Wat is het?
Het heupgewricht bestaat uit de ronde kop van het dijbeen die in de komvormige holte van het bekken past. Deze kop zit met een hals vast op de schaft van het been.
Heuppijn bij een kind kan het gevolg zijn van een ongeval, maar er zijn ook enkele banale tot ernstige aandoeningen die pijn in de heup bij kinderen kunnen veroorzaken, waarvan de belangrijkste:
- synovitis van de heup (ook wel coxitis fugax genoemd) is een ‘steriele’ ontsteking van het slijmvlies rond de heup. Steriel betekent hier dat er geen infectie met bacteriën bij komt kijken. De aandoening is doorgaans goedaardig en komt voor bij kinderen tussen 3 en 10 jaar oud. De klachten gaan binnen de 3 tot 10 dagen vanzelf over. Over de oorzaak tast men in het duister. Mogelijk spelen een kwetsuur of een virusinfectie een rol. De klachten in het begin kunnen echter ook duiden op een ernstige heupaandoening zoals de ziekte van Perthes, reuma of een infectie van de heup met bacteriën.
- de ziekte van Perthes is een stoornis van de doorbloeding van de beenkern van de heupkop. De beenkern is het onderdeel van het been waar de groei plaatsvindt. Door onvoldoende bloedtoevoer verweekt het bot van de heupkop waardoor die gaat vervormen en afvlakken. De aandoening treedt typisch op bij kinderen tussen 5 en 9 jaar. De grootste misvorming treedt op als de ziekte ontstaat tussen 4 en 6 jaar.
- een epifysiolyse is een loslating van de heupkop. Daardoor kan die zich verplaatsen ten opzichte van de hals van het dijbeen. Dit kan acuut zijn zoals bij een ongeval, of geleidelijk doordat de verbinding tussen de kop en de hals van het dijbeen verzwakt. Een epifysiolyse van de heupkop is zeldzaam onder de leeftijd van 10 jaar. Het risico op latere artrose in het heupgewricht is bij epifysiolyse van de heup groter.
Hoe vaak komt het voor?
Synovitis is veruit de meest frequente oorzaak.
De ziekte van Perthes treft viermaal meer jongens dan meisjes.
Epifysiolyse treedt bij oudere kinderen en adolescenten op, doorgaans tussen 10 en 16 jaar; bij meisjes meestal op iets jongere leeftijd dan bij jongens. Jongens krijgen het 2,5 keer meer dan meisjes. Er lijkt een verband te zijn met zwaarlijvigheid.
Hoe kun je het herkennen?
Bij alle vernoemde aandoeningen zijn de klachten pijn en manken. Steunen op de aangetaste zijde is dan moeilijker en de beweeglijkheid is beperkt.
Bij synovitis van de heup situeren de pijnklachten zich in de lies en de voorkant van de dij tot aan de knie. De pijn begint plots en is meestal mild. Manken is de hoofdklacht. Belangrijk is dat er geen koorts optreedt. Koorts kan wijzen op een septische artritis van de heup. Dat is een infectie die onmiddellijk moet worden opgevolgd door een arts.
Bij de ziekte van Perthes zijn de klachten aanvankelijk zeer beperkt en is er enkel een lichte loopstoornis. Het kind trekt wat met het been. Pas later klaagt het kind over pijn en gaat het echt beginnen te manken. De pijn situeert zich tussen de lies en de knie. Bij kinderen tussen 4 en 6 jaar kunnen heupmisvormingen leiden tot blijvend manken. De ziekte duurt meestal 2 à 4 jaar en herstelt dan spontaan. In 10% van de gevallen zijn beide heupen aangetast.
Bij een epifysiolyse hebben ongeveer 3 kinderen op 10 last aan beide heupen. Typisch voor deze aandoening is een vage pijn en stijf gevoel in de heup, de lies en het bovenbeen, aanvankelijk enkel tijdens of na fysieke activiteit (sporten). De klachten nemen geleidelijk toe en het kind begint te manken. Plots afglijden van de heupkop gaat meestal gepaard met een pijnscheut en erg manken. De ernst van de pijnklachten is wisselend: sommige kinderen hebben amper pijn, bij anderen is de pijn zo hevig dat ze niet meer stappen. Het is soms erg moeilijk om te weten waar de pijn juist zit: in de knie, de dij of de lies. Typisch voor kinderen met epifysiolyse is dat de benen wat naar buiten gedraaid staan ten opzichte van het bovenlichaam.
Hoe stelt je arts de diagnose?
De arts zal eerst en vooral luisteren naar het verhaal van de klachten:
- Hoe zijn de klachten (pijn, manken…) begonnen? Lag een ongeval aan de basis? Is het geleidelijk aan of plots opgekomen?
- Was je kind recent ziek?
- Is er koorts?
- Is de last continu? Is er een verband met rustperiodes, inspanning of sport, een slecht genezende aandoening?
- Klaagt je kind van pijn? Is er pijn in rust?
De diagnose van synovitis van de heup wordt gesteld op basis van het verhaal en het lichamelijk onderzoek. Tijdens dat onderzoek besteedt de arts niet alleen aandacht aan de aangedane heup, maar onderzoekt hij ook de andere zijde en zo nodig de andere gewrichten. De bewegingen van de heup zijn beperkt in een aantal maar niet alle richtingen.
Eventueel kan een echografie bevestigen dat het om een slijmvliesontsteking van het heupgewricht gaat. Radiografische onderzoeken (Rx) zijn steeds normaal bij synovitis van de heup en worden slechts aangevraagd wanneer de klachten aanhouden of wanneer de arts twijfelt aan de diagnose. Bij een eventueel bloedonderzoek kunnen de ontstekingswaarden licht verhoogd zijn.
De arts zal je doorverwijzen naar een specialist wanneer:
- de symptomen langer dan 2 weken aanhouden,
- het kind jonger dan 2 of ouder dan 10 jaar is,
- er koorts is,
- de ontstekingswaarden in het bloed duidelijk verhoogd zijn.
Wat kun je zelf doen?
Klaagt je kind van pijn ter hoogte van heup, lies, dijbeen of knie of mankt het, ga dan best langs bij je huisarts.
Hij kan de oorzaak inschatten en zal je zo nodig doorverwijzen naar een specialist voor verder onderzoek.
Bij een kind dat heuppijn heeft of mankt, dient de heup onmiddellijk te worden ontlast.
De meeste gevallen van synovitis verbeteren al na een drietal dagen bedrust.
Klachten die ondanks rust verergeren, zijn altijd verdacht. Blijf er dus niet mee lopen!
Wat kan je arts doen?
Synovitis van de heup gaat spontaan over, maar om de klachten te verminderen zal je arts paracetamol of een ontstekingsremmende behandeling opstarten. Denkt de arts ook aan de mogelijkheid van een septische artritis, dan kan hij een gewrichtspunctie overwegen. Dat gebeurt in het ziekenhuis, onder verdoving.
Bij de ziekte van Perthes corrigeert de orthopedist de positie van de heupkop en herstelt hij de bolvormige kop van het dijbeen. Dat gebeurt via een abductieorthese waarbij de heup in spreidstand wordt gehouden of via een chirurgische ingreep. Soms is een arthrografisch onderzoek nodig. Dat is een röntgenopname waarbij men onder algemene verdoving een contraststof in het gewricht spuit. Hiermee krijgt de orthopedist een goed beeld van de aandoening en van hoe de ingreep moet gebeuren. Hij zal nadien om de 3 maanden de heup klinisch en met röntgenonderzoeken controleren, tot genezing.
Epifysiolyse van de heupkop wordt altijd chirurgisch behandeld. Meestal tracht men de femurkop te stabiliseren met een schroef. Het resultaat van deze ingreep hangt af van de grootte van de eventuele afglijding van de heupkop ten opzichte van de schaft van het dijbeen.
Meer weten?
https://www.thuisarts.nl/voorbijgaande-heupontsteking-coxitis-fugax