Wat is het?
Verdrinking ontstaat door het inademen van water in de longen. Als iemand langdurig onder water blijft, zal hij eerst zo lang mogelijk de adem inhouden. Maar na korte tijd wordt de drang om te ademen zo groot dat de persoon naar adem zal happen. Hierdoor stroomt er water binnen in de mond en luchtwegen. Een hoeveelheid water komt in de longen terecht, waardoor de longblaasjes beschadigd raken. Er ontstaat dan een zuurstoftekort in het lichaam. Als de hersenen een tijdje onvoldoende zuurstof krijgen, zal de persoon het bewustzijn verliezen. Uiteindelijk krijgt ook het hart onvoldoende zuurstof en volgt er een hartstilstand.
Als het water erg koud is of als de persoon langere tijd in het water heeft doorgebracht voor hij werd ondergedompeld, kan er ook sprake zijn van onderkoeling. De lichaamstemperatuur zakt dan onder de 35°C. Door het dalen van de temperatuur vertragen de stofwisseling en de lichaamsfuncties. De reacties, de ademhaling en de hartslag vertragen, en de huid wordt koud.
Als een persoon onder water in nood is geweest, maar niet bewusteloos is, spreken we van bijna-verdrinking. Verdrinking en bijna-verdrinking zijn dikwijls het gevolg van een ongeval, zoals een nekletsel bij het duiken. Het kan echter ook veroorzaakt zijn door een aandoening, zoals een hartaanval, hersenbloeding of decompressie door te snel te diep duiken.
Hoe vaak komt het voor?
Er wordt geschat dat er wereldwijd ongeveer 360.000 mensen per jaar sterven door verdrinking. Kinderen, mannen en personen die veel tijd doorbrengen in de buurt van water lopen het grootste risico op verdrinking.
Hoe kan je het herkennen?
Bij verdrinking is het slachtoffer bewusteloos. Hij reageert niet op een aanspreking (‘Wat is er gebeurd?’) of op een pijnprikkel (knijpen in de huid of oorlel). De persoon ademt niet meer, en er is geen polsslag te voelen.
Bij bijna-verdrinking is het slachtoffer nog bij bewustzijn, al kan dat verminderd zijn. Hij reageert op een aanspreking en in elk geval op pijnprikkels. Meestal is er een hartslag aanwezig. De ademhaling kan afgenomen of zelfs afwezig zijn.
Wat kan je zelf doen?
Het slachtoffer ligt nog in het water
Verwittig de hulpdiensten. Het slachtoffer moet zo snel mogelijk (horizontaal) uit het water gehaald worden. Ga alleen het water in als er geen andere mogelijkheid is. Als je helpt, denk dan steeds aan je eigen veiligheid. Zorg ervoor dat er altijd nog minstens 1 persoon in de buurt is die kan helpen.
Het slachtoffer is uit het water
Verwittig zo snel mogelijk de hulpdiensten (als dat nog niet gebeurd is).
Verlies geen tijd met het zogenaamde 'leegmaken van de longen' van het slachtoffer. Door hevige kramp van de stembanden bij contact met een beetje water komt er in een aantal gevallen geen water in de longen terecht. Als dat wel zo is, kun je dat water er toch niet laten uitlopen.1
Controleer het bewustzijn door het slachtoffer aan te spreken en/of in zijn huid of oorlel te knijpen. Controleer gedurende tien seconden of er een normale ademhaling is.
- Als het slachtoffer bewusteloos is en niet normaal ademt, controleer dan de pols. Is ook die afwezig, start dan met reanimatie. Begin met 30 hartmassages (15 bij een kind) en wissel dit af met 2 beademingen. Voer de hartmassages voldoende snel (100 per minuut) en krachtig uit, en druk de borstkas zeker 5 cm naar beneden. Ga hiermee door tot er hulp arriveert.
- Als het slachtoffer bewusteloos is en normaal ademt, leg hem dan in stabiele zijligging in afwachting van de komst van de hulpdiensten. Controleer elke minuut opnieuw of zijn ademhaling normaal blijft.2
- Als het slachtoffer bij bewustzijn is en normaal ademt, verplaats hem dan horizontaal en laat hem opwarmen met een deken, in afwachting van de hulpdiensten.2
Ook in geval van een bijna-verdrinking, waarbij een persoon in nood is geweest onder water maar niet bewusteloos is, moet je een arts contacteren. Mogelijk is er water in de longen van het slachtoffer terechtgekomen, wat in de eerste 48 uur tot levensgevaarlijke complicaties kan leiden. Als het slachtoffer in de 48 uur na een bijna-verdrinking erg benauwd wordt, verwittig dan meteen de hulpdiensten.
Wat kan je arts doen?
Het slachtoffer is bij bewustzijn
Als het slachtoffer bij bewustzijn is, zal de arts starten met het toedienen van zuurstof. Het zuurstofgehalte in het bloed wordt regelmatig gecontroleerd. Op de plaats van het ongeval kan dit met een zuurstofmetertje dat op de vingertop wordt geplaatst, in het ziekenhuis gebeurt dit via een bloedafname.
Vaak zit er water in de maag van het slachtoffer en bestaat de kans dat dit water nog in de longen terecht komt. Daarom wordt de persoon de eerste uren zeer nauwkeurig opgevolgd in het ziekenhuis. Als er geen problemen optreden, mag hij na 1 dag het ziekenhuis verlaten.
Het slachtoffer is bewusteloos
Zodra de hulpdiensten arriveren, starten ze de reanimatie (of nemen ze de reanimatie over) en sluiten ze een externe defibrillator aan. Het slachtoffer moet nadien zo snel mogelijk naar het ziekenhuis gebracht worden voor verdere behandeling.
Meer weten?
- https://www.rodekruis.nl/ehbo-wat-te-doen-bij/verdrinking/
- https://www.rodekruis.be/wat-kan-jij-doen/volg-een-opleiding/eerstehulptips/verdrinking/
- https://patient.info/doctor/drowning-and-near-drowning
Bronnen
1 Preventie van verdrinking, ‘Help! Eerste hulp voor iedereen’ ISBN 9789068910216 (Rode Kruis-Vlaanderen)
2 https://www.rodekruis.be/wat-kan-jij-doen/volg-een-opleiding/eerstehulptips/verdrinking/