Wat is het?
We spreken over een eetstoornis als iemand sterk afwijkende eetgewoonten ontwikkelt, waarbij het verstoorde eetgedrag een invloed heeft op de verschillende domeinen van zijn of haar leven. Met afwijkende eetgewoonten bedoelen we:
- opmerkelijk minder of minder gevarieerd eten (lijnen, vasten, diëten);
- het hebben van eetbuien;
- een combinatie van beide.
De persoon kan ook extreme methodes gebruiken om af te vallen, zoals:
- overmatig sporten/bewegen;
- braken;
- misbruik van laxeermiddelen en diuretica (plaspillen).
Wat stel je vast?
Een eetstoornis ontwikkelt zich meestal geleidelijk. Vooraleer duidelijke signalen optreden (zoals ernstig gewichtsverlies), zijn er vaak minder opvallende signalen op te merken in het gedrag van de persoon. Meestal gaat er een periode vooraf waarin zijn of haar eetgedrag verandert. Herkennen van een beginnende eetstoornis is echter niet altijd eenvoudig, omdat de persoon zijn of haar eet- of compensatiegedrag zoveel mogelijk kan verbergen. Bovendien zijn heel wat mensen bezig met hun voeding, gewicht en uiterlijk. Als je verschillende van de onderstaande signalen opmerkt en als deze signalen aanwezig blijven of verergeren, wijst dat erop dat de persoon hulp nodig heeft.
Veranderingen in eetgedrag:
- Lijngedrag (vasten, diëten, extreem gezond eten, plots vermijden van bepaalde soorten voeding …)
- Eetbuien (erg veel eten op korte tijd met een gevoel van controleverlies)
- Eten weggooien
- Uitvluchten, trucs, leugens … om niet te moeten eten
- Treuzelen, langzaam eten, eetrituelen …
- Veel water drinken (om honger te stillen)
- Liever alleen eten
- Hamsteren van voedsel
- Verdwenen voedsel, veel lege verpakkingen …
Onaangepast gedrag om te compenseren voor eten en om gewichtstoename te voorkomen
- Braken, overmatig bewegen, misbruik van laxeermiddelen, plaspillen of andere medicatie
- Tijdens of onmiddellijk na het eten naar het toilet gaan (om te braken)
- Sporten ondanks blessures of andere belangrijke activiteiten, vermoeidheid …
Overmatig bezig zijn met eten, gewicht en uiterlijk
- Voortdurend bezig zijn met eten, afvallen, calorieën tellen ...
- Vaak voor de spiegel of op de weegschaal staan, vaak het lichaam inspecteren (of dat net vermijden)
- Piekeren over eten
- Zichzelf overmatig tot onrealistisch lelijk en dik vinden, intense angst om dik te worden
- Verhullende kleding dragen
- Stemmingswisselingen in functie van gewichtsschommelingen
- Personen met uitgesproken schoonheidsidealen/eetstoornissen volgen op internet of sociale media
Lichamelijke signalen zonder aanwijsbare verklaring
- Toename, afname of schommelingen in gewicht
- Snel koud hebben, blauwe handen of voeten
- Veranderingen in of uitblijven van menstruatie
- Flauwvallen, duizeligheid, wazig zien
- Maag- en darmklachten (buikpijn, brandend maagzuur, verstopping, diarree …)
- Bleke huid
- Hartproblemen
- Drogere huid, haaruitval, ontstaan van donsharen op het gezicht
- Vermoeidheid, hoofdpijn
- Schade aan het gebit (of tandvlees)
- Gezwollen speekselklieren, keelpijn, heesheid
- Wondjes aan de vingers en handen (door zelf uitgelokt braken)
- Trillen, beven
- Spierkrampen, spierzwakte
- Vochtophoping
- Botontkalking
- Problemen met aandacht en concentratie, plannen en organiseren, leren en geheugen
Andere veranderingen in gevoelens
- De persoon geeft blijk van uitgesproken negatieve gevoelens.
Hij of zij:- voelt zich angstig;
- heeft weinig zelfvertrouwen;
- voelt zich schuldig of waardeloos, schaamt zich, heeft veel zelfkritiek;
- voelt zich neerslachtiger, is somber;
- is prikkelbaar.
- Sterk wisselende gevoelens
- Een intens negatieve stemming kan snel overgaan naar een intens positieve stemming en omgekeerd.
Andere veranderingen in gedrag
- Slaapproblemen
- Minder presteren of overdreven prestatiegericht gedrag op werk, school of hobby’s
- Zich terugtrekken van familie, vrienden en sociale activiteiten
Aanbeveling
Bijstaan en ondersteunen
- Ga het gesprek aan en blijf rustig.
- Zeg dat je bezorgd bent.
- Wees alert voor zelfmoordgedachten en zelfverwonding.
- Luister zonder te oordelen.
- Vermijd kritiek of beschuldigingen.
- Bied steun en toon medeleven.
- Schat in of de persoon zijn of haar eetgedrag wil veranderen.
- Praat niet te veel over eten, gewicht en uiterlijk.
- Respecteer privacy, maar beloof geen geheimhouding.
- Beperk advies, maar zoek samen naar oplossingen.
- Wil de persoon niet praten? Respecteer dat dan, maar blijf contact houden. Blijf aanwezig en moedig het slachtoffer aan om over zijn of haar gedachten en gevoelens te vertellen tegen mensen die dicht bij hem of haar staan.
Begeleiden naar professionele en andere hulp
- Moedig de stap naar professionele hulpverlening aan.
- Als de persoon niet geholpen wil worden, wees dan geduldig, maar geef niet op.
- Raadpleeg zelf professionele hulp als:
- iemand ernstige medische gevolgen ondervindt van zijn of haar eet- en/of compensatiegedrag;
- hij of zij volledig het contact met de realiteit verliest;
- je concreet bezorgd bent dat hij of zij zichzelf of anderen in gevaar kan brengen.
- Hulpdiensten bij ernstige medische problemen: 112
Meer informatie
Lees ook de gedetailleerde tips van het Rode Kruis in het boek 'Luister! Eerste hulp bij psychische problemen' van Rode Kruis Vlaanderen.