Wat is het?
Wanneer door blootstelling aan een te lage temperatuur (-10 tot -15°C) het lichaam geen normale temperatuur (37°C) kan aanhouden, ontstaan vriesletsels. De kans hierop neemt toe bij ongunstige omstandigheden zoals wind en vocht. Bevriezing kan dan al optreden bij een temperatuur van 0°C en lager. Andere factoren die vriesletsels in de hand werken, zijn o.a. diabetes, bepaalde medicijnen (bv. bètablokkers), vroegere vriesletsels (risico x 2 tot 4) en dragen van knellende kleding of schoeisel. De uiteinden van het lichaam (vingers, tenen, neus en oren) zijn het meest gevoelig voor bevriezing.
Hoe vaak komt het voor?
Door ons gematigd klimaat komen vriesletsels in Vlaanderen weinig voor. Ze worden vooral gezien bij berg- en wintersporters.
Hoe kan je het herkennen?
Er zijn 4 graden van bevriezing:
- Oppervlakkige bevriezing: witte, koude, bijzonder pijnlijke huid met omringende roodheid.
- Marmerachtig witte huid met vochtblaren. De huid wordt hard en gevoelloos. Het aangetaste lidmaat kan zwellen.
- Niet alleen de huid maar ook het onderliggende vet vertoont vriesletsels. De huid is spierwit of heeft een blauwe kleur. De blaren zijn gevuld met een bloederig vocht. De huid voelt deegachtig aan; bij diepere letsels wordt de huid hard en gevoelloos. Uiteindelijk sterft het weefsel onder de blaren af (zwarte verkleuring of necrose).
- In het ergste stadium van bevriezing sterven de spieren en soms ook de botten af.
De gevolgen van bevriezing zijn meer uitgesproken wanneer het aangedane lichaamsdeel langzaam kouder wordt, bij langere blootstellingsduur en trage opwarming.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Voor opwarming is het vaak moeilijk om zelfs met aanvullend onderzoek zoals doppleronderzoek de uitgebreidheid en de diepte van een vrieswonde vast te stellen. De grens tussen gezond en ziek weefsel is in het begin niet altijd duidelijk.
Wat kan je zelf doen?
Houd rekening met het weer en neem gepaste maatregelen om vriesletsels te voorkomen. Voor concrete tips bezoek je best de website gezond sporten van de Vlaamse overheid.
Bij (dreigende) bevriezing roep je best zo snel mogelijk medische hulp in. Doe in afwachting o.a. het volgende: vervang natte kledij door droge, zoek beschutting, nuttig een warme drank en verwarm het aangedane verwarmen in de oksel of lies van een teamgenoot.
Wat kan je arts doen?
De arts kijkt eerst na of de persoon ook onderkoeld is, want dat is een levensbedreigende situatie. De behandeling van vriesletsels beoogt het herstel en behoud van het aangedane lichaamsdeel. Belangrijke aandachtspunten zijn het voorkomen van infectie, adequate pijnstilling en dagelijkse wondverzorging. Het aangedane lichaamsdeel wordt zo snel mogelijk opgewarmd in warm water (40°C gedurende 15 tot 30 minuten), maar alleen wanneer het niet opnieuw kan bevriezen (opletten bij bergsport!) want dat vergroot de schade.
Blaren worden intact gelaten. Een gezwollen lidmaat wordt in hoogstand gebracht en vastgezet met een spalk. Tetanuspreventie en voorkomen van klontervorming zijn belangrijk. Soms moet, omwille van infectiegevaar, bevroren weefsel chirurgisch verwijderd worden.
Snel terug bewegen wordt aangemoedigd. Roken wordt afgeraden. Genezing kan vele maanden in beslag nemen en gepaard gaan met langdurige klachten zoals overvloedig zweten, gevoelsstoornissen en gewrichtsstijfheid. Soms kan de gevoelloosheid zelfs blijvend zijn. Bij een bevriezing van graad 4 is amputatie vaak onvermijdelijk.