Wat is het?
Echografie is een beeldvormingstechniek die gebruik maakt van geluidsgolven. Deze geluidsgolven weerkaatsen op de overgang tussen hardere en zachtere structuren, wat op een beeldscherm kan worden omgezet in beelden. Bij gynaecologische echografie worden op die manier de baarmoeder en de eierstokken gevisualiseerd. Omdat er geen radioactieve straling aan te pas komt, is de techniek zeer veilig, zowel voor de vrouw als voor het ongeboren kind.
Een gynaecologische echografie kan uitwendig via de buik plaatsvinden, maar soms gebeurt het inwendig via de vagina, omdat er dan meer details zichtbaar worden.
Waarvoor kunnen we het gebruiken?
Gynaecologische echografie kan de arts nuttige informatie geven zowel bij een gewoon routineonderzoek (bijv. zwangerschap) als bij een vermoeden van een gynaecologische aandoening.
- Tijdens de normale menstruatiecyclus kan de rijping van de eicel beoordeeld worden. De arts kan zien of er een eisprong is geweest en of de voorwaarden voor een normale bevruchting en zwangerschap aanwezig zijn.
- Een prille zwangerschap zal steeds met een inwendige gynaecologische echografie worden bekeken. Vanaf de 5de week van de zwangerschap is een vruchtzak met dooierzak zichtbaar in de baarmoeder. Tegen het einde van de 5de week kan de hartslag te zien zijn naast de dooierzak. Tijdens de 6de week kan de kruin-stuitlengte van het vruchtje worden gemeten. Vanaf de 8e week van de zwangerschap kunnen bewegingen van het hoofd en de ledematen zichtbaar zijn.
- Bij een dreigende miskraam heeft de vrouw een bloeding, maar de foetus leeft en de hartslag kan worden gedetecteerd.
Als de foetus niet meer leeft en de vrouw nog steeds weinig of geen bloedingen heeft, dan heeft ze een zogenaamde ‘gemiste miskraam’. Het vruchtje is dan wel afgestorven, maar niet uitgedreven.
Als het bloeden overvloedig is en er is een gemengd echopatroon, dan heeft de vrouw een spontane miskraam. - Bij een buitenbaarmoederlijke of ectopische zwangerschap vindt de bevruchting en de innesteling van het vruchtje buiten de baarmoeder plaats. In 95% van de gevallen is dit in een eileider.
- Goed- en kwaadaardige eierstoktumoren kunnen gezien worden met een intravaginale echografie.
Bij het polycysteus-ovariumsyndroom (PCOS) worden verschillende cysten gezien met soms een aanzienlijke grootte. Cysten zijn blaasjes of holten, meestal gevuld met vocht.
Bij een ontsteking in het kleine bekken kan de eileider er erg verdikt uitzien op een echo door de aanwezigheid van etter en ontstekingsvocht.
Gewone, normale eileiders zijn niet te zien op een echo. Daarvoor is het gebruik van een contraststof nodig. Dit wordt vooral gedaan bij vruchtbaarheidsproblemen. - Als een vrouw vaginale bloedingen heeft, gebeurt een gynaecologische echografie om een tumor in de baarmoeder uit te sluiten. Op een echografie kan geen onderscheid gemaakt tussen goedaardige tumoren, zoals eenvoudige poliepen/vleesbomen, of kwaadaardige tumoren. Ook veranderingen in het slijmvlies van de baarmoeder kunnen zichtbaar gemaakt worden.
- Controle van de positie van een spiraaltje (zowel een hormonaal als een koperspiraaltje) gebeurt via intravaginale echografie.
Welke voorbereiding moet je treffen voor het onderzoek?
Omdat de inwendige structuren beter zichtbaar zijn met een lege blaas, moet je voor het onderzoek plassen.
In principe is een vaginale bloeding geen reden om een echografie uit te stellen. Bij abnormaal veel bloedverlies moet er soms een steriele gel in de baarmoeder worden geplaatst om het baarmoederslijmvlies beter te kunnen zien.
Meer weten?
https://www.uzleuven.be/nl/gynaecologische-echografie