In het nieuws
Om te voorkomen dat de patiënt hervalt, wordt bij borstkanker na chirurgie en bestraling vaak ook chemotherapie toegediend. Uit een Europese studie waaraan de Belgische borstkankerexperte Martine Piccart, directrice van het Bordet Instituut in Brussel, deelnam, blijkt dat dat misschien niet altijd nodig is.
Factcheck
Een groot Europees onderzoek zou hebben aangetoond dat voor een bepaalde groep vrouwen met een vroeg stadium van borstkanker het risico op herval na operatie niet wordt verlaagd door chemotherapie. De studie is nog niet gepubliceerd en daarom nog niet beschikbaar voor een kritische analyse.
Lees verder »Waar komt dit nieuws vandaan?
Op 18 april werden tijdens een Amerikaans congres over kanker resultaten gepresenteerd van een groot Europees onderzoek (1). Aan dit onderzoek namen bijna 7.000 vrouwen met borstkanker deel. Zij werden in de periode 2007-2011 geselecteerd uit een grotere groep van ruim 11.000 borstkankerpatiëntes. Alle vrouwen hadden een operatie ondergaan voor borstkanker in een vroeg stadium van de ziekte. De onderzoekers wilden beter inschatten hoe groot het risico op herval was en op basis van die berekeningen oordelen of chemotherapie al dan niet nodig was. Klassiek gebruikt men daarvoor de leeftijd van de patiënte in combinatie met de resultaten van het microscopisch onderzoek van het weggenomen borstkankerweefsel: de zogenaamde biologische criteria. In deze studie werd een nieuw criterium toegevoegd: een doorgedreven analyse van het DNA uit borstkankerweefsel (de zogenaamde MammaPrint). Op basis van beide sets criteria werden de vrouwen in 4 categorieën ondergebracht: a) vrouwen die op basis van genetische en biologische criteria een laag risico hadden op herval, b) vrouwen die volgens beide berekeningen een hoog risico hadden, c) vrouwen met hoog risico volgens de MammaPrint, maar laag risico volgens de biologische criteria en d) vrouwen met laag risco volgens de MammaPrint, maar hoog risico volgens de klassieke criteria. De vrouwen van de twee laatste categorieën (in totaal 2.142) kregen willekeurig ofwel chemotherapie, ofwel niet. Uit de resultaten blijkt dat dit geen verschil maakte voor de overleving: 95% was 5 jaar na de diagnose nog in leven, met of zonder chemotherapie.
De onderzoekers stellen dat de betrouwbaarheid van de MammaPrint nu definitief is aangetoond.
Bron
(1) http://www.aacr.org/Newsroom/Pages/News-Release-Detail.aspx?ItemID=867#.Vx3MC9SLTIU
Hoe moeten we dit nieuws interpreteren?
Belangrijk om te weten is dat het onderzoek nog niet officieel is gepubliceerd, waardoor andere onderzoekers niet kritisch naar de resultaten kunnen kijken. Het zou bijvoorbeeld interessant zijn te weten hoe de resultaten verschilden in categorieën c en d, om een beter zicht te hebben op de invloed van de MammaPrint. Het zou kunnen dat deze vrouwen door gebruik van de MammaPrint terecht toch chemotherapie krijgen. Maar het zou ook kunnen dat deze vrouwen onnodig chemotherapie krijgen, juist door de MammaPrint. De MammaPrint is overigens niet echt nieuw, maar wordt al ingezet voor het kiezen van de juiste chemotherapie bij bepaalde borsttumoren. Overigens kwam de methode toen te snel in de media, nog voor er degelijk onderzoek gepubliceerd was.
Nog een kanttekening: indien de MammaPrint haar beloftes waarmaakt, kan ze enkel gebruikt worden bij hormoongevoelige borstkankers in een vroeg stadium.
Het is dus wachten op een kritische lezing van de publicatie later dit jaar.
Conclusie
Een groot Europees onderzoek zou hebben aangetoond dat voor een bepaalde groep vrouwen met een vroeg stadium van borstkanker het risico op herval na operatie niet wordt verlaagd door chemotherapie. De studie is nog niet gepubliceerd en daarom nog niet beschikbaar voor een kritische analyse.
Referenties
http://doktermedia.nl/reviews/2016/04/21/chemo-bij-borstkanker-vaak-niet-nodig/