In het nieuws
De schaamstreek scheren of waxen lijkt de kans te verhogen om seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) op te lopen. Dat blijkt uit een Amerikaanse enquête.
Factcheck
Mensen die hun schaamhaar regelmatig scheren, hebben vaker seksueel overdraagbare aandoeningen, zeggen Amerikaanse onderzoekers. Of dat te maken heeft met scheren of met seksueel risicogedrag is echter onduidelijk. Het is dan ook onmogelijk om uitspraken te doen over de impact van scheren wanneer men geen zicht heeft op het seksueel gedrag.
Lees verder »Waar komt dit nieuws vandaan?
Amerikaanse onderzoekers van de universiteiten van Texas en Californië vonden 7.580 volwassenen tussen 18 en 65 jaar bereid om een vragenlijst in te vullen over ‘trimmen en scheren van schaamhaar’. In werkelijkheid wilden ze zicht krijgen op de impact van scheren, waxen en trimmen van de schaamstreek op het voorkomen van seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s).
De respondenten werden onderverdeeld in categorieën naargelang hun scheergewoonten: van ‘een enkele keer gedaan’ tot ‘zeer regelmatig volledig scheren’ (met mesje, scheerapparaat, warme was, laser, ontharingscrème of elektrolyse) van de schaamstreek. Daarnaast werd gepolst naar het voorkomen van soa’s. Ook die werden in categorieën ondergebracht: soa’s die kunnen verspreiden via huidwondjes (bv. herpes, HPV en syfilis), infecties die verspreiden via lichaamssappen (hiv, chlamydia, gonorroe) en schaamluizen.
Van alle respondenten scheerde 74% zijn of haar schaamhaar (66% van de ondervraagde mannen en 84% van de vrouwen). 13% procent rapporteerde minstens één soa (11% van de mannen en 15% van de vrouwen): duidelijk meer respondenten die schaamhaar vaak trimden in vergelijking met diegenen die dat niet of amper deden. Alle soa’s kwamen vaker voor bij de scheerders, met uitzondering van schaamluizen, die in deze groep duidelijk op de terugweg zijn.
De onderzoekers besluiten dat er mogelijk een verband bestaat tussen scheren of trimmen van schaamhaar en soa’s, vooral degenen die via huidwondjes worden overgedragen. Ze vermoeden dat huidwondjes die ontstaan tijdens het ontharen als ingangspoort voor soa’s kunnen fungeren.
Bron
(1) Osterberg EC, Gaither TW, Awad MA, et al. Correlation between pubic hair grooming and STIs: results from a nationally representative probability sample. Sexually Transmitted Infections. Published online December 5 2016
Hoe moeten we dit nieuws interpreteren?
De enquête kan uiteraard geen oorzakelijk verband aantonen. De kans is groot dat mensen die hun schaamstreek frequent trimmen en scheren vaker seksueel actief zijn en misschien ook meer experimenteren. De onderzoekers hielden wel rekening met het aantal sekspartners, maar verzamelden geen gegevens over veilig vrijen en risicogedrag. Het staat vast dat onveilig vrijen de kans op soa’s verhoogt, terwijl dat voor scheren niet is aangetoond.
Overigens waren de gegevens over soa’s in dit onderzoek volledig gebaseerd op wat de respondenten zelf aangaven. De kans dat dergelijke gevoelige vragen niet eerlijk beantwoord worden is groot. Ook kan het zijn dat mensen niet weten dat ze een soa hebben of hadden, omdat infecties als chlamydia vaak symptoomloos verlopen. Dat schaamluizen geen grip hebben op een kale schaamstreek, is niet verwonderlijk.
Opvallend is ten slotte dat driekwart van de respondenten hun schaamhaar toiletteert, wat veel is. De onderzoekers vermoeden dat vooral deze groep zich aanmeldde voor de enquête.
Conclusie
Mensen die hun schaamhaar regelmatig scheren, hebben vaker seksueel overdraagbare aandoeningen, zeggen Amerikaanse onderzoekers. Of dat te maken heeft met scheren of met seksueel risicogedrag is echter onduidelijk. Het is dan ook onmogelijk om uitspraken te doen over de impact van scheren wanneer men geen zicht heeft op het seksueel gedrag.
Referenties
http://www.nhs.uk/news/2016/12December/Pages/Grooming-pubic-hair-linked-to-increased-STI-risk.aspx