Wat is het?
De term sporthart verwijst naar veranderingen in het hart als gevolg van intensieve en langdurige training. Het kan gaan om wijzigingen in de structuur (de hartspier en de grootte van het hart) en in de elektrische activiteit van het hart (het hartritme). Meestal zijn de veranderingen omkeerbaar, d.w.z. dat ze weer verdwijnen als de intensieve training gestaakt wordt.
Wat zijn de kenmerken?
Structurele veranderingen
Deze treden vooral op in de linkerhartkamer, die groter kan worden. Dit doet zich vooral voor bij duursporters (bijv. wielrennen) en minder bij atleten die aan krachttraining doen (bijv. gewichtheffen). De hartspier zelf kan ook dikker worden. Dit is vooral het geval bij krachttraining. De twee veranderingen kunnen ook samen voorkomen.
Verandering in de elektrische activiteit
Het meest kenmerkend is een vertraagde hartslag, die soms zakt tot 30 slagen per minuut. Deze vertraging treedt vooral op in rust en ’s nachts, en verdwijnt bij inspanning.
De elektrische activiteit is zichtbaar op een hartfilmpje of ECG. Bij een sporthart kunnen op een ECG ook veranderingen te zien zijn, zoals een trage of overslaande hartslag.
Interpretatie
Aanpassingen van het hart aan intensieve sportbeoefening zijn geen teken van een hartziekte. Ze zijn niets anders dan een manier waarop het hart zich aanpast om een zwaardere belasting aan te kunnen, en zullen dan ook geen klachten veroorzaken. Soms zijn deze aanpassingen echter moeilijk te onderscheiden van onderliggende hartziekten. Daarom wordt aangeraden om, indien nodig, een preventief hartonderzoek te doen bij een arts met een specifieke opleiding hiervoor.
Zo kan een verdikking van de hartspier te wijten zijn aan langdurige training, maar ook aan bijv. hoge bloeddruk of aan een ziekte van de hartspier zelf. Kennis van de afwijkingen die mogelijk zichtbaar zijn op een hartfilmpje (ECG) bij sporters is uitermate belangrijk om een onderscheid te kunnen maken tussen een sporthart en een mogelijke hartziekte.
De vaststelling van kleine afwijkingen die geen klachten veroorzaken is geen reden om het sporten te verbieden. Wel worden extreme inspanningen afgeraden, en in sommige gevallen gebeurt verder onderzoek om de oorzaak te achterhalen.
Als er wel klachten optreden tijdens de sportbeoefening, bijv. pijn op de borst of hartkloppingen, moet gedacht worden aan een hartafwijking en is steeds verder onderzoek nodig.