Wat is het?
Psychische problemen kunnen acuut optreden, met een plots en hevig begin, of het resultaat zijn van een min of meer lange evolutie. Een psychische aandoening kan erfelijk of familiaal zijn of het gevolg zijn van probleemsituaties (bijv. een depressie na een overlijden, verlies van werk), middelenmisbruik (alcohol, drugs, …) of een lichamelijke ziekte.
Om de aard van het probleem, de oorzaak en de aanpak ervan te kunnen beoordelen, verricht de arts een psychiatrisch onderzoek, eventueel aangevuld met een lichamelijk onderzoek. Als jij of je familie dit onderzoek voorgesteld krijgt, dan kan dit beangstigend zijn. Nochtans is het onderzoek bedoeld om jou en je familie te helpen.
Een psychiatrisch onderzoek lijkt op een medisch onderzoek, en dient om te achterhalen of er daadwerkelijk sprake is van een psychiatrische aandoening. Realiteitszin, gemoedstoestand, gedrag, verstandelijk functioneren en eventueel onderliggende oorzaken worden in kaart gebracht. Een psychiatrisch onderzoek kan op alle leeftijden en om talloze redenen gebeuren. Deze richtlijn belicht alleen het psychiatrisch onderzoek bij volwassenen.
Hoe vaak komen psychiatrische aandoeningen voor?
Uit onderzoek blijkt dat één op drie Belgen ooit in zijn leven geconfronteerd wordt met een psychiatrische aandoening. Dit lijkt behoorlijk veel, maar internationaal gezien valt dat mee.
Hoe verloopt het psychiatrisch onderzoek?
Een psychiatrisch onderzoek komt vooral neer op een uitgebreid gesprek met de arts. Hij peilt in de eerste plaats naar je klachten en de reden waarom je op consultatie komt. Verder vraagt hij ook naar vroeger doorgemaakte ziekten, aandoeningen die in je familie voorkomen, eventuele vroeger doorgemaakte psychiatrische problemen, huidige medicatie, leefomgeving, gebeurtenissen uit het verleden waarmee je worstelt of worstelde, zoekproces naar een behandeling, enzovoort.
De arts kan je ook een vragenlijst voorleggen waarmee hij de kans op bepaalde aandoeningen kan inschatten (bijv. depressie, risico op zelfdoding, …). Meestal volstaat een eerste gesprek om een algemene indruk te hebben van de problematiek, te weten hoe ernstig die is, hoe snel die moet worden behandeld en of er verdere lichamelijke onderzoeken nodig zijn om onderliggende ziekten uit te sluiten. Verdere gesprekken kunnen benut worden om dieper in te gaan op specifieke aspecten.
Hoe komt je arts tot een diagnose?
Elke psychiatrische stoornis heeft zijn eigen, typische kenmerken. We geven enkele algemene symptomen voor verschillende stoornissen:
- Psychose gaat vaak gepaard met agitatie en onrust. Stilzitten is moeilijk, en men wordt vlug ongeduldig of kwaad. Typisch zijn de wanen en hallucinaties. Wanen zijn overtuigingen die niet op waarheid berusten, bijv. achtervolgingswaan. Bij hallucinaties ziet, voelt of hoort men dingen die er niet zijn.
- Persoonlijkheidsstoornissen worden vooral gekenmerkt door herhaalde en rigide gedragspatronen. Soms herhaalt men telkens weer een reeks handelingen in een vaste volgorde. Dit kan erg storend zijn voor de omgeving.
- Bij depressie valt vooral een verandering in de gemoedstoestand op. Er is verlies aan interesse in de dagelijkse dingen, de persoon is altijd moe, niets kan hem nog boeien en hij heeft geen vertrouwen meer. Schuldgevoelens en neiging tot zelfdoding komen voor, alsook concentratiestoornissen, slecht slapen en slechte eetlust.
- Angst of fobie is een ongegronde vrees voor situaties die normaal geen angst uitlokken. Voorbeelden zijn hoogtevrees en claustrofobie (vrees voor kleine ruimten). Soms is het een gevolg van gebeurtenissen uit het verleden, zoals angst hebben voor het verkeer na een auto-ongeval. Een fobie wordt een probleem wanneer ze het dagelijkse functioneren van de persoon hindert.
- Middelenmisbruik wordt vaak geminimaliseerd of ontkend, en gaat veelal gepaard met andere psychiatrische en/of lichamelijke problemen (verwardheid, agressiviteit, delirium).
- Eetstoornissen komen vaker voor bij vrouwen. Het kan gaan om ongecontroleerd veel eten (boulemie) of extreem weinig eten (anorexie). Dikwijls liggen obsessieve gedachten over het eigen lichaam aan de basis.
- Slaapstoornissen kunnen het gevolg zijn van externe factoren, maar ook van een onderliggende aandoening. Zo kunnen frequent wakker worden, snurken, rusteloze benen, … symptomen zijn van een aandoening. Ook het gebruik van koffie, voedingssupplementen, cola, energiedranken of bepaalde medicatie kan een rol spelen. Belangrijk is te weten wat iemand verstaat onder ‘te weinig slaap’.
Is de arts van mening dat de psychiatrische klachten afkomstig kunnen zijn van een lichamelijke aandoening, dan gebeuren er naast het gesprek ook altijd een lichamelijk en een neurologisch onderzoek. Hij kan ook besluiten dat meer gedetailleerd onderzoek noodzakelijk is, zoals een bloedanalyse of een radiologisch onderzoek.
Wat gebeurt er na de diagnose?
Stelt de arts een diagnose van een psychiatrische aandoening, dan zal hij een behandelingsplan bepalen. Dat kan bestaan uit opvolgconsultaties, opstarten van medicatie of doorverwijzen naar een gespecialiseerde dienst.
Meer weten?
https://www.geestelijkgezondvlaanderen.be/