Door u gekozen
Veel gezondheidsnieuws is gebaseerd op onderzoek in een labo of bij proefdieren, vaak muizen. Suggesties en beloftes voor de mens zijn vaak voorbarig: slechts een minderheid haalt het tot een nieuwe therapie voor de mens.
Factcheck
De stap van gunstige resultaten uit dieronderzoek en onderzoek in een labo naar bruikbare therapieën voor de mens is zeer groot en wordt meestal niet waargemaakt. Slechts één derde van zogenaamd beloftevolle resultaten bij dieren haalt het tot bruikbare therapie bij de mens, en dat pas na gemiddeld 14 jaar.
Lees verder »Wat weten we hierover?
Veel studies die met beloftevolle titels in de media verschijnen, zijn gebaseerd op proefdieronderzoek of tests op weefsels in een proefbuis. Denk maar aan de kop ‘zwarte thee helpt vermageren' (bij proefmuizen), ‘suiker maakt kanker agressiever' (een labotest), ‘nieuwe doorbraak in alzheimeronderzoek' (bij muizen), enzovoort. Studies in labo en op proefdieren zijn waardevol en moet gevoerd worden, maar ze staan nog veraf van nieuwe therapieën voor de mens. Uit een overzichtsstudie blijkt dat slechts één derde van de meest beloftevolle studies bij dieren uiteindelijk resulteert in een succesvolle nieuwe interventie bij mensen, en pas na gemiddeld 14 jaar (1). De onderzoekers besluiten dat omschrijvingen in de media, waaronder ‘grote doorbraak’, ‘beloftevol’, ‘zicht op nieuwe therapie’, moeten vermeden worden, omdat ze veel mensen, vooral patiënten, valse hoop geven.
Bron
(1)DG Hackam, DA Redelmeier. Translation of Research Evidence From Animals to Humans. JAMA. 2006;296(14):1727-1732. doi:10.1001/jama.296.14.1731
Hoe moeten we dit nieuws interpreteren?
Studies in een labo of bij proefdieren zijn nodig. Ze helpen fundamentele vraagstukken over mechanismen en mogelijke nevenwerkingen op te helderen. Men moet bijvoorbeeld potentiële geneesmiddelen eerst testen bij proefdieren om de giftigheid ervan te onderzoeken, alvorens een molecule in aanmerking kan komen voor onderzoek bij mensen. Soms worden proefdieren genetisch gemodificeerd, om bepaalde mechanismen van ziekten bij de mens te kunnen onderzoeken. Op die manier creëert men alzheimermuizen, parkinsonmuizen, enzovoort. Dergelijke diermodellen maken het mogelijk om één aspect van de ziekte bij de mens verder te ontrafelen. Zo’n ‘alzheimermuis’ heeft in werkelijkheid geen ziekte van Alzheimer noch heeft een ‘parkinsonmuis’ de ziekte van Parkinson. Wel worden bepaalde kenmerken van deze ziekten in deze muismodellen bestudeerd. Met conclusies uit dergelijk proefdieronderzoek staan we echter nog zeer veraf van conclusies voor de zieke mens. Toch worden deze studies vaak als beloftevol voorgesteld.
Conclusie
De stap van gunstige resultaten uit dieronderzoek en onderzoek in een labo naar bruikbare therapieën voor de mens is zeer groot en wordt meestal niet waargemaakt. Slechts één derde van zogenaamd beloftevolle resultaten bij dieren haalt het tot bruikbare therapie bij de mens, en dat pas na gemiddeld 14 jaar.
Referenties
https://www.healthnewsreview.org/toolkit/tips-for-understanding-studies/animal-lab-studies/