Wat is het?
Elke 10 jaar stijgt de levensverwachting met ongeveer 2 jaar. We worden met zijn allen dus steeds ouder. Hierdoor wordt de kans op nood aan fysiek een psychische zorgen steeds groter. Oudere mensen hebben meer chronische aandoeningen, en dikwijls meerdere tegelijk, die continue zorgen vereisen. Ze komen ook meer in een situatie terecht waar ze alleen zijn, en ondervinden problemen om zich thuis te handhaven. Ook vereenzaming en gevoelens van onveiligheid en angst spelen een rol. Dit kan gepaard gaan met de ontwikkeling van psychische stoornissen, zoals depressies en psychosen. Ten slotte neemt met de leeftijd ook de kans op dementie toe. De vraag stelt zich dus waar de oudere best wordt verzorgd. Kan het nog thuis, en zo ja, hoe kan dat georganiseerd worden? Zo nee, welke is dan de beste tijdelijke of permanente opvangplaats: dagopvang, een rust- en verzorgingstehuis, het ziekenhuis, ...? Om dit te beslissen moet er een goed beeld gevormd worden van de noden van de oudere en de mogelijkheden qua mantelzorg en professionele hulp.
Hoe wordt de situatie geëvalueerd?
De evaluatie is steeds een multidisciplinair gebeuren. Zorgverleners willen zich een idee vormen over de fysieke en psychische toestand van hun patiënt, de invloed van zijn gezondheid op zijn functioneren, zijn financiële mogelijkheden, de opties aan mantelzorg, enz. Meestal zal eerst een medisch onderzoek gebeuren om de fysieke en psychische toestand te bepalen. Daarnaast wordt de weerslag van de gezondheidstoestand op het dagelijkse functioneren nagegaan aan de hand van een aantal vragenlijsten. De kernvraag hierbij is hoe groot de zelfredzaamheid van de oudere (nog) is. Voorbeelden van dergelijke vragenlijsten zijn de Mini Mental State Examination (MMSE), de Activiteiten van het Dagelijkse Leven (ADL) en de KATZ-schaal. De MMSE is een lijst waarop de oudere een aantal vragen moet beantwoorden, eenvoudige rekensommen maken, cijfers herhalen, een meetkundige tekening namaken, ... Deze vragenlijst test vooral de intellectuele toestand. De KATZ-schaal beoordeelt de praktische mogelijkheden van de ouderen op 6 domeinen uit het dagelijkse leven:
- zich wassen (alleen, met hulp, boven en onder de gordel, ...);
- zich kleden;
- transfers (bijv. in en uit een bed of stoel kunnen) en verplaatsingen (bijv. de stapafstand die nog mogelijk is op een zelfstandige manier);
- toiletbezoek;
- plas en stoelgang ophouden;
- eten (zowel zelfstandig eten als de aankoop en bereiding van voeding).
De ADL-score is vergelijkbaar, maar meestal uitgebreider en gedetailleerder.
Op basis van de resultaten van al deze onderzoeken wordt bepaald welke tijdelijke of permanente zorgen de oudere nodig heeft, en hoe en waar deze best worden georganiseerd.
Soorten opvang
Thuiszorg
De beste plaats om oud te worden is nog steeds thuis. Daarom zal altijd bekeken worden of thuiszorg mogelijk is. Daarvoor wordt een zorgenplan opgesteld. Alle betrokkenen, hulpverleners en mantelzorgers gaan rond de tafel zitten om de zorgnoden te bespreken en concrete afspraken te maken over de nodige hulp. Daarvoor worden verschillende externe diensten ingeschakeld, zoals de huisarts, de thuisverpleging, de kinesist, maar ook poetshulp, maaltijden aan huis, de sociale dienst van de stad, gezelschapsdiensten, ... Met de mensen van het CAW (Centrum Algemeen Welzijn) wordt nagegaan welke tussenkomsten en tegemoetkomingen mogelijk zijn voor de oudere. Alles wordt genoteerd in een zorgdossier. De uitvoering wordt opgevolgd door een zorgcoördinator, en er worden regelmatig tussentijdse evaluaties gedaan.
Het veelvuldig gebruik van spoed- en ziekenhuisdiensten, evenals het toenemend beroep op verschillende zorgverleners, kan een signaal zijn dat de gezondheidstoestand van de oudere patiënt niet stabiel is en dat er meer gestructureerde zorg op lange termijn nodig is.
Als thuiszorg en hulpdiensten vaker dan drie keer per dag nodig zijn, zijn de kosten vergelijkbaar met die van een zorginstelling. In een dergelijk geval kan een andere zorgplaats dan thuis worden overwogen.
Ziekenhuis-aan-huis
Soms kan geopteerd worden om zorgen die eigenlijk in een ziekenhuis horen, toch aan huis toe te dienen. Dit gebeurt om ziekenhuisopnames te vermijden, omdat deze soms geen meerwaarde bieden. Denk hierbij aan palliatieve zorg, sondevoeding, peritoneale nierdialyse, ...
Intermediaire diensten
Als klassieke thuiszorgdiensten niet voldoende hulp meer bieden, maar de oudere en/of zijn familie nog wil wachten met een definitieve verhuizing naar een rusthuis, bestaan er verschillende tussenoplossingen:
- het dagverblijf: de oudere patiënt kan hier één of meerdere dagen per week naartoe gaan om verzorgd te worden, aan activiteiten deel te nemen en sociale contacten te onderhouden. Hierdoor kunnen de mantelzorgers ook een dag voor zichzelf hebben.
- nachtelijke oppasdienst bij de oudere thuis;
- het kortverblijf: verblijven in verpleeghuizen van een paar dagen tot maximaal 2 maanden zonder onderbreking, en 90 dagen gespreid over een jaar. Dit kan bijv. gebeuren in het kader van een intensieve revalidatie, of om tijdelijk de mantelzorgers te ontlasten. Het kortverblijf is druk bevraagd en moet op voorhand gereserveerd worden. Het is niet altijd gemakkelijk om een plaatsje te vinden.
Vormen van begeleid wonen
Als thuiszorg onmogelijk wordt, moet er gezocht worden naar een vorm van definitieve zorg buitenhuis. In België wordt hiervoor vooral gebruik gemaakt van 2 systemen: de serviceflat en het rust- en verzorgingstehuis (RVT). Serviceflats laten toe dat de oudere in een eigen appartement kan wonen, maar te allen tijde beroep kan doen op professionele zorg. Soms zijn de serviceflats dicht bij een rusthuis gelegen, om de mogelijke overstap in de toekomst kleiner te maken. Het personeel van het rusthuis levert ook diensten aan de serviceflats. Als ook dat niet meer mogelijk is, rest alleen nog een opname in een rust- en verzorgingstehuis. De reden voor de opname is bijna steeds de toenemende afhankelijkheid van de oudere voor zijn fysieke zorgen en/of de evolutie naar dementie. Naast de eigen maandelijkse bijdrage van de oudere ontvangen rusthuizen nog allerlei vormen van subsidiëring, bijvoorbeeld van het Riziv, de stad via het CAW, Sociale Zaken, ...
Meer weten?
- https://www.thuisarts.nl/veiligheid-in-en-om-huis-voor-ouderen/ik-woon-alleen-en-voel-me-niet-altijd-veilig
- https://www.riziv.fgov.be/nl/professionals/individuelezorgverleners/verpleegkundigen/verzorging/Paginas/evaluatieschaal-katz.aspx