Wat is longkanker?
Longkanker is een term voor een groep kwaadaardige tumoren (gezwellen) in de longen.
De belangrijkste types zijn de niet-kleincellige longkankers (meer dan 80% van de longkankers) en de kleincellige longkankers. Ze worden zo genoemd vanwege hoe de cellen er onder de microscoop uitzien.
De niet-kleincellige vorm groeit langzamer dan de kleincellige. Ze worden vaak ook anders behandeld.
Oorzaken
Roken is nog altijd de belangrijkste risicofactor voor longkanker. Het is verantwoordelijk voor meer dan 90% van alle gevallen van longkanker.
Ook vervuilende stoffen in de omgeving (zoals asbest, radon of luchtvervuiling) kunnen longkanker veroorzaken.
Mensen met een chronische obstructieve longziekte hebben meer kans op longkanker.
Erfelijke aanleg kan een rol spelen bij het ontstaan van longkanker, maar het is zelden de belangrijkste factor.
Hoe vaak komt longkanker voor?
Longkanker is de tweede meest voorkomende kanker bij Belgische mannen en vrouwen. Zolang roken niet volledig uit de maatschappij wordt gebannen, verwachten wetenschappers dat longkanker een van de meest voorkomende kankers zal blijven.
Hoe kan je longkanker herkennen?
In het begin zijn er meestal geen symptomen. De ziekte wordt dus vaak pas in een later stadium ontdekt.
De belangrijkste tekenen die kunnen wijzen op longkanker zijn:
- lange tijd hoesten;
- (sliertjes) bloed ophoesten;
- pijn in de borst of schouders;
- kortademigheid;
- verminderde eetlust en gewichtsverlies.
Hoe stelt je arts longkanker vast?
Je arts luistert naar je klachten en onderzoekt je. Hij of zij luistert bijvoorbeeld naar je longen.
De ziekte kan ook toevallig ontdekt worden tijdens een radiologisch onderzoek.
Onderzoeken
Een röntgenfoto van de longen is meestal het eerste onderzoek.
Zo’n foto is niet heel gedetailleerd en geeft soms dus niet voldoende zekerheid. In dat geval stelt je arts extra onderzoeken voor, zoals een CT-scan, een PET-scan of een bronchoscopie:
- Een CT-scan maakt een doorsnede van de borstkas en brengt de weefsels meer gedetailleerd in beeld dan een gewone longfoto. Vaak krijg je een (contrast)stof ingespoten, om nog betere beelden te kunnen maken.
- Een PET-scan wordt soms aanvullend gebruikt om een beeld te krijgen van de zones waar een verdacht letsel zit. Vooraf wordt een radioactieve stof ingespoten.
- Bij een bronchoscopie wordt via een buisje met een kleine camera in de luchtwegen gekeken. Soms is het nodig om een stukje longweefsel weg te nemen (biopsie). Dat wordt onder de microscoop verder onderzocht.
Vermoed je arts op basis van de beelden dat je longkanker hebt? Dan gebeurt er een biopsie of wordt er wat opgehoeste slijm (sputum) onderzocht. Die stap maakt duidelijk of het effectief om longkanker gaat.
Als de diagnose longkanker is, kunnen nog andere onderzoeken volgen: om te bepalen hoe groot de tumor is en of er uitzaaiingen zijn op andere plekken in het lichaam. Met al die onderzoeken kan je arts het stadium van de ziekte vaststellen en bepalen welke behandeling het beste is.
Wat kan je zelf doen?
Ga naar de dokter als je de symptomen herkent. Hoe vroeger longkanker wordt vastgesteld, hoe groter de slaagkansen van de behandeling en hoe groter de kans dat je geneest.
Gezonde levensstijl
Rook je? Dan is stoppen met roken het allerbelangrijkste advies. Rook in ieder geval niet in huis, want de schadelijke lucht blijft daar hangen.
Stoppen met roken, zelfs als je al longkanker hebt, kan je overlevingskansen vergroten.
Rook je zelf niet? Vermijd dan zoveel mogelijk om rokerslucht in te ademen. Want ook passief roken vergroot de kans op longkanker.
Bescherm je tegen blootstelling aan asbest en andere vervuilende stoffen. Op allesoverkanker.be vind je meer info daarover en praktische tips.
Zoek steun
Kreeg je de diagnose van longkanker? Weet dan dat je er niet alleen voor staat.
- Bij een ernstige aandoening is het zowel voor jezelf als je naasten erg belangrijk om steun te vinden bij mensen om je heen.
- Contact met lotgenoten kan ook waardevol zijn. Zij kunnen je tips en inspiratie geven om met de moeilijke diagnose om te gaan.
- Je kan er ook over praten met je zorgverlener of de Kankerlijn contacteren.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Behandeling
Welke behandeling je krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren, zoals:
- het type kanker (de kleincellige of niet-kleincellige vorm);
- waar de kanker zit (alleen in de long of ook in de klieren of andere organen?);
- je gezondheidstoestand.
Mogelijke behandelingen zijn:
- een operatie: om de tumor te verwijderen;
- chemotherapie: je krijgt geneesmiddelen die de kankercellen vernietigen of hun groei remmen, waardoor ze uiteindelijk afsterven;
- radiotherapie (bestraling);
- immunotherapie: je afweer wordt gestimuleerd om kankercellen aan te vallen;
- doelgerichte therapie: je krijgt geneesmiddelen die de groei van kankercellen stoppen of vertragen. Ze vallen de cellen direct aan.
Soms wordt een combinatie van deze behandelingen voorgesteld. In overleg met jou legt de arts de behandeling vast.
Opvolging
Als je longkanker hebt gehad, dan word je goed opgevolgd. Je arts zal bijvoorbeeld regelmatig bloed afnemen of een scan laten nemen.
Kans op genezing
De vooruitzichten voor mensen met longkanker worden alsmaar beter. Hoe vroeger de kanker is ontdekt, hoe beter je kansen. Ook het type longkanker speelt een grote rol in je kans op genezing.
Stoppen met roken, zelfs als je al longkanker hebt, kan je overlevingskansen vergroten.
Het is moeilijk om precies te voorspellen wat er zal gebeuren. Maar na een behandeling is tot twee derde van de mensen met vroege longkanker na vijf jaar nog in leven.
Helaas wordt longkanker vaak pas ontdekt als de ziekte al in een vergevorderd stadium is. De kans dat je nog geneest is dan klein.
Als de kanker niet meer te genezen is, kan je wel nog een behandeling krijgen om de symptomen te verlichten en de ziekte te vertragen. Dat heet een palliatieve behandeling.
Teamwerk
Vaak heb je meerdere zorgverleners die je samen begeleiden. Bijvoorbeeld:
- een oncologisch verpleegkundige;
- een oncoloog;
- je huisarts;
- een kinesitherapeut: voor oncorevalidatie (om je conditie en levenskwaliteit te verbeteren);
- een psycholoog: voor psychologische begeleiding;
- een diëtist: voor vragen over voeding, als het moeilijk is om voldoende te eten of als je ondervoed bent;
- een maatschappelijk werker: voor hulp bij praktische en financiële zaken.
Meer weten?
- Alles over kanker: longkanker
- Luister naar onze podcast over voedingssupplementen bij kanker.
- De Kankerlijn: hulplijn voor (ex-)kankerpatiënten en mensen in hun omgeving
Patiëntenverenigingen en zelfhulpgroepen
Vind een zelfhulpgroep op de website van Trefpunt Zelfhulp.