Het verhaal van Valerie
Valerie is 29, single, en werkt in public relations. Valerie heeft nog nooit seks met penetratie gehad, maar ziet nu een man tot wie ze zich erg aangetrokken voelt, en fantaseert over seks met hem. Ze heeft tegen hem gelogen over haar seksleven. Naast verlangen voelt ze zich ook fysiek opgewonden. Maar ze is bang om een relatie te starten: de mogelijkheid tot penetratie, haar vroegere negatieve beeld over seks en de moeilijkheden om een intieme relatie te starten boezemen haar angst in. De laatste keer dat Valerie met een man afsprak gingen ze naar een hotel en zette hij haar onder druk om seks te hebben. De dag nadien was hij zorgzamer, en zei hij dat hij enkel dicht bij haar wilde zijn.
Valerie heeft ook al moeilijkheden en pijn ervaren bij een gynaecologisch onderzoek. Ze vertelde aan de gynaecoloog dat haar partner het beu was om voortdurend afgewezen te worden, en dat hij zich afvroeg “wat er is mis is met me, dat je geen seksuele relatie met me wil?”
Valerie heeft vaginisme.
Maar wat is het, en wat weten we over mogelijke behandelingen?
Wat is vaginisme?
Vaginisme is een ongewilde samentrekking van de spieren rond de vagina die geslachtsgemeenschap en gynaecologische onderzoeken moeilijk of zelf onmogelijk maken. De definitie van vaginisme werd recent uitgebreid als gevolg van nieuw onderzoek, en bevat nu de termen pijn, spierspanning en angst voor penetratie.
Het is een van de meest voorkomende seksuele aandoeningen bij vrouwen. Vaginisme kan onderverdeeld worden in een primaire en een secundaire vorm. We spreken van een primaire vorm wanneer een vrouw nog nooit eerder seks heeft gehad door ongewilde samentrekkingen van de spieren rond de vagina. Bij de secundaire vorm heeft een vrouw wel eerder seks met penetratie gehad, maar is ze daar niet langer toe in staat.
Welke behandelingen bestaan er?
Seksuologen vinden dat de ideale behandeling voor vaginisme rekening houdt met biologische, emotionele, psychologische en relationele aspecten van de vrouw en het koppel. Behandelingsopties zijn onder meer psychosociale interventies, medicatie (antidepressiva, angstremmers, lokale verdoving of injecties met botulinetoxine A) of combinaties van beide. De potentiële voor- en nadelen van al deze behandelingen moeten goed overwogen worden, liefst ondersteund met kwaliteitsvolle wetenschappelijke studies.
Systematische desensitisatie (gedragstherapie gericht op het minder gevoelig maken voor bepaalde prikkels), samen met het gebruik van dilators of dilatators (instrumenten gebruikt om lichaamsopeningen, in dit geval de vagina, systematisch te verwijden), is een combinatie die vaak gebruikt wordt als therapie voor vaginisme. Doel is te komen tot diepe spierrelaxatie en het geleidelijk aan inbrengen van een dilator of een vinger in de vagina om zo de angst die geassocieerd wordt met penetratie te verminderen.
Angstremmers, zoals diazepam, in combinatie met psychotherapie is de meest gebruikte combinatietherapie. Medicatie wordt vaak gebruikt bij vrouwen die niet konden geholpen worden met psychotherapie alleen en die erg angstig zijn. Lokale verdoving, zoals bijvoorbeeld met een lidocaïnegel, werd voorgesteld als mogelijke behandelingsoptie, maar vergelijkende studies hierover ontbreken. Het gebruik van antidepressiva of anti-epileptica werd al geprobeerd, maar zonder veel succes.
Botulinetoxine (botox), een tijdelijk spierverlammend middel, zou kunnen helpen bij de behandeling van vaginisme, met als doel de overdreven samentrekkingen van de bekkenbodemspieren te verminderen, maar deze behandeling is nog in een experimenteel stadium, en vergelijkende studies zijn nog niet beschikbaar.
Men is het erover eens dat vaginisme behandelen een uitdaging is. De praktische en emotionele impact van oefeningen en het gebruik van dilators mag zeker niet onderschat worden door zorgverleners, wat anders zou kunnen leiden tot onvoldoende ondersteunen en informeren. Seksuologen kunnen een belangrijke rol spelen in de ondersteuning van vrouwen en hun partners tijdens de behandeling en kunnen hen helpen beter te communiceren over seks, de intimiteit tussen partners te vergroten en de seksuele voldoening van hun relatie te verbeteren.
Dit Cochrane literatuuroverzicht (1) brengt het best beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal samen over de behandeling van vaginisme en dient als informatiebron bij het kiezen van een behandeling voor vaginisme. Dit overzicht werd voor het eerst gepubliceerd in 2001 en werd al regelmatig geüpdatet, maar er blijft nog steeds erg weinig degelijk onderzoek beschikbaar.
Bewijs & gaten in het bewijs
Dit literatuuroverzicht bevat 5 studies, met in het totaal 282 deelneemsters. Er zijn een aantal problemen met het beschikbare bewijsmateriaal, zoals een klein aantal studies en onderlinge verschillen tussen de studies enerzijds, wat ervoor zorgt dat de resultaten van de verschillende studies niet samen geanalyseerd kunnen worden, en een gebrekkige rapportering van de studies anderzijds.
De belangrijkste bevinding is dat er geen verschil lijkt te zijn tussen systematische desensitisatie en de gebruikte controlebehandelingen, behalve dan dat er meer mensen stopten met de studie wanneer ze behoorden tot een controlegroep die op een wachtlijst stond. Belangrijk om te vermelden is dat er sinds de laatst gepubliceerde versie van dit overzicht uit 2012 enkele nieuwe studies werden opgezet. Deze zullen opgenomen worden in een nieuwe versie en veranderen mogelijk de conclusies van het overzicht. Een literatuuroverzicht uit 2009 (2), waarbij ook studies van lage kwaliteit werden meegenomen (studies zonder controlegroep) concludeerde dat systematische desensitisatie met insertietraining mogelijk wel effectief is.
Naar bruikbaar onderzoek om behandelingskeuzes te ondersteunen
Het wordt als goede praktijk beschouwd om een multidisciplinair team, met een gynaecoloog, een kinesitherapeut en een psycholoog/seksuoloog te betrekken bij de diagnose en behandeling van vrouwen met vaginisme, om zo de verschillende aspecten van de aandoening te benaderen. Op dit moment bestaat er echter geen betrouwbaar bewijs om de vrouwen en zorgverleners te ondersteunen bij het kiezen van een behandeling.
Herdefiniëren van succesvolle behandeling
Er is nood aan goed ontworpen studies over medicatie en psychotherapie voor vaginisme. Maar er is meer nodig dan dat. Als toekomstig onderzoek nuttig wil zijn moet het niet alleen ontworpen, uitgevoerd en gerapporteerd worden volgens de hoogste standaarden, maar moet een succesvolle behandeling van vaginisme veel breder gedefinieerd worden dan enkel penetratie. Het merendeel van de tot hiertoe uitgevoerde studies definieerde de mogelijkheid tot vaginale penetratie door geslachtsgemeenschap als belangrijkste doel. Hoewel penetratie een gewenste uitkomst is, is deze definitie van een succesvolle behandeling vrij eng, zolang ze niet gepaard gaat met seksuele voldoening en aangename gevoelens bij het koppel. Daarnaast is het ook belangrijk dat er meer onderzoek gevoerd wordt naar de doeltreffendheid van behandelingsstrategieën bij vrouwen met een verschillende socio-culturele achtergrond.
Het is belangrijk dat vrouwen met vaginisme goed geïnformeerd worden over hun behandelingsopties. Schaamte kan ervoor zorgen dat ze aarzelen om medische hulp in te schakelen, terwijl een vroege diagnose belangrijk is.
Tamara Melnik en Oswaldo M. Rodrigues Jr hebben geen andere belangen te melden
Referenties kunnen op deze pagina gevonden worden.
Deze blog verscheen oorspronkelijk op Evidently Cochrane, op 7 april 2017.
Vertaling: Bert Avau, Cochrane Belgium