Wat is het en hoe herken je het?
Soms is het nodig om een tand te verwijderen of andere ingrepen in de mond uit te voeren, bijvoorbeeld omdat er te weinig plaats is in de mond of omdat een tand ziek is.
Meestal verlopen deze ingrepen vlot, maar soms kunnen er enkele complicaties optreden:
- Nabloeding van de tandholte:
Dit kan een paar uur aanhouden. - Pijn en zwelling:
Deze is het meest uitgesproken de dag na de ingreep. - Bloeduitstorting:
Het gaat om een opstapeling van vocht en bloed in de omringende weke weefsels, die zich kan uitstrekken van de bovenkaak naar de oogkas en van de onderkaak tot aan de nek. Meestal is zo’n bloeduitstorting echter niet zo uitgebreid. - Ontsteking van de tandholte:
Normaal schermt een bloedklonter de tandholte af tot die volledig genezen is, maar soms komt de bloedklonter te vroeg los of lost deze op. Hierdoor kunnen er voedselresten in de holte komen en beginnen te ontsteken. Je krijgt dan typisch meer pijn 2 tot 3 dagen na het trekken van de tand. Door de ontsteking ruikt de adem vaak slecht en pijnstillers kunnen de pijn niet volledig wegnemen. - Moeilijkheden om de mond te openen:
Dit komt doordat de zenuw in de kaak nog verdoofd is na de procedure. Deze problemen kunnen eventueel enkele maanden aanhouden. - Perforatie naar de bovenkaakholte (sinus):
Dit kan een gevolg zijn van het werken aan de bovenkaak. - Gevoelsstoornissen van de kin:
Deze kunnen optreden als een zenuw werd geraakt bij het snijden in het tandvlees en het verwijderen van botstukjes. - Gebroken kaak:
Wanneer heel wat botweefsel wordt weggenomen, bijv. bij een extractie van een onderste verstandskies, en zeker bij oudere personen die al wat botzwakte vertonen, bestaat er risico op een gebroken kaak. Als je iets voelt knappen in de kaak tijdens het eten van iets hards of na een slag, denk dan aan een gebroken kaak.
Hoe vaak komt het voor?
Bloedingen en bloeduitstortingen, zwelling en infecties zijn de meest voorkomende complicaties na ingrepen in de mond die opvolging vergen.
Een ontsteking van de tandholte na het trekken van de tand treedt ongeveer bij 1 tot 10% van de tandextracties op.
Wat kan je zelf doen?
Dit is wat je zelf kan doen bij volgende complicaties:
- Bij een lichte nabloeding kan je bijten op een wattenschijfje, op de plaats van extractie, gedurende 15 tot 20 minuten. Dit is voldoende om normale bloedingen na tandextractie te stoppen. Raadpleeg een (huis)arts bij uitgebreide bloedingen.
- Om perforatie naar de bovenkaakholte te vermijden mag je je neus niet te hard snuiten 3-4 weken na de ingreep.
- Bij zwelling en bloeduitstorting kan je icepacks gebruiken.
- Bij pijn kan je klassieke pijnstillers nemen, zoals paracetamol en ontstekingsremmers, als er geen tegenaanwijzingen voor bestaan.
Bij aanhoudende pijn, bloeding of in geval van twijfel contacteer je best meteen je (tand)arts.
Wat kan je arts doen?
De behandeling is afhankelijk van de specifieke complicatie en je algemene toestand.
Over het algemeen worden antibiotica opgestart bij een infectie.
Bij ernstige nabloedingen, zenuwletsels, perforatie van de sinus in de bovenkaak, een gebroken kaak of enkele andere uitzonderlijke gevallen kan een heroperatie nodig zijn.
Meer weten?
http://www.tandarts.be/preventie-in-de-tandheelkunde/tandextractie