Brecht Moerenhout Verschenen op 31/10/2024

In het nieuws

Actrice Barbara Sarafian liet zich onderzoeken nadat haar hond Mike zich ongewoon gedroeg en ze op sociale media in een filmpje zag dat dat op kanker kan wijzen. Na de controle in het ziekenhuis bleek ze een vroege vorm van borstkanker te hebben. Het nieuws was overal in de media. Het roept vragen op over de rol die dieren met een sterk ontwikkelde reukzin kunnen spelen in het vroegtijdig opsporen van kankers en andere aandoeningen.

Conclusie

Het klopt dat honden door hun indrukwekkende reukvermogen veranderingen in geur van hun baasje kunnen waarnemen. En zulke veranderingen kunnen wijzen op kanker en andere aandoeningen. Maar er is helaas geen betrouwbare manier om honden in te zetten om ziektes op te sporen. De training en specifieke omstandigheden zijn te complex. De wetenschappelijke inzichten over de rol van geurstoffen bij ziektes bieden wel mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe detectiemethodes.

Lees verder »

Waar komt dit nieuws vandaan?

Op de website van VRT NWS en in andere Vlaamse media lazen we het opmerkelijke verhaal van Barbara Sarafian (1, 2).

Het idee dat honden en andere dieren aandoeningen kunnen opsporen via geuren is de laatste jaren vaker onderzocht. Een specialist in lichaamsgeuren, bio-ingenieur Chris Callewaert, legt op Radio2 uit dat honden 100.000 keer beter ruiken dan mensen. Ze hebben meer geurreceptoren, waardoor ze stoffen kunnen ruiken die aangemaakt worden als er iets verandert in ons lichaam

Die stoffen, de zogenaamde vluchtige organische stoffen (VOS), ontstaan als gevolg van allerlei biochemische processen in ons lichaam, zoals het ontstaan van kankercellen. Ze worden uitgescheiden in urine, zweet, speeksel, stoelgang, bloed en huidweefsel. Als er zich subtiele veranderingen voordoen in de samenstelling van de geuren die we verspreiden, kunnen honden dat waarnemen.

Er zijn wetenschappers die onderzoek doen naar dergelijke processen. Chris Callewaert en Flora Gouzerh, bijvoorbeeld, doen onderzoek naar kanker en geuren. Zij benadrukken dat er veel beperkingen zijn bij het gebruik van honden om kankers op te sporen. Er zijn grote verschillen in reukzin tussen verschillende hondenrassen, uitgebreide training is nodig om specifieke kankers te kunnen opsporen en we begrijpen nog onvoldoende hoe en welke geuren als gevolg van kanker ontstaan.

Bron

(1) De Hert J. Barbara Sarafian ontdekte dankzij haar hond dat ze borstkanker had: "Ze kunnen elk lichaamsverschil ruiken". VRT NWS. 23 oktober 2024.

Hoe moet je dit nieuws interpreteren?

Al jaren zetten we drugshonden in om verboden middelen op te sporen en trainen we ratten om landmijnen te detecteren in conflictgebieden. Het gebruik van geurdetectie is ook medisch een interessant onderzoeksgebied.

Zo schreven we eerder al over het vermogen van honden om covid-19 te ruiken na intensieve training. En er is het bijzondere verhaal van de Schotse verpleegster Joy Milne, die een afwijking had waardoor ze heel gevoelig was voor geuren. Milne zou bij haar man parkinson ‘geroken’ hebben. Dat inspireerde wetenschappers om te onderzoeken welke geurstoffen mensen met parkinson verspreiden (3).

De volgende stap in het onderzoek is de ontwikkeling van een elektronische neus die de vluchtige organische stoffen gelinkt aan parkinson kan detecteren. Dat gebeurt met behulp van artificiële intelligentie om patronen te herkennen in geurprofielen (4). Vergelijkbare toestellen worden getest om ook andere aandoeningen vroegtijdig op te sporen. Maar de huidige prototypes zijn nog te groot, te complex en te onnauwkeurig om op een betrouwbare manier aandoeningen vast te stellen (5).

Waarom geen honden inzetten?

Het gebruik van dieren voor medische diagnoses kent veel beperkingen (6, 7, 8). Daardoor is het niet mogelijk om ze in de dagelijkse praktijk in te zetten:

  • Grote variatie in geuren: Geurprofielen kunnen sterk variëren tussen verschillende aandoeningen en zelfs tussen individuele patiënten. Zo produceert elke kanker een ander patroon aan geurstoffen (VOS). Dat maakt het voor honden zeer lastig om een specifieke aandoening te detecteren.
  • Training en complexiteit: Dieren trainen om bepaalde geurpatronen te herkennen is zeer tijds- en arbeidsintensief. Bovendien moeten je ze ook leren om een gepaste reactie te vertonen als ze een geur waarnemen.
  • Contextgevoeligheid en afleiding: Hoewel onderzoeksresultaten in gecontroleerde omstandigheden vaak indrukwekkend zijn, blijken ze zeer moeilijk te herhalen in normale, ongecontroleerde omstandigheden. Dieren reageren sterk op hun omgeving. In de ‘echte’ wereld, vol mensen en geuren, raken ze dus snel afgeleid.
Wel een succes: meldhonden voor diabetici

Sommige honden kunnen na intensieve training een daling in de bloedsuikerspiegel bij diabetici opsporen. Op die manier kunnen ze tijdig hun baasje wekken, een alarmknop induwen of medicatie halen. Die zogenaamde meldhonden worden specifiek op één persoon afgestemd.

Conclusie

Het klopt dat honden door hun indrukwekkende reukvermogen veranderingen in geur van hun baasje kunnen waarnemen. En zulke veranderingen kunnen wijzen op kanker en andere aandoeningen. Maar er is helaas geen betrouwbare manier om honden in te zetten om ziektes op te sporen. De training en specifieke omstandigheden zijn te complex. De wetenschappelijke inzichten over de rol van geurstoffen bij ziektes bieden wel mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe detectiemethodes.

Referenties
Content overnemen van Gezondheid en Wetenschap

Gezondheid en Wetenschap heeft het alleenrecht op de meeste gepubliceerde content. Onze artikels mogen dus niet overgenomen worden zonder onze schriftelijke toestemming.

Interesse in onze content? Neem contact op via info@gezondheidenwetenschap.be.

Ook interessant

Nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief