Wat is het?
Endemische schimmelinfecties zijn ziekten die veroorzaakt worden door schimmels die in bepaalde gebieden voorkomen in de bodem, en die af en toe ook mensen besmetten. Ze dringen het lichaam binnen door inademing van stof dat sporen van deze schimmels bevat. Het heeft geen belang hoe lang je in zo’n gebied verblijft; zelfs een korte doortocht (op reis) kan volstaan om een infectie op te lopen. De ziekten worden genoemd naar de naam van de schimmel: zo veroorzaakt Histoplasma histoplasmose, Coccidioides coccidioidomycose, Blastomyces blastomycose en Paracoccidioides paracoccioidomycose.
Waar komen ze voor?
Histoplasmose komt vrijwel overal voor, maar vooral in Noord-, Centraal- en Zuid-Amerika, in West-Afrika, Australië en Azië. Zeldzame gevallen zijn waargenomen in een klein gebied in Noord-Italië. Histoplasma vind je vooral in kippenhokken, broed- of slaapplaatsen van vogels of in grotten waar vleermuizen leven. Coccidioidomycose komt voor in de droge en warme gebieden van Noord- en Zuid-Amerika. Blastomycose vindt men in de Verenigde Staten, en sporadisch ook in Mexico, Zuid-Amerika, het Midden-Oosten en Indië. Paracoccidioidomycose komt praktisch uitsluitend voor in de tropische en subtropische gebieden van Latijns-Amerika.
Hoe kan je het herkennen?
De infectie geeft vaak helemaal geen klachten. Gezien besmetting via de ademhaling gebeurt, staan luchtwegsymptomen meestal op de voorgrond. Dat kan variëren van een griepachtig gevoel tot een longontsteking met hoge koorts, hoesten en kortademigheid. Ook huiduitslag en pijn in de beenderen zijn mogelijk. Soms zitten er heel wat jaren tussen de besmetting en de eerste symptomen. Dit maakt het moeilijk om de ziekten te herkennen.
Histoplasmose
De incubatieperiode (periode tussen de besmetting en de eerste symptomen) bedraagt gemiddeld tussen de 8 en de 18 dagen. Koorts, hoesten, hoofdpijn, pijn op de borst en futloosheid treden op. De ziekte kan chronisch worden, met aanslepende periodes van koorts, gewichtsverlies, misselijkheid en buikklachten. Bij patiënten met een verminderde weerstand (door aids, chemotherapie) kan de schimmel uitzaaien in heel het lichaam.
Coccidioidomycose, blastomycose en paracoccioidomycose
De incubatieperiode bij coccioidomycose is 1 tot 3 weken, bij blastomycose 3 maanden. Ook hier variëren de symptomen van een griepachtig beeld tot een longontsteking. Daarnaast kunnen ook volgende symptomen optreden:
- huiduitslag, vooral rode vlekken en bultjes;
- ontsteking van de gewrichten met roodheid, zwelling, lokale warmte en verminderde beweeglijkheid;
- ontsteking van de beenderen, met vooral pijn;
- hersenvliesontsteking en vochtophoping in de hersenen (waterhoofd); de nek kan stijf en pijnlijk worden; stuipen zijn mogelijk;
- vergrote klieren voelbaar in hals, oksels, liezen en buikpijn (bij veralgemeende infectie).
Bij paracoccidioidomycose kan de incubatieperiode tientallen jaren duren. De ziekte verloopt meer chronisch. De klachten zijn vooral die van longontsteking, maar ook huid, slijmvliezen en beenderen kunnen aangetast worden.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
De diagnose wordt gesteld op basis van röntgenfoto’s (bv. typische verdichtingen in de longen bij histoplasmose), een kweek van de schimmel (bv. in opgehoest slijm) en de aanwezigheid van antistoffen in het bloed. Soms wordt een stukje weefsel (een biopsie) onderzocht onder de microscoop.
Wat kan je zelf doen?
Een infectie met een endemische schimmel is dikwijls een ongelukkige toevalstreffer. Je kunt besmetting eigenlijk alleen maar vermijden door niet naar gebieden te reizen waar ze voorkomen. Dat is uiteraard niet altijd mogelijk.
Wat kan je arts doen?
Acute schimmelinfecties genezen doorgaans spontaan, dus zonder behandeling. Aan mensen met een verminderde weerstand of met ernstige of langdurige klachten geeft men anti-schimmelgeneesmiddelen, vaak gedurende meerdere maanden tot zelfs een jaar. Longontsteking of veralgemeende uitzaaiing van de infectie wordt in het ziekenhuis behandeld. Bij ademhalingsmoeilijkheden wordt in de eerste weken ook cortisone toegediend.