In het nieuws
Wanneer de cardiologen op congres zijn stijgen de overlevingskansen van hartpatiënten en worden ze minder vaak onderworpen worden aan het plaatsen van stents. Dat zou blijken uit een Amerikaanse studie.
Factcheck
De resultaten van deze studie zijn zeer mediageniek maar wetenschappelijk niet sterk onderbouwd. De aard van dit onderzoek laat niet toe om grote conclusies uit te trekken. Ze is misschien wel interessant omdat ze artsen kan aanmoedigen om kritisch te blijven over de zin en onzin van hoogtechnologische ingrepen bij sommige hartpatiënten.
Lees verder »Waar komt dit nieuws vandaan?
De bevindingen komen uit een Amerikaanse studie die naging of de beperkte aanwezigheid van cardiologen in een ziekenhuis tijdens grote cardiologische congressen een nadelig effect had op de kwaliteit van de zorg aan hartpatiënten (1). Het tegendeel bleek waar. Van ernstig zieke patiënten met hartfalen overleed slechts 17% als de cardiologen op congres waren, tegen 25% als ze aan het werk waren. Bij mensen die met een ernstige hartaanval opgenomen werden was de overleving niet beter of niet slechter dan als de cardiologen op congres waren, wel werden minder stents ingeplant tijdens de congressen.
Bron
(1) Jena AB, Prasad V, Goldman DP, Romley J. Mortality and Treatment Patterns Among Patients Hospitalized With Acute Cardiovascular Conditions During Dates of National Cardiology Meetings. JAMA Intern Med. 2014 Dec 22.
Hoe moet je dit nieuws interpreteren?
Het is onwaarschijnlijk dat louter als gevolg van een veranderde bestaffing van een ziekenhuis, het aantal overlijdens van patiënten met hartfalen met 8% (17 tegenover 25%) daalt. In grote experimentele studies worden dergelijke verbeteringen zelden of nooit gehaald. Wanneer een medische interventie het aantal overlijdens door een of andere ziekte met 1 of 2% kan doen dalen, dan spreekt men reeds van een doorbraak.
De meest voor de hand liggende verklaring voor het gevonden effect is dat de patiënten die tijdens en deze die buiten het congres opgenomen werden niet vergelijkbaar waren. Waarschijnlijk hadden de mensen die tijdens het congres opgenomen werden een betere overleving omdat ze minder ernstig ziek waren, en niet omdat ze beter verzorgd werden. De onderzoekers hebben weliswaar geprobeerd om verschillen in de twee groepen patiënten statistisch te corrigeren, maar dergelijke wiskundige correcties hebben hun beperkingen. Het gevonden verschil kan ook louter toevallig zijn omdat het aantal gevallen waarop men zich baseerde vrij beperkt was: slechts 388 gevallen die zich voordeden over een periode van 10 jaar, verspreid over alle grote academische ziekenhuizen van de Verenigde Staten.
Het feit dat mensen met een uitgebreid hartinfarct minder onderworpen werden aan het plaatsen van een stent tijdens de congressen, zonder dat dit nadelig was voor hun overleving, is op zich wel interessant. De auteurs van de studie zien hierin een bevestiging dat hoogtechnologische ingrepen bij mensen met een zeer uitgebreid infarct (40% van de patiënten was binnen de 30 dagen overleden) nutteloos is. Sommige eerdere studies wezen eveneens in die richting. Opnieuw gelden echter dezelfde methodologische beperkingen als hierboven en is deze studie niet voldoende robust om deze veronderstelling te staven of te verwerpen.
Er moet ook opgemerkt worden dat deze studie zeer veel en diverse zaken becijferde: hartinfarct, hartstilstand, hartfalen, telkens vier groepen naargelang de ernst van de betrokken ziekte, opname in grote of in kleine ziekenhuizen en mogelijk nog andere elementen die in de publicatie niet gerapporteerd werden. Hoe meer zaken men onderzoekt, hoe groter de kans dat er toevallig één een totaal onverwacht resultaat geeft, in dit geval dan de spectaculair betere overleving van patiënten met hartfalen tijdens het cardiologencongres.
Conclusie
De resultaten van deze studie zijn zeer mediageniek maar wetenschappelijk niet sterk onderbouwd. De aard van dit onderzoek laat niet toe om grote conclusies uit te trekken. Ze is misschien wel interessant omdat ze artsen kan aanmoedigen om kritisch te blijven over de zin en onzin van hoogtechnologische ingrepen bij sommige hartpatiënten.