In het nieuws
In de krant lazen we dat mannen die zich geregeld met een bloedtest op prostaatkanker (de zogenaamde PSA-test) laten onderzoeken minder risico lopen eraan te overlijden. Dit bleek uit de resultaten van een recent gepubliceerde studie.
Factcheck
We zullen nooit met 100% zekerheid weten of PSA-screening maakt dat het risico om aan prostaatkanker te overlijden een klein beetje vermindert. De meeste studies vinden geen enkel voordeel. Wat we wel zeker weten is dat er zich courant complicaties voordoen als gevolg van beslissingen die voortvloeien uit dergelijke screening. Naast de psychologische impact van de vervolgonderzoeken wegens ‘een te hoge PSA’ is er het probleem dat veel mannen nodeloos geopereerd of bestraald worden en hierdoor mogelijk te kampen krijgen met impotentie en incontinentie.
Lees verder »Waar komt dit nieuws vandaan?
De studie waarvan sprake maakt vervolgresultaten bekend van onderzoek dat reeds in 2009 gepubliceerd werd (1). De huidige resultaten liggen in de lijn van de bevindingen van toen. Op 1.000 gezonde mannen die tweejaarlijks een PSA-test lieten uitvoeren (waardoor kanker in een vroeg stadium ontdekt werd), overleden er na verloop van 10 jaar vier aan prostaatkanker. Op 1.000 mannen die de test niet ondergingen (waardoor een eventuele kanker dus in een later stadium werd ontdekt), waren er na 10 jaar vijf overleden aan prostaatkanker.
Bron
(1) Schröder et al. Screening and prostate cancer mortality: results of the European Randomised Study of Screening for Prostate Cancer (ERSPC) at 13 years of follow-up. The Lancet, Early Online Publication, 7 August 2014.
Hoe moet je dit nieuws interpreteren?
Wereldwijd zijn er nog vier andere gelijkaardige studies die onderzochten of PSA-screening nuttig is. De studie die thans in het nieuws kwam is de enige van de vijf die een (zeer beperkt) gunstig effect van screening kon aantonen. In 2013 werden de resultaten van deze vijf studies in een Cochrane Review samengevoegd waarbij de globale conclusie was dat screening met de PSA-test geen enkel effect heeft op het risico om aan prostaatkanker te overlijden (2).
Het Amerikaanse US Preventive Services Taskforce (USPSTF) adviseerde reeds in 2012 formeel tegen het gebruik van de PSA-test voor screeningsdoeleinden (3). Deze beslissing kwam er niet enkel omdat het nut van dergelijke screening niet aangetoond is, maar ook omdat er heel wat nadelen aan verbonden zijn. Indien 1.000 mannen gedurende 10 jaar gescreend worden, zal er bij minstens 150 van hen een biopsie van de prostaat gebeuren omdat de PSA-test een bepaalde waarde overschrijdt. Hierbij worden met een naald stukjes prostaat afgenomen om ze verder microscopisch te onderzoeken. De biopsiename kan angst, pijn, infectie en andere ongemakken veroorzaken.
Als gevolg van de screening zullen er op 1.000 mannen 20 behandeld worden voor een kanker waarvan ze anders nooit last zouden gehad hebben. Deze behandeling (operatie of stralen) heeft haar eigen risico’s. Tot de helft van de mannen krijgt erdoor te kampen met impotentie en een vierde met ongewild urineverlies. De persoon in kwestie gaat voortaan ook als kankerpatiënt door het leven.
Conclusie
We zullen nooit met 100% zekerheid weten of PSA-screening maakt dat het risico om aan prostaatkanker te overlijden een klein beetje vermindert. De meeste studies vinden geen enkel voordeel. Wat we wel zeker weten is dat er zich courant complicaties voordoen als gevolg van beslissingen die voortvloeien uit dergelijke screening. Naast de psychologische impact van de vervolgonderzoeken wegens ‘een te hoge PSA’ is er het probleem dat veel mannen nodeloos geopereerd of bestraald worden en hierdoor mogelijk te kampen krijgen met impotentie en incontinentie.
Referenties
(2)Ilic D, Neuberger MM, Djulbegovic M, Dahm P. Screening for prostate cancer. Cochrane Database Syst Rev. 2013 Jan 31.
(3)Virginia A. Moyer, MD, PhD, on behalf of the U.S. Preventive Services Task Force. Screening for Prostate Cancer. Ann Intern Med. 2012;157:120-134.