Toen ik zeven was, heb ik op een jaar tijd zowat elke kinderziekte doorgemaakt die je toen als kind kon krijgen: kinkhoest, rodehond, bof, windpokken en mazelen. Mazelen, dat betekent pijnlijke ogen, een felle hoest, hoge koorts en uitslag over je hele lichaam. Er zat niets anders op dan in bed blijven in een verduisterde kamer.
In datzelfde jaar (1957) raakten meer dan 600.000 andere Britse kinderen besmet met mazelen, en 94 van hen stierven. Nog meer hadden permanente hersenschade of doofheid opgelopen als gevolg van hersenvliesontsteking door het mazelenvirus. Het overgrote deel van de kinderen in het Westen kwam er goed vanaf, dus er was geen echte drang om het mazelenvirus uit te roeien tot in de late jaren ‘60. Tijdens de voorbije 2 decennia stierven in het Verenigd Koninkrijk slechts 22 kinderen aan mazelen, wat aantoont dat het beschermen van de bevolking door het mazelen-bof-rodehond-vaccin (actieve immunisatie) werkt.
Vroeger was mazelen een veel dodelijkere ziekte, en dat is het nog steeds in veel arme landen. Een nieuw literatuuroverzicht van Cochrane over passief immuniseren bij blootstelling aan mazelen toont een verbijsterend hoge sterftegraad. In een controlegroep, samengesteld uit 9 studies, blijkt dat 142 op 1.000 personen die blootgesteld werden aan mazelen stierven. Dit aantal kon verminderd worden tot 34 op 1.000 door passieve immunisatie (inspuiten van antistoffen, met wisselend effect).
Een sterftecijfer van meer dan 1 op 10 door contact met mazelen? Het speciale aan dit overzicht is dat het voornamelijk studies uit de jaren 1920-1940 bevat. We weten intussen dat sterven aan mazelen sterk verband houdt met ondervoeding (vooral een vitamine A-tekort) en dat armere kinderen in Europa en de VS tijdens het interbellum vaak ondervoed waren. Een effectief vaccin tegen mazelen werd pas in de jaren ’60 ontwikkeld, en in die tijd was de enige manier om kwetsbare kinderen tegen mazelen te beschermen ze een inspuiting geven met antistoffen van iemand anders. De studies verschilden sterk en definieerden niet altijd even nauwkeurig hoe de injectie bereid werd. Vandaag zouden de studies waarschijnlijk een samengevoegd antistofpreparaat met een vooraf bepaalde graad van activiteit gebruiken.
Dit overzicht levert behoorlijk sterk bewijs op dat mensen die blootgesteld zijn aan mazelen minder kans hebben om de ziekte te krijgen en eraan te sterven als ze een injectie krijgen met de antistoffen van een andere persoon. De grootte van het effect hangt waarschijnlijk af van het type preparaat en wanneer die precies toegediend wordt in de periode na blootstelling. Deze zaken kunnen we niet afleiden uit de meeste van deze oude studies, die lang voor de huidige standaarden van rapportering uitgevoerd werden.
Dit bewijsmateriaal vertalen naar een algemene conclusie voor lezers uit het Europa of de VS van vandaag is niet zo eenvoudig. De richtdatum om mazelen uit te roeien in Europa was 2015, maar we zien nog regelmatig uitbraken op plaatsen waar de vaccinatiegraad om gelijk welke reden lager is. In mei 2017 kende België een beperkte mazelenepidemie met zo’n 400 gerapporteerde gevallen. Ingevoerde mazelen kunnen ook kleine epidemieën veroorzaken in gemeenschappen waar om religieuze redenen niet gevaccineerd wordt. Bij een recente mazelenuitbraak in het Verenigd Koninkrijk werd massaal het mazelen-bof-rodehond-vaccin gebruikt, en het is niet duidelijk of er ook ergens passieve immunisatie werd toegediend. Als men dit zou overwegen, zou dit gebeuren in enkele specifieke gevallen, zoals bij mensen met een verstoord immuunsysteem of chronische aandoening, of misschien bij een zwangerschap. Bij een mazelenepidemie in Australië in 2006 werden er antistoffen gebruikt wanneer er tussen 3 en 8 dagen verstreken waren sinds het contact met mazelen (de incubatieperiode, dit is tijd tussen het contact en de eerste symptomen, bedraagt wel 7 tot 14 dagen). Het beschermend effect dat gevonden werd in deze studie lag rond de 75%, wat overeenkomt met de oudere studies.
Mazelen is vandaag nog steeds een belangrijke doodsoorzaak in bepaalde landen, maar verdere studies over passieve immunisatie vergeleken met een nepbehandeling zouden onethisch zijn, omdat het beschermende effect na blootstelling hier zonder veel twijfel is aangetoond. Preventie door algemeen vaccineren is natuurlijk nog het meest aan te raden. Dit Cochrane literatuuroverzicht, met 9 studies die qua uitvoering en rapportering ver onder de huidige standaarden zitten, is waarschijnlijk het dichtste wat we zullen komen bij een inschatting van de bruikbaarheid van passieve immunisatie na blootstelling aan mazelen, omdat deze blootstelling hopelijk snel verleden tijd wordt.
Referenties:
Young MK, Nimmo GR, Cripps AW, Jones MA. Post-exposure passive immunisation for preventing measles. Cochrane Database of Systematic Reviews 2014, Issue 4. Art. No.: CD010056. DOI: 10.1002/14651858.CD010056.pub2.
Cochrane Summary: http://summaries.cochrane.org/CD010056/antibodies-for-preventing-measles-after-exposure