Wat is het?
Aids is een afkorting die staat voor 'acquired immune deficiency syndrome'. Het wordt veroorzaakt door het hiv, het human immunodeficiency virus.
De overdracht van hiv kan alleen door direct contact met bloed, sperma of vaginaal vocht van iemand die besmet is. In de praktijk betekent dat:
- seksueel contact of contact met besmet bloed, bijvoorbeeld via:
- bloedtransfusie;
- injectie;
- piercing;
- tatoeage;
- acupunctuur;
- een scheermesje.
- bloedtransfusie;
- Een besmette moeder kan het virus ook doorgeven aan haar kind tijdens de zwangerschap, de geboorte of de borstvoeding.
Je kan het virus niet verspreiden of krijgen via gewone sociale contacten zoals een hand geven, kussen, samen eten … Het is niet mogelijk om het virus door te geven via tranen, zweet, ademen, niezen, hoesten of aanraken. Je kan ook niet besmet raken door het gemeenschappelijk gebruik van wc’s, kranen, baden of zwembaden. Besmetting met hiv via insecten is nog nooit aangetoond. Het virus kan niet door een intacte huid.
Druggebruikers, mensen met homoseksuele contacten of met wisselende seksuele partners hebben een verhoogd risico op een besmetting met hiv.
Wat stel je vast?
Iemand die seropositief is, is drager van het virus en kan anderen besmetten, maar ondervindt geen noemenswaardige klachten. Pas lang na de besmetting, tot jaren later, krijgt het slachtoffer last van allerlei banale infecties en noemen we de ziekte aids. Dan kunnen de volgende symptomen optreden:
- vermageren zonder bekende reden;
- plots hevige koorts hebben en ’s nachts erg zweten;
- de lymfeklieren kunnen gezwollen zijn;
- last hebben van allerlei infecties, bijvoorbeeld langdurige diarree, herhaalde verkoudheden of ontsteking van het tandvlees;
- kortademigheid.
Uiteindelijk sterft het slachtoffer aan de combinatie van al deze infecties.
Aanbeveling
Als eerstehulpverlener kan je niet veel handelingen stellen bij een slachtoffer dat mogelijk besmet is met hiv. Het slachtoffer moet gespecialiseerde hulp raadplegen.
- Als je een verhoogd risico hebt om hiv op te lopen, kan je PrEP nemen.
- Dat staat voor 'pre-expositie profylaxe' en kan je nemen als je nog geen hiv hebt voor je seks hebt, om een besmetting met hiv te voorkomen.
- Let op: PrEP garandeert geen volledige bescherming tegen hiv en nog minder tegen andere soa's.
- Bij iemand die maar net risico heeft gelopen, bijvoorbeeld minder dan een dag geleden, kan de zogenaamde PEP-behandeling zinvol zijn.
- PEP staat voor 'post exposure profylaxis' en is een preventieve behandeling met hiv-remmers om een infectie met het virus te voorkomen.
- Artsen kunnen PEP bijvoorbeeld toepassen bij een prikongeval met een naald die gebruikt werd bij een seropositief slachtoffer, of bij een onveilig seksueel contact met iemand met hoog risico op hiv (bijvoorbeeld iemand die seropositief is of een sekswerker).
- Iemand die seropositief is, laat het best regelmatig een bloedonderzoek uitvoeren. Als het nodig is, kan hij of zij starten met een behandeling om het ziekteproces te vertragen en de symptomen zoveel mogelijk te verlichten.
- Hiv-medicatie verlaagt je 'virale lading'. Dat is de hoeveelheid hiv-virus in je bloed.
- Hoe hoger je virale lading, hoe meer kans dat je het virus doorgeeft en iemand anders besmet.
- Hoe lager je virale lading, hoe minder kans.
- De huidige hiv-medicatie werkt heel goed en kan de virale lading in je bloed zo verlagen dat het virus niet meer meetbaar is. Je kan dan geen hiv meer doorgeven, ook niet bij seks zonder condoom.
- We noemen dit ‘U=U’: undetectable (niet-detecteerbaar) = untransmittable (niet-overdraagbaar).
- We noemen dit ‘U=U’: undetectable (niet-detecteerbaar) = untransmittable (niet-overdraagbaar).
- Hiv-medicatie verlaagt je 'virale lading'. Dat is de hoeveelheid hiv-virus in je bloed.
- Let op een goede handhygiëne.
Meer informatie
- Lees ook Help! Eerste hulp voor iedereen met gedetailleerde eerstehulptips van Rode Kruis-Vlaanderen.
- Op www.allesoverseks.be vind je meer informatie over onder meer leven met hiv en gespecialiseerde zorg.