In het nieuws
De hersenen van mensen die regelmatig een kopje thee drinken, werken efficiënter dan het brein van personen die dat niet op regelmatige basis doen. Dat is althans de conclusie van een internationale studie.
Factcheck
Een internationale studie toont aan dat personen die 25 jaar lang minstens 4 keer per week thee dronken, hersengebieden hebben die op een efficiëntere manier met elkaar verbonden zijn, wat een betere werking van hun hersenen doet vermoeden. Het onderzoek toont niet aan dat dit verschil te verklaren is door het drinken van thee. Ander onderzoek wees eerder uit dat theedrinkers vaak gezondere eet- en leefgewoonten hebben.
Lees verder »Waar komt dit nieuws vandaan?
Een groep onderzoekers van de universiteit van Singapore ging, in samenwerking met de universiteiten van Cambridge en Essex, na of theedrinken een invloed kan hebben op de werking van de hersenen (1). Onderzoek in het verleden toonde aan dat thee scheikundige stoffen bevat zoals catechines, die een gunstige werking zouden kunnen hebben op het brein.
In totaal werden 36 oudere volwassenen aan de hand van vragenlijsten ingedeeld in twee groepen: 15 regelmatige theedrinkers en 21 onregelmatig theedrinkers als controlegroep. De regelmatige theedrinkers dronken minstens vier- tot zesmaal per week een kop thee gedurende de afgelopen 25 jaar.
Op hersenscans van theedrinkers zagen de onderzoekers betere verbindingen tussen de verschillende gebieden in de hersenen. Deze verbindingen zouden de werking van de hersenen verbeteren. Volgens de onderzoekers betekende dit dat regelmatig thee drinken het brein langer jong kan houden.
Bron
(1) Li J, Romero-Garcia R, Suckling J, et al. Habitual tea drinking modulates brain efficiency: evidence from brain connectivity evaluation. Aging (Albany NY). 2019 Jun 14;11(11):3876-3890.
Hoe moeten we dit nieuws interpreteren?
Naast koffie is thee een van de meest onderzochte dranken ter wereld. Zwarte en groene thee komen van dezelfde plant, de Camellia sinensis. Het verschil tussen beide theesoorten ligt aan de behandeling van de bladeren na het plukken.
In deze internationale studie wordt geen onderscheid gemaakt tussen de theesoorten, hoewel er grote verschillen zijn in samenstelling. Zo bevat zwarte thee bijna geen catechines in vergelijking met groene thee (2). Opmerkelijk in deze studie is dat er 4 mannen waren op 15 theedrinkers (26%), tegenover slechts 2 mannen op 21 in de controlegroep (10%). De conclusies van deze studie gelden dus vooral voor vrouwen. Theedrinkers waren ook hoger geschoold dan de personen in de controlegroep.
Een belangrijk punt is dat de onderzoekers in het verwerken van de gegevens geen rekening hielden met mogelijke verschillen in eet- en leefgewoonten tussen de theedrinkers en de controlegroep. Mullie et al. (3) toonden in het verleden aan dat theedrinkers gezondere eetgewoontes hadden dan niet-theedrinkers. Theedrinkers aten meer fruit en groenten, en minder zoete snacks. De resultaten op het brein kunnen dus eveneens verklaard worden door de betere eet- en leefgewoonten van de theedrinkers, en niet alleen door het drinken van thee. Dit betekent in de praktijk dat thee meer een teken is van een gezonde levenswijze, en dat een gezonde levensstijl goed is voor ons brein.
Conclusie
Een internationale studie toont aan dat personen die 25 jaar lang minstens 4 keer per week thee dronken, hersengebieden hebben die op een efficiëntere manier met elkaar verbonden zijn, wat een betere werking van hun hersenen doet vermoeden. Het onderzoek toont niet aan dat dit verschil te verklaren is door het drinken van thee. Ander onderzoek wees eerder uit dat theedrinkers vaak gezondere eet- en leefgewoonten hebben.
Referenties
- (2) Bhagwat, S., Haytowitz, D.B. Holden, J.M. (Ret.). 2014. USDA
Database for the Flavonoid Content of Selected Foods, Release 3.1. U.S. Department of Agriculture, Agricultural Research Service. Nutrient Data Laboratory Home Page: http://www.ars.usda.gov/nutrientdata/flav - (3) Mullie P, Guelinckx I, Clarys P, et al. Cultural, socioeconomic and nutritional determinants of functional food consumption patterns. Eur J Clin Nutr. 2009 Nov;63(11):1290-6.