In het nieuws
Minder of geen vlees eten is goed voor onze gezondheid en het milieu. Maar gelukkiger worden we er niet van. Dit is althans wat nieuw onderzoek beweert.
Factcheck
Op basis van deze studie kan helemaal niet besloten worden dat vegetarisch eten de kans op depressie verhoogt. Beter onderzoek is nodig om na te gaan of er een verband bestaat tussen beide, mogelijk is er helemaal geen verband.
Lees verder »Waar komt dit nieuws vandaan?
Onderzoekers uit het Verenigd Koninkrijk en de VS hebben gegevens uit 1991 en 1992 die verzameld werden in het kader van (postnatale) depressie opnieuw bekeken. Daarbij werd gefocust op het verband tussen vegetarisch eten en depressie. Enkel de gegevens van de mannen (9668) werden gebruikt. Gedurende het onderzoek werden verschillende vragenlijsten ingevuld. Voor het inschatten van het risico op depressie werd gebruik gemaakt van een gestandaardiseerde vragenlijst. Hierin werd nagegaan in welke mate depressieve symptomen aanwezig zijn. De diagnose stellen op basis van deze vragenlijst is evenwel niet mogelijk. Tevens werd aan de deelnemers gevraagd of ze al dan niet vegetariër waren en werd van een 17-tal voedingsmiddelengroepen gevraagd hoe vaak ze gegeten werden per week.
Na statistische analyse besluiten de onderzoekers dat de mannen die vegetarisch aten meer kans hadden op een depressie. Nog volgens de onderzoekers zou dit te wijten zijn aan een tekort aan vitamine B12 en ijzer (1).
Bron
(1)Hibbeln, Joseph R., et al. "Vegetarian diets and depressive symptoms among men." Journal of Affective Disorders (2017).
Hoe moeten we dit nieuws interpreteren?
Dit onderzoek is een cross-sectioneel onderzoek waarbij men voor een groep mensen op één specifiek moment naging wat de eetgewoonten waren (vegetarisch of niet) en hoeveel depressieve symptomen aanwezig waren. Met dergelijk onderzoek kan een verband nagegaan worden tussen twee factoren maar kan natuurlijk niet worden uitgemaakt of het gaat om oorzaak en gevolg. De onderzoekers leggen dit verband wel: ze gaan ervan uit dat de depressie het gevolg is van het vegetarisch eten, maar het zou evengoed omgekeerd kunnen, namelijk dat vegetarisch eten het gevolg is van de depressie. Slechts in weinig studies heeft men dit verband onderzocht. Uit een eerder Duits onderzoek bij volwassenen bleek dat depressie vaak de aanleiding was om vegetarisch te eten (2).
Als onderbouwing van hun hypothese stellen de onderzoekers dat vegetariërs meer kans hebben op een tekort aan vitamine B12 en/of ijzer en daardoor meer kans hebben op depressie. Verschillende onderzoeken vinden inderdaad dat een tekort aan vitamine B12 de kans op depressie kan vergroten (3). Van ijzer werd dit niet aangetoond.
In deze nieuwe studie werd niet onderzocht of de vegetariërs tekorten hadden. Vlees is inderdaad een belangrijke bron van zowel ijzer en vitamine B12 maar ook zuivel, vis en eieren kunnen bijdragen aan deze behoeften. Opvallend is dat 12% van de mannen die aangaven vegetarisch te eten, wel nog gevogelte aten. Respectievelijk 58 en 52% van de vegetariërs aten ook vis. Dit verkleint de kans dat de zogenaamde ‘vegetariërs’ tekorten hadden.
Tot slot mag niet vergeten worden dat er nog geen eensgezindheid bestaat over het positief verband tussen vegetarisme en depressie. Onder andere een Iraanse studie uitgevoerd bij 3846 volwassenen toont net het omgekeerd aan namelijk dat een lacto-ovovegetarisch dieet beschermt tegen depressie (4).
Conclusie
Op basis van deze studie kan helemaal niet besloten worden dat vegetarisch eten de kans op depressie verhoogt. Beter onderzoek is nodig om na te gaan of er een verband bestaat tussen beide, mogelijk is er helemaal geen verband.
Referenties
(2)Michalak, Johannes, Xiao Chi Zhang, and Frank Jacobi. "Vegetarian diet and mental disorders: results from a representative community survey." International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity 9.1 (2012): 67.
(3)http://lpi.oregonstate.edu/mic/vitamins/vitamin-B12#depression-prevention
(4)Hosseinzadeh, Mahdieh, et al. "Empirically derived dietary patterns in relation to psychological disorders." Public health nutrition 19.2 (2016): 204-217.