In het nieuws
Bij mensen die door een beroerte getroffen worden kan men dankzij een nieuwe ingreep de oorzakelijke bloedklonter uit de hersenen verwijderen. Hierdoor zouden zij 'onverwacht goed herstellen', klinkt het.
Factcheck
Een nieuwe ingreep bij mensen die met een zware beroerte in het ziekenhuis opgenomen worden leidt ertoe dat sommigen onder hen achteraf minder ernstig gehandicapt blijven. Het gaat om een complexe ingreep die een bijzondere ervaring vereist van een gespecialiseerd team.
Lees verder »Waar komt dit nieuws vandaan?
Een beroerte ontstaat meestal doordat een bloedvat dat de hersenen van bloed voorziet, verstopt geraakt door een klonter. Een recente Nederlandse studie onderzocht bij 500 mensen die met een beroerte opgenomen werden, of het verwijderen van de klonter een heilzaam effect had. De helft van de mensen kreeg de traditionele behandeling. Bij de andere helft werd met een katheter via een slagader de klonter verwijderd. De doeltreffendheid van de behandeling werd beoordeeld door de zelfredzaamheid van de patiënten 3 maanden na de beroerte te evalueren (1). De mensen die met de nieuwe techniek behandeld werden deden het beter dan de anderen: 1 op 3 (32,6%) van hen kon zichzelf goed blijven behelpen, terwijl dat in de andere groep slechts 1 op 5 (19,1%) was. Het aantal mensen dat overleden was, was in de beide groepen hetzelfde (20%).
Bron
(1)Berkhemer OA et al (the MR CLEAN Investigators ). A Randomized Trial of Intraarterial Treatment for Acute Ischemic Stroke. N Engl J Med. 2014 Dec 17.
Hoe moet je dit nieuws interpreteren?
Ofschoon de nieuwe behandeling een gunstig effect blijkt te hebben, blijven de vooruitzichten na een zware beroerte voor vele patiënten somber. De helft van hen die met de nieuwe methode behandeld werd (hun gemiddelde leeftijd was 65 jaar), was 3 maanden later nog zwaar gehandicapt of reeds overleden. We willen hier wel benadrukken dat de prognose voor de doorsnee CVA patiënt beter is dan voor de hier onderzochte groep.
Het aantal overlijdens in de twee studiegroepen was hetzelfde. Indien de nieuwe behandeling zeer doeltreffend zou zijn, zou men verwachten dat ook het aantal overlijdens erdoor vermindert. Niet dus. Opdat de ingreep succcesvol zou kunnen zijn, moet er namelijk een collaterale circulatie zijn, een parallel circuit zeg maar, dat bloed naar het getroffen hersengebied kan voeren. Nagaan of dat aanwezig is, vraagt extra onderzoek en daar is geen tijd voor. Snel handelen is immers essentieel bij een beroerte.
De toestand van de mensen die deze ingreep hadden ondergaan, werd na drie maanden geëvalueerd door een onafhankelijke onderzoeker aan de hand van een gestructureerde vragenlijst.
Mogelijk is het algemeen effect van de ingreep in de studie wat overschat omdat de beoordeling van de zelfredzaamheid van de mensen die de behandeling kregen wat te optimistisch was. De mensen die de bijzondere ingreep hadden ondergaan waren mogelijk geneigd om hun algemene toestand gunstiger in te schatten dan de mensen die op basis van lottrekking de klassieke behandeling 'moesten' krijgen.
Enige zin voor kritiek op de resultaten van de studie is dus zeker niet ongepast. Bovendien moet opgemerkt worden dat de ingreep een uiterst efficiënte organisatie van de betrokken ziekenhuisdienst vereist en een bijzondere vaardigheid van het team dat de ingreep uitvoert.
Conclusie
Een nieuwe ingreep bij mensen die met een zware beroerte in het ziekenhuis opgenomen worden leidt ertoe dat sommigen onder hen achteraf minder ernstig gehandicapt blijven. Het gaat om een complexe ingreep die een bijzondere ervaring vereist van een gespecialiseerd team.
Referenties
Hans Van Brabandt, Cebam