Wat is het?
Colonoscopie (of coloscopie) is een onderzoek waarbij men een soepele buis met een camera (een endoscoop) via de anus inbrengt om de dikke darm en het laatste stuk van de dunne darm te bekijken.
Via deze buis kan men ook instrumenten inbrengen om bijvoorbeeld poliepen te verwijderen, een stukje weefsel (biopt) te nemen van de darm voor verder onderzoek of om bloedingen te stelpen.
Een sigmoïdoscopie is een gelijkaardig onderzoek, maar hierbij beperkt men zich tot de endeldarm of het S-vormige laatste stuk van de dikke darm. De scoop wordt dan ongeveer 50 cm ver ingebracht.
Dit soort onderzoeken duurt ongeveer 20-25 minuten. Een colonoscopie of sigmoïdoscopie gebeuren tijdens een dagopname. Vaak krijg je een lichte verdoving waarbij je nog wakker maar licht versuft bent. Je mag na het onderzoek geen auto besturen. Daarom moet je op voorhand je vervoer regelen naar huis.
Wanneer laat je best een colonoscopie (of sigmoïdoscopie) doen?
Een sigmoïdoscopie wordt enkel uitgevoerd in zeer specifieke gevallen (bvb. wanneer colonkanker zeer onwaarschijnlijk is) of voor het opvolgen of behandelen van veranderingen die eerder werden opgemerkt.
Redenen voor een colonoscopie:
- anale bloeding: sowieso bij mensen ouder dan 50 jaar; bij jongere mensen volstaat doorgaans een onderzoek van het rectum (rectoscopie) bij vermoeden van een anale fissuur of aambeien.
- bloedarmoede door ijzertekort van onbekende oorsprong.
- bloed in de stoelgang vastgesteld via laboratoriumonderzoek (ook al is dit met het blote oog niet te zien).
- chronische diarree : bij vermoeden van een inflammatoire darmziekte (ontsteking van de endeldarm, colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn).
Bij maag- of darmklachten die wijzen op een probleem in de dunne darm gebeurt eerst een maagonderzoek (gastroscopie); dit is ook het geval bij zwarte stoelgang (melena). Pas wanneer de arts het nodig vindt, wordt in tweede instantie een colonoscopie uitgevoerd.
Een colonoscopie kan ook gebeuren als opvolgonderzoek:
- na het verwijderen van een goedaardig gezwel of kanker,
- bij erfelijke colonkanker of familiale poliepen,
- bij chronische dikkedarmontsteking omwille van verhoogd risico op kanker,
- om de activiteit en omvang van chronische dikkedarmontsteking met klachten te beoordelen.
Wanneer mag zeker geen colonoscopie (of sigmoïdoscopie) gebeuren?
Het uitvoeren van een colonoscopie (of sigmoïdoscopie) is niet aangewezen:
- in geval van een opstoot van een ontsteking van de uitstulpingen van de dikke darm (diverticulitis);
- in geval van een vermoeden van darmperforatie;
- bij een ernstige zieke moet men zich beperken tot het makkelijk zichtbare deel van de darm.
Hoe weet je wanneer een colonoscopie of sigmoïdoscopie mogelijk nuttig is voor jou?
Contacteer je huisarts wanneer je een anale bloeding hebt (gehad), last hebt van aanhoudende diarree en buikpijn en/of wanneer je stoelgangspatroon veranderd is, zeker als je ouder bent dan 50 jaar of als in je familie dikkedarmkanker of poliepen voorkomen.
Hoe bepaalt je arts of een colonoscopie of sigmoïdoscopie aangewezen is?
Aan de hand van je klachten en je (familiale) voorgeschiedenis zal je arts naast een lichamelijk onderzoek ook je stoelgang en/of bloed onderzoeken. Soms kan het zijn dat hieruit blijkt dat het nodig is om een colonoscopie (of sigmoïdoscopie) te ondergaan.
Wat kun je doen ter voorbereiding van een colonoscopie?
De dikke darm moet proper zijn. Daarom eet je de week voor het onderzoek best geen bessen, groenten met zaden en lijnzaad. Sommige centra bevelen een licht restenarm dieet aan en vragen je laxativa te nemen de dag voor het onderzoek.
De avond voor het onderzoek mag je enkel nog water drinken.
De ochtend van de colonoscopie moet je 3 tot 4 liter polyethyleenglycol drinken gespreid over 3 à 4 uur. Tijdens het eerste uur worden de darmbewegingen frequenter en krijg je diarree. Als de vloeistof die eruit komt helder is, of bijna helder, dan kan het onderzoek plaatsvinden.
Een natriumfosfaatklysma of lavement is een goed alternatief voor een polyethyleenglycollavage. Dit is een lavement dat wordt opgespoten via de aars, en de darm zodanig prikkelt waardoor je na een kwartier tot een half uur stoelgangsdrang hebt.
Je moet bepaalde medicatie stoppen: ijzerpillen (7 dagen voor het onderzoek) en bloedverdunners. Stoppen met bloedverdunners doe je wel steeds in overleg met je arts en specialist(en) naargelang het risico dat je loopt op verwikkelingen bij stoppen ervan.
Wat zijn mogelijke complicaties?
Complicaties zijn zeldzaam. Bij klachten van buikpijn, anaal bloedverlies, koorts of rillingen moet je dringend contact opnemen met de arts die het onderzoek heeft uitgevoerd. Mogelijke complicaties zijn:
- darmperforatie: hiervoor is een ingreep nodig,
- bloedingen: de maagdarmspecialist kan die meestal stoppen via de endoscoop. Soms is een ziekenhuisopname nodig om je op te volgen en eventueel bloed te geven. Een ingreep is uitzonderlijk.
- zeer zelden: infecties of problemen ter hoogte van de longen of het hart.
Meer weten?
https://dikkedarmkanker.bevolkingsonderzoek.be/nl/wat-is-een-coloscopie