.
Na de eerste TIA krijgt bijna 10% van de mensen binnen een week een herseninfarct en 10 à 20% binnen 3 maanden. Een TIA vraagt een spoedverwijzing binnen de 1 à 2 weken. Snel opgestarte onderzoeken en preventie verminderen het risico op een herseninfarct binnen 3 maanden met 80%.
Hoe kun je het herkennen?
Een TIA herken je aan de uitvalsverschijnselen. Die kunnen motorisch en sensibel van aard zijn.
Bij motorische uitval werken de zenuwen die de spieren bedienen niet meer. Dit leidt tot verlammingen van een of meerdere spiergroepen.
Bij sensibele uitval zijn de zenuwen die instaan voor het gevoel getroffen. Dit leidt tot gevoelsstoornissen, zoals tintelingen, doofheid, verlies van warmte- of koudegevoel tot zelfs volledige gevoelloosheid van een deel van het lichaam.
De uitvalsverschijnselen bij een TIA zijn kortdurend en voorbijgaand. Het begint meestal plots.
Volgende symptomen komen het meest voor:
- Verlamming van arm, been en/of gelaat, typisch aan een lichaamshelft;
- Spraakstoornissen;
- Gevoelsverandering aan een lichaamshelft;
- Blindheid aan een of beide ogen, beperking van het gezichtsveld;
- Gangstoornissen, dikwijls met een slepende, zwaaiende gang van een been;
- Evenwichtsstoornissen met duizeligheid en daardoor valneiging. Draaiduizeligheid met braakneigingen wordt meestal niet veroorzaakt door een TIA.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Aan de hand van het optreden en verloop van de klachten zal je arts al dan niet een TIA vermoeden.
Omdat TIA vaak een voorbode is van een beroerte, zal hij je steeds naar een ziekenhuis verwijzen voor verder onderzoek. De onderzoeken daar bestaan vooral uit een doorgedreven hartonderzoek en neurologisch onderzoek met medische beeldvorming.
Het hartonderzoek omvat een hartfilm (ECG), een echocardiografie om structurele afwijkingen aan het hart en de aanwezigheid van bloedklonters op te sporen, en een Holter-ECG, waarbij de hartwerking en het hartritme gedurende 24 uur worden geregistreerd.
Het neurologisch onderzoek wordt aangevuld met een Doppler-onderzoek (een soort van echografie) van de halsslagaders, een CT-scan en een MRI-scan van de hersenen. Een Doppler-onderzoek van de halsslagaders spoort in de bloedvaten kritische vernauwingen en klontervorming op. Een CT-scan maakt doorsneden van de hersenen. De hersenen zien we dan in schijfjes gesneden. Een MRI-scan is eigenlijk een grote magneet, die een driedimensionaal beeld maakt van de hersenen. Hiermee kan men letsels heel nauwkeurig lokaliseren.
Verder gebeurt er een bloedonderzoek om andere onderliggende ziekten op te sporen.
Wat kun je zelf doen?
Voorkomen is beter dan genezen.
Een gezonde levensstijl is dus het voornaamste. Eet gezond, let op je gewicht, rook niet, drink niet meer dan 2 glazen alcohol per dag en neem voldoende beweging. Zeker als de ziekte bij familieleden voorkomt, is preventie een prioriteit.
Als je aan andere aandoeningen lijdt zoals hoge bloeddruk, hartritmestoornissen of diabetes, volg je behandeling en controles dan zo nauwkeurig mogelijk op.
Het allerbelangrijkste bij tekenen van een TIA is snel reageren om een beroerte te voorkomen. Contacteer onmiddellijk je arts voor verwijzing naar een gespecialiseerd centrum waar de nodige onderzoeken kunnen plaatsvinden en een gepaste behandeling kan worden ingesteld.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Twee mogelijke behandelingen staan in een eerste fase op de voorgrond: antistollingsmiddelen en een ingreep op de halsslagader.
Als antistollingsmiddel gebruikt men meestal salicylzuur (aspirine) in lage dosis. Hiermee vermindert de kleverigheid van de bloedplaatjes waardoor ze niet zo snel meer klonters gaan vormen. Echte bloedverdunners zijn pas aangewezen bij hartritmestoornissen.
De arts overweegt een ingreep aan de halsslagader als er een vernauwing is van meer dan 70%. Dan wordt een stent geplaatst of een nieuw tussenstuk ingeplant.
Uiteraard worden onderliggende aandoeningen zoals diabetes, hoge bloeddruk, ritmestoornissen, infecties… behandeld. Het verlagen van de bloeddruk blijkt de meest doeltreffende maatregel om een nieuwe TIA en een beroerte te voorkomen. Ook cholesterolverlagende middelen hebben een bewezen effect.
Een belangrijk onderdeel van de behandeling is revalidatie met oefentherapie, logopedie, ergotherapie en begeleiding in de thuissituatie.
Ten slotte kan ook psychotherapie nodig zijn om stressfactoren beter onder controle te leren krijgen. Een TIA doormaken gaat immers vaak gepaard met veel angst om in de toekomst een beroerte te krijgen.
Meer weten?
- http://www.herkeneenberoerte.be/
- https://www.thuisarts.nl/beroerte
- https://www.hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten/beroerte/tia
- https://www.hersenstichting.nl/hersenaandoeningen/beroerte/