Wat is het?
Een schaafwonde is een oppervlakkige wonde waarbij alleen het beschermende bovenste laagje van je huid is afgeschaafd. Daardoor zie je losse velletjes. Een schaafwonde komt vaak voor na een valpartij.
Wat stel je vast?
- Een schaafwonde is rood.
- Je ziet puntvormige bloedingen.
- Vaak zit er vuil in de wonde (bijvoorbeeld zand of kleine steentjes).
- Deze wonden zijn erg pijnlijk, omdat er veel zenuwuiteinden geraakt zijn.
Aanbeveling
! Zorg ervoor dat je niet in contact komt met bloed of andere lichaamsvochten van het slachtoffer. Was of ontsmet je handen en trek wegwerphandschoenen aan.
Ga naar een arts als:
- je de bloeding niet kan stelpen;
- je de wonde niet goed kan proper maken (er blijft vuil in de wonde zitten);
- het slachtoffer een schaafwonde heeft die groter is dan de helft van zijn of haar handpalm;
- het slachtoffer (vermoedelijk) niet genoeg is beschermd tegen tetanus (niet gevaccineerd, herhalingsvaccinatie te lang geleden, bij twijfel);
- het gezicht, de ogen of de geslachtsdelen zijn gekwetst;
- de wonde werd veroorzaakt door een beet van een dier of mens;
- het gaat om een wonde bij een persoon met diabetes (suikerziekte) of met een verminderde weerstand.
Verleen verdere eerste hulp:
Stelp een eventuele bloeding door op de wonde te (laten) drukken. Maak daarna de wonde proper:
- Maak de wonde grondig schoon met stromend water.
- Gebruik bij voorkeur lauw water.
- Richt de waterstraal rechtstreeks op de wonde om het vuil uit de wonde weg te spoelen.
- Wrijf als dat nodig is lichtjes in de wonde om hardnekkig vuil eruit te halen.
- Gebruik daarvoor een steriel kompres.
- Dep na het spoelen de huid rond de wonde droog, bijvoorbeeld met een propere handdoek.
- Raak daarbij de wonde niet meer aan.
- Bedek de wonde nadat je ze proper gemaakt hebt, bijvoorbeeld met een steriel kompres (eventueel met hydrogel), een vetverband, een wondpleister of een tweedehuidverband.
- Een wonde geneest sneller als hij is bedekt, bij voorkeur in een vochtig wondklimaat (en op voorwaarde dat hij eerst goed werd schoongemaakt).
Wanneer er geen of te weinig water beschikbaar is, gebruik je een waterig, niet-verkleurend ontsmettingsmiddel.
- Maak de wonde proper met een waterig, niet-verkleurend ontsmettingsmiddel.
- Spuit het ontsmettingsmiddel op de wonde en op een kompres;
- dep met het kompres het vuil uit de wonde.
- Wrijf als dat nodig is lichtjes in de wonde om hardnekkig vuil eruit te halen.
- Zit er veel vuil in de wonde? Neem dan regelmatig een nieuw kompres en gebruik voldoende ontsmettingsmiddel.
- Zit er geen vuil meer in de wonde? Ontsmet de wonde dan nog een laatste keer met een proper kompres.
- Dep na het ontsmetten de huid rond de wonde droog, bijvoorbeeld met een propere handdoek.
- Raak daarbij de wonde niet meer aan.
- Bedek de wonde nadat je ze ontsmet hebt, bijvoorbeeld met een steriel kompres (eventueel met hydrogel), een vetverband, een wondpleister of een tweedehuidverband.
- Een wonde geneest sneller als hij is bedekt, bij voorkeur in een vochtig wondklimaat (en op voorwaarde dat hij eerst goed werd schoongemaakt).
Meer informatie
- Lees ook Help! Eerste hulp voor iedereen met gedetailleerde eerstehulptips van Rode Kruis-Vlaanderen.
- Download de app van het Rode Kruis. Zo heb je altijd de belangrijkste eerstehulptips op zak.
- Bekijk de instructiefilmpjes van het Rode Kruis hieronder.