Wat is het?
Bronchiëctasie is een abnormale beschadiging en verwijding van de bronchiën (de kleinere luchtwegen). Het is een zeldzame longziekte.
Ons ademhalingsstelsel bestaat uit de mond, neus, luchtpijp en longen. De luchtpijp is verbonden met de longen, door middel van vertakkingen die we bronchiën noemen.
Door de beschadiging is het moeilijker om opgehoopte slijm, stof en kiemen goed te verwijderen. De uitgezette bronchiën vormen een ideale broeihaard voor langdurige of herhaalde infecties van de onderste luchtwegen (bronchitis, longontsteking), die op hun beurt het longweefsel verder beschadigen. Ook terugkerende bovenste luchtweginfecties zoals sinusitis of oorontsteking kunnen het gevolg zijn van bronchiëctasie.
In ongeveer de helft van de gevallen blijft de precieze oorzaak onbekend. Bronchiëctasie kan aangeboren zijn of later in het leven opduiken door een andere longaandoening.
Mogelijke oorzaken zijn o.a. mucoviscidose, aandoening van het immuunsysteem, longontsteking in kindertijd of op latere leeftijd, obstructie door bv. een voorwerp of tumor, inademen van schadelijke stoffen (ook bv. in het geval van reflux), longziekten zoals astma of COPD en systeemziekten.
Hoe kun je het herkennen?
Mensen met bronchiëctasie hebben vooral last van aanhoudend hoesten met veel slijm.
Ook typisch zijn de steeds terugkerende periodes van koorts en infecties zoals bronchitis en longontsteking.
Soms hoest je wat bloed mee op.
Je kunt ook een piepend geluid horen bij het uitademen.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Je arts zal je eerst vragen stellen over je klachten en informeren of je rookt.
Hij zal daarna naar je longen luisteren.
In geval van een bronchiëctasie, hoort de arts bij inademen een grof gekraak of bij uitademen een gepiep.
Longfunctieonderzoek (spirometrie) en een gewone longfoto (Rx) tonen doorgaans weinig afwijkingen, zeker in verhouding met de klachten. De arts zal de diagnose bevestigen aan de hand van een scan (CT) van de longen.
Onderzoek en behandeling gebeuren meestal door de longarts (pneumoloog). Opvolging kan door de huisarts gebeuren.
Wat kun je zelf doen?
Rook niet en zorg ervoor dat je niet passief mee rookt.
Hanteer een gezonde levensstijl.
Beweeg voldoende. Een kinesitherapeut kan je hierin begeleiden. Deze kan je ook helpen bij het versterken van de ademhalingsspieren.
Jaarlijkse griepvaccinatie en om de vijf jaar pneumokokkenvaccinatie is aangewezen.
Wat kan je arts doen?
Een bronchiëctasie is niet te genezen.
De behandeling is puur gericht op het verlichten van de klachten, bvb. met behulp van ademhalingskinesitherapie, antibiotica bij infectie en inhalatie met luchtwegverwijders en cortisone.
Hebben deze maatregelen onvoldoende effect of is de bronchiëctasie beperkt tot een longkwab, dan kan men het aangetaste deel chirurgisch verwijderen. Maar dit is slechts zelden aangewezen (in 5% van de gevallen). Bij ernstige achteruitgang van de longfunctie kan een longtransplantatie noodzakelijk zijn.