Wat is het?
Bij beschadiging van de huid door een kwetsuur, operatie of ziekte, treedt een spontaan herstelmechanisme in werking. Er wordt dan nieuwe huid aangemaakt, of het defecte weefsel wordt vervangen door bindweefsel, hetgeen een litteken vormt. Dat gebeurt niet alleen met de opperhuid, maar ook met dieper beschadigde huidlagen.
Soms kan een litteken beginnen te woekeren buiten de grenzen van de oorspronkelijke wonde en als een dikke verkleurde streng of knobbel bovenop de huid liggen. Dat is wat we in de volksmond ‘wild vlees’ noemen (medische term is keloïd).
Eens het keloïd gevormd is, zal het niet spontaan in omvang verkleinen. Dat in tegenstelling tot gewone overmatige littekengroei, waarbij de littekenvorming binnen de grenzen van de oorspronkelijke wonde blijft en vaak spontaan verdwijnt binnen 6 tot 12 maanden.
De oorzaak van keloïd is nog niet gekend.
Hoe vaak komt het voor?
Het komt het vaakst voor bij jonge vrouwen onder de 30 jaar, en bij mensen met een donkere huidskleur.
Ook treft men het vaker aan in sommige families, wat een erfelijke aanleg suggereert.
Wondinfectie en spanning op de wonde verhogen het risico op keloïdvorming.
Heb je vroeger al een keloïd gehad, dan is het risico groot dat je dat bij een nieuwe huidbeschadiging nog eens zult voorhebben.
Hoe kun je het herkennen?
Overmatige littekengroei begint meestal 3 tot 4 weken na een huidletsel. De voorkeursplaatsen zijn oorlellen (oorbelgaatjes), borstkas (acne), schouders, kin, nek en benen.
Er verschijnt een litteken dat doorgroeit, en na maanden tot jaren een harde, rood tot bruin verkleurde streng of knobbel wordt. Een keloïd is meestal niet pijnlijk. Het kan wel jeuken of de beweging van de huid beperken. Het kan vooral de huid ontsieren.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
De diagnose wordt bijna altijd op zicht gesteld. Je arts zal vooral aandacht hebben voor mogelijke esthetische of andere klachten.
Wat kun je zelf doen?
Er zijn heel wat zalfjes en crèmes op de markt tegen vorming van littekens en keloïd. Van geen enkele is bewezen dat ze doeltreffend is.
Heb je ooit keloïdvorming gehad op een litteken, vermijd dan piercings en tatoeages.
Overweeg goed bij jezelf of je het keloïd aanvaardbaar vindt of niet. Is dat niet het geval, raadpleeg dan je arts.
Wat kan je arts doen?
De behandeling van keloïden gebeurt enkel als ze last berokkenen of omwille van esthetische redenen. Ze is moeilijk; men blijft zoeken naar nieuwe behandelopties om het keloïd te laten verdwijnen.
Je arts kan proberen het keloïd te verkleinen met een combinatie van vloeibare stikstof en het inspuiten van cortisone in het litteken.
Andere opties zijn druktherapie of siliconengelpleisters. Maar die zijn duur en vragen veel tijd.
Bij ernstige gevallen doet men een poging met bestraling of lasertherapie.
Helpt er niets, dan kan het keloïd chirurgisch worden verwijderd. De ingreep veroorzaakt natuurlijk een nieuwe wonde, die op haar beurt een nieuw keloïd kan vormen.