In het nieuws
Autisme kan opgespoord worden in de hersenen van peuters, lang voor ze zich effectief autistisch gaan gedragen. Dat blijkt uit een studie die gepubliceerd is in Nature.
Factcheck
Amerikaanse onderzoekers vinden bij enkele kinderen met hoog risico op ASS zekere veranderingen in het brein in het eerste levensjaar. Of deze echt duiden op ASS en wat ze precies betekenen is niet bekend. Het is veel te vroeg om daarover uitspraken te doen.
Lees verder »Waar komt dit nieuws vandaan?
Amerikaanse wetenschappers gebruikten hersenscans van 148 baby’s gemaakt op 6 maanden, 1 en 2 jaar (1). 106 kinderen hadden een hoger risico op autismespectrumstoornissen (ASS) omdat ze een broer of zus hadden met de diagnose. De eerste symptomen van ASS, waaronder problemen in sociale interacties, verschijnen gewoonlijk rond driejarige leeftijd.
De onderzoekers wilden weten of er bij hoog-risicokinderen wijzigingen waren in het brein. Daarom maten ze op 6, 12 en 24 maanden het volume van het brein alsook de dikte van de hersenschors en vergeleken dit met scans van 42 baby’s zonder verhoogd risico op ASS. Ze vonden duidelijke veranderingen in het brein van 15 baby’s uit de hoog-risicogroep: deze kindjes hadden een dikkere hersenschors in sommige zones en meer hersenvolume op de scans. Wat de wijzigingen betekenen is niet duidelijk.
De onderzoekers besloten wel dat er vroege wijzingen plaatsvinden in het brein van kinderen met ASS, lang voor de eerste symptomen opduiken. Ze menen dat dit op termijn misschien kan leiden tot een vroegtijdige opsporingstest, waarna een aangepaste therapie zo vroeg mogelijk in het leven kan starten.
Bron
(1) Cody H, Hongbin Hm Brent G, et al. Early brain development in infants at high risk for autism spectrum disorder. Nature. Published online February 15 2017
Hoe moeten we dit nieuws interpreteren?
Slechts 15 van de 106 hoog-risicokinderen hadden opmerkelijke wijzigingen in het brein. Dat is niet veel. Het is niet duidelijk hoeveel kinderen met ASS deze wijzigingen vertonen, noch is bekend hoeveel van deze studiegroep daadwerkelijk ASS ontwikkeld heeft. Er is veel meer onderzoek nodig om uit te maken of er voortekenen zijn voor ASS in de hersenen, en wat die precies betekenen.
Of er ooit een vroegtijdige opsporingstest komt voor autisme en ASS is zeer de vraag: zo’n test moet bijzonder nauwkeurig zijn om onder- en overdiagnoses te voorkomen. De diagnose ASS is momenteel gebaseerd op klinische observatie en vragenlijsten.
Conclusie
Amerikaanse onderzoekers vinden bij enkele kinderen met hoog risico op ASS zekere veranderingen in het brein in het eerste levensjaar. Of deze echt duiden op ASS en wat ze precies betekenen is niet bekend. Het is veel te vroeg om daarover uitspraken te doen.
Referenties
http://www.nhs.uk/news/2017/02February/Pages/Could-brain-scans-be-used-to-screen-for-autism.aspx