In het nieuws
Volgens de nieuwe campagne van TeGek!? vermindert wandelen het risico op depressie en op angst- en stress-gerelateerde klachten. Wie deze klachten heeft, zou ze ook makkelijker verwerken.
Factcheck
Wekelijks 150 minuten (bijv. 3 tot 5 keer 30 tot 45 minuten) wandelen verbetert het mentale welzijn en vermindert het risico op depressie. Het type sport en de intensiteit doen er niet toe. Het effect van wandelen op de mentale veerkracht is vergelijkbaar met het effect van lopen, zwemmen of fietsen. Het belangrijkste is om het geregeld te doen en vol te houden.
Lees verder »Waar komt dit nieuws vandaan?
TeGek!? is een initiatief van het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Annendael Diest dat psychische problemen in Vlaanderen bespreekbaar wil maken. Sinds 2004 worden regelmatig campagnes gelanceerd, die via literatuur, muziek of bewegen mensen met psychische problemen een hart onder de riem willen steken.
De campagne voor 2019 focust op bewegen. Wandelsport Vlaanderen, Parantee-Psylos (sportfederatie voor mensen met een beperking) en TeGek!? organiseren van januari tot november 2019 een reeks wandelingen in heel Vlaanderen om mensen te motiveren om de wandelschoenen aan te trekken (1). Iedereen is welkom. De organisatie stelt dat wie 2 tot 3 keer per week een fysieke inspanning doet, zoals wandelen, over het algemeen een betere geestelijke gezondheid heeft dan wie minder vaak traint. Daarbij verwijst ze naar allerhande wetenschappelijke studies om haar boodschap kracht bij te zetten.
Bron
(1) https://www.tegek.be/projecten/te-gekke-wandelingen.html
Hoe moeten we dit nieuws interpreteren?
Er bestaat veel onderzoek naar de impact van lichaamsbeweging op het mentale welzijn. Doorgaans wijzen deze studies op een gunstige invloed. Volgens een overzichtsstudie van 49 observatiestudies met betrekking tot 266.000 mensen van alle leeftijden is sporten goed voor het humeur en vermindert het het risico op depressie. Een zeer grote studie met meer dan 1,2 miljoen volwassen Amerikanen bevestigt dat regelmatig bewegen, 3 tot 5 keer per week gedurende 30 tot 45 minuten, het mentale welzijn duidelijk verbetert en dat het effect vergelijkbaar is voor alle sporten, ongeacht de intensiteit. Wandelen is net zo goed voor de mentale weerbaarheid als fietsen of lopen (2).
Toch is het moeilijk zwart op wit te bewijzen dat regelmatig bewegen de oorzaak is van een betere veerkracht. Mogelijk zijn mensen die zich goed in hun vel voelen gemakkelijker in staat om meer te bewegen. Een zeldzaam prospectief onderzoek, waarbij een grote groep mensen gedurende 13 jaar werd opgevolgd en de onderzoekers nagingen wie van hen een ernstige depressie ontwikkelde, versterkt de aanwijzing dat bewegen werkt: deelnemers die minstens 150 minuten per week actief waren, ontwikkelden minder vaak een ernstige depressie in vergelijking met diegenen die deze beweegnorm niet haalden (3). Om 100% zeker te zijn, zou men een vergelijkbare groep mensen in twee groepen moeten verdelen, waarbij men de ene groep aanzet tot bewegen en de andere groep verbiedt dit te doen. Dergelijk onderzoek is ethisch niet verantwoord en zal dus nooit gevoerd worden.
De vraag is of het er veel toe doet. Regelmatig bewegen is niet alleen een aanrader voor het mentale welzijn, maar vermindert ook het risico op hart- en vaatziekten, overgewicht, hoge bloeddruk en diabetes.
Conclusie
Wekelijks 150 minuten (bijv. 3 tot 5 keer 30 tot 45 minuten) wandelen verbetert het mentale welzijn en vermindert het risico op depressie. Het type sport en de intensiteit doen er niet toe. Het effect van wandelen op de mentale veerkracht is vergelijkbaar met het effect van lopen, zwemmen of fietsen. Het belangrijkste is om het geregeld te doen en vol te houden.
Referenties
- (2) Chekroud S et al. Association between physical exercise and mental health in 1·2 million individuals in the USA between 2011 and 2015: a cross-sectional study. Lancet Psychiatry 2018;9:739-746
- (3) Hallgren M et al. Prospecitive associations between physical activity and clinical diagnosed major depressive disorder in adults. Preventive Medicine 2019;11:38-43