In het nieuws
Zoetstoffen in onze voeding blijven voor controverse zorgen. Volgens een nieuwe hypothese hebben ze een negatief effect op onze darmflora. Klopt dit?
Factcheck
Op basis van de huidige wetenschappelijke kennis is het niet mogelijk om een uitspraak te doen over het effect van zoetstoffen op onze darmflora.
Lees verder »Waar komt dit nieuws vandaan?
Spaanse onderzoekers hebben in een overzichtsstudie de verschillende onderzoeken over het effect van zoetstoffen op onze darmflora op een rijtje gezet. Ze vonden uiteindelijk 18 studies, waarvan 14 bij dieren. De resultaten van de studies zijn zeer divers, wisselend van geen effect tot een groot effect. Bij het merendeel van de studies was er een klein effect. Deze wisselende resultaten kunnen deels verklaard worden door de grote variatie in studieopzet. Zo waren er verschillen in het soort zoetstof en de dosis die onderzocht werd. Ook de gemeten effecten wisselden. Soms werd gekeken naar de grootte van de darmflora, in andere onderzoeken werd de focus gelegd op de diversiteit van de darmflora.
Het gaat met andere woorden om een mix van verschillende soorten onderzoeken. Op basis hiervan algemene uitspraken doen over het effect van zoetstoffen op onze darmflora is moeilijk. De onderzoekers doen toch een poging en stellen dat van de toegelaten zoetstoffen enkel van saccharine en sucralose is aangetoond dat ze een negatief effect hebben op onze darmflora (1). De vraag blijft of een beperkte diversiteit van de darmflora onder invloed van deze zoetstoffen van enige betekenis is voor de gezondheid.
Bron
(1) Ruiz-Ojeda FJ, Plaza-Díaz J, Sáez-Lara MJ, Gil A; Effects of Sweeteners on the Gut Microbiota: A Review of Experimental Studies and Clinical Trials, Advances in Nutrition, 2019;10(Suppl 1):S31-S48. https://academic.oup.com/advances/article/10/suppl_1/S31/5307224
Hoe moeten we dit nieuws interpreteren?
Het onderzoek naar het effect van zoetstoffen op onze darmflora staat duidelijk nog in de kinderschoenen. Het huidig onderzoek is voornamelijk uitgevoerd bij dieren. Deze resultaten kunnen niet zomaar vertaald worden naar mensen. Van de 4 studies uitgevoerd bij mensen waren er 2 waarbij er een negatief effect van zoetstoffen gemeten werd. Dit is uiteraard onvoldoende om een onderbouwde uitspraak te kunnen doen.
Verder is het belangrijk om in het onderzoek te werken met dosissen die niet hoger liggen dan de aanvaardbare dagelijkse inname van de zoetstoffen. Deze hoeveelheid is wettelijk vastgelegd.
Bovendien bestaat er niet zoiets als ‘de’ zoetstof. Het is een zeer heterogene groep moleculen met elk hun eigen werkingsmechanisme. Dit maakt het quasi onmogelijk om een algemene uitspraak te doen over het effect van zoetstoffen op de darmflora.
Tot slot moet aangetoond worden dat de eventuele wijzigingen in de menselijke darmflora een negatief effect hebben op onze gezondheid. Ook dit is de dag van vandaag onvoldoende bestudeerd. Kortom: er is duidelijk behoefte aan goed opgezette interventiestudies rond zoetstoffen bij mensen.
Conclusie
Op basis van de huidige wetenschappelijke kennis is het niet mogelijk om een uitspraak te doen over het effect van zoetstoffen op onze darmflora.